Afgelopen dinsdag zag ik uw oproep voor meer boeren en een ander landbouwsysteem omdat het huidige niet houdbaar is. U wilt zijde aan zijde met “de boeren” staan om hen te helpen veranderen.
Ik ben een pro-Europese, pro-vrije markt akkerbouwer en sierteler. Ik sta voor een verdere eenwording van Europa en ben een van de vele Europese boeren die mogelijkheden ziet om de Europese agrarische sector klimaatbewuster, diervriendelijker, bio-diverser en dus duurzamer en toekomstbestendig te maken. Graag zouden wij de generieke en vergroeningslandbouwsubsidies afbouwen tot €0,- en het inkomen van de Europese boer vooral uit de markt laten komen.
De agrarische sector in Nederland veroorzaakt ontegenzeggelijk druk op milieu en leefomgeving. Als samenleving kunnen we jonge veehouders samen met de toeleverende en verwerkende industrie stimuleren om naar passende regio’s binnen Europa te trekken. We kunnen jonge Nederlandse boeren stimuleren om in Nederland een ander veehouderij systeem te adopteren. We kunnen boeren die niet mee willen of kunnen stimuleren te stoppen. De gangbare akkerbouw en sierteelt kunnen we verder verduurzamen, bestrijdingsmiddelen strenger beoordelen en daardoor 30-40% besparen. We kunnen het gebruik van stikstof-kunstmest met 50% reduceren. Dat vergroot de biodiversiteit op het platteland en zal de biologische landbouw voorbijstreven in duurzaamheid.
Ons ideaal van duurzaamheid, mensen en dierenwelzijn, milieu, biodiversiteit zou voor elk in Europa geconsumeerd product moeten gelden en niet enkel voor het in de EU geproduceerdeMaar u gaf aan dat u geen begrip had voor de boerenprotesten, dat zij vasthouden aan het huidige systeem en niet willen veranderen.
Nederlandse boeren worden in eigen land al jaren verantwoordelijk gehouden voor een veelzijdigheid aan problemen, de hongersnood in Afrika, de schadelijke algengroei in oppervlakte water, vervuiling van het grondwater, biodiversiteitsafname in onze leefomgeving en nu dus de stikstofdepositie in de natuur en het veroorzaken van longpatiënten tot in Scheveningen. De landbouwpraktijk uit het heden en verleden heeft invloed op al deze problemen. De mate daarvan wordt uitvergroot doordat die van de nodige andere factoren in onze op consumptie en mobiliteit gerichte samenleving weggecijferd. De causaliteit wordt daardoor vaak te eenzijdig bepaald. Dat heeft invloed op de beeldvorming, stembusresultaten en dus op het politieke beleid. Ik durf rustig te stellen dat daardoor gestapeld wanbeleid is ontstaan, waarmee boeren worden beperkt in het gezond houden van bodem, dier en biotoop, en waar natuur en gezondheid niets mee opschieten.
Een deel van het probleem wordt nu bij de supermarkten neer gelegd, zowel door uw collega’s als die van mij. Daarmee is een gemakkelijke zondebok gevonden, die afleidt van de grote roze olifant in de kamer. De Europese Commissie sluit handelsakkoorden met velerlei landen waarin de concurrentiepositie van de Europese landbouw worden uitgewisseld tegen geopolitieke macht en de export van andere fysieke producten en de diensten uit de EU. Denkt u aan pluimveeproducten uit de Oekraïne, GMO-maïs, GMO-soja, vlees uit Noord- en Zuid-Amerika en landbouwproducten met hoge residuniveaus van bestrijdingsmiddelen die hier verboden zijn. Als u dat toelaat, kan de Europese boer niet verder en wordt uw Green Deal zinloos.
Als de Europese Commissie van haar eigen landbouwsector af wil en liever voedsel wil importeren, dan moet u dat zeggen. Het is namelijk de consequentie van de doelstellingen van uw Green Deal voor de landbouw in de EU. Grote delen van de EU kunnen niet concurreren met andere delen van de wereld. Daarom vrees ik een terugval naar ons koloniale verleden waarin wij Europa slavenvrij verklaarden, maar overzees alles en iedereen uitbuitten. Laten we het mogelijk blijven maken om hier eten te maken dat betaalbaar blijft en voldoet aan onze eisen. Daar zijn het het milieu, de natuur, de biodiversiteit, de dieren en bevolking in Zuid-Amerika mee gediend.
Daarom stond ik op 1 en 16 oktober op het Malieveld en ben ik bereid om nog veel verder te gaan. Ons ideaal van duurzaamheid, mensen en dierenwelzijn, milieu, biodiversiteit zou voor elk in Europa geconsumeerd product moeten gelden en niet enkel voor het in de EU geproduceerde. Graag verzoek ik u: neem die gedachte serieus en maak haar onderdeel van uw Greendeal en Farm to Fork. Ik ga er graag verder over met u in gesprek.
Met de meeste hoogachting,
Martinus Kroon,
Abbenes
Op 30 december krijg je nieuwe kado-artikelen.
Als betalend lid lees je zoveel artikelen als je wilt, én je steunt Foodlog
Ik kan me de positie van Martinus Kroon heel goed voorstellen. Geen regulering door de overheid, laat de markt haar werk doen en sluit de grenzen voor 'inferieure' voedselimport. De sterke ondernemers met producten waar vraag naar is blijven over, de rest heeft het nakijken.
Toch sluit ik me aan bij de inbreng van Niek Koning en Hendrik Kaput.
In die vrije Europese markt blijft voedsel eenvoudig op zoek naar de laagste prijs. Om de negatieve gevolgen daarvan voor ecologie, diergezondheid, voedselveiligheid en dierwelzijn, landschap etc. te verzachten, zullen overheden hun toevlucht (blijven) zoeken naar ad hoc ingrepen, zoals de Duitse landbouwminister Julia Klöckner die een reclameverbod wil voor goedkoop vlees. Hinken op twee gedachten: wel de vrije concurrentie omarmen, maar vrolijk de markt verstoren als dat in de politiek-maatschappelijke tijdgeest zo uitkomt.
Ook nu (en dat deden de Romeinen zelfs al) is de voedselmarkt overigens vergeven van wettelijke vereisten aan de productie, opslag en distributie. Daarin storen me twee dingen: het zijn allemaal geïsoleerde en instrumentele detailregeltjes die geen of nauwelijks samenhang vertonen en waarmee de overheid op de stoel van de ondernemer gaat zitten. Daarnaast staan ze niet nadrukkelijk in dienst van een visie op onze toekomstige voedselvoorziening en een dienovereenkomstige strategie.
Er is in mijn beleving nog een belangrijke reden om te gaan voor de ideeën van Niek Koning. Dat is niet zozeer een economisch, maar meer een maatschappellijk argument: ik voorzie dat het de vrije markt niet zal lukken om het publieke vertrouwen te winnen in de zorg voor natuur, landschap, dierwelzijn etc. De markt zadelt zichzelf op met deze 'zachte' doelstellingen en blijft voortdurend (terecht of onterecht) exclusief aangesproken worden op vermeende misstanden.
De vrije markt in andere woorden vergroot de kloof tussen boeren en burgers, waar m.i. juist het besef moet groeien dat voedselproductie een gezamenlijke verantwoordelijkheid is van boeren, burgers (consumenten), overheden, ketenpartners en maatschappelijke organisaties, met gedeelde noties over een optimale (Breman!) productie van voedsel. Daarvoor is het nodig gezamenlijk ook offers te brengen. Ik zie het bedrijfsleven dat niet bewerkstelligen.
Er zijn, bedrijfsmatig, twee voorwaarden voor een mooie toekomst (voor zover die te overzien is):
1. Ondernemen in een groeiende markt
2. Daarin een dominante speler zijn.
Wat betreft de boeren gaat het in 2 mis. Zelfs FrieslandCampina (nadat de laatste 20 jaar alles met elkaar gefuseerd is) kan geen vuist maken. Ze hebben ook niet echt invloed op de totale bedrijfsvoering.
De enige oplossing voor de "Oligopsony" is marktmacht creëren. Een handvol aanbieders van 10 miljard. Zoals dat in elke andere markt ook plaatsvindt.
Goede brief; hoop dat Timmermans reageert.
Marco, ik ben een tevreden boer...... en dat al 38 jaar lang.
#73 Henric, eens dat die werknemers druk van de arbeidsmarkt af zouden kunnen halen. Vraag mij af of de economische toegevoegde waarde instant blijft