Den Ouden schrijft:
In een artikel dat op zaterdag 14 februari jl. verscheen in Volkskrant-bijlage Vonk pleit auteur Gustaaf Haan voor een ommekeer in het debat over duurzaam voedsel: het moet niet gaan over wat al goed gaat, maar veeleer over wat er nog níet goed gaat. Duurzaamheid als norm, en niet als uitzondering. Dit uitgangspunt klinkt de FNLI als muziek in de oren. Het pleidooi van Haan om labels op ‘onduurzame producten’ te plakken loopt echter vast op twee hardnekkige misverstanden. Namelijk dat voedselproducten met een bepaalde claim of keurmerk duurzaam zijn en de rest niet. En de aanname dat (on)duurzame producten überhaupt bestaan.
1. Duurzame of onduurzame voedselproducten bestaan niet, er bestaan alleen meer of minder duurzame productieprocessen.
Verduurzaming van voedselproductie is het continue proces van verbetering van milieuprestaties, sociaal-ethische omstandigheden en economische resultaten in het gehele productieproces en de gehele keten, om in de toekomst voedsel te kunnen blijven produceren. Het berekenen van de footprint van een product kan helpen in dit verbeterproces, maar een focus op het eindproduct is zinloos: het is in het productieproces waar verbetering moet plaatsvinden. Bovendien: wat we nu heel duurzaam vinden, is morgen wellicht al niet meer duurzaam genoeg.
2. Een productclaim of keurmerk staat niet gelijk aan duurzaamheid, en duurzaamheid staat niet gelijk aan een keurmerk.
Keurmerken zijn uiterst nuttige instrumenten om te laten zien en borgen dat producten aan bepaalde bovenwettelijke duurzaamheidseisen voldoen. Elk keurmerk dekt met zijn specifieke set aan eisen een stukje af van het brede duurzaamheidspalet: eerlijke handel, dierenwelzijn, milieuvriendelijke teelt, etc. Voor elk van die stukjes duurzaamheid zijn dan ook nog eens vele verschillende benaderingen: eerlijke handel volgens keurmerk A, B of C, en volgens bedrijf X, Y of NGO Z. Er is geen enkel keurmerk dat het gehele palet afdekt en dus garant staat voor een 100% ‘duurzaam’ product. Voor heel veel duurzaamheidsaspecten, (zoals energiebesparing, milieuvriendelijke verpakkingen, hergebruik van reststromen, maatschappelijke betrokkenheid) bestaat helemaal geen keurmerk of productaanduiding.
En laten we vooral niet vergeten dat met de strenge Europese en Nederlandse wetgeving veiligheid en kwaliteit van voedsel al lang de norm ís. In een markt waarin consumenten veelal ‘goedkoop’ als norm zien, is het niet meer dan logisch dat producenten bovenwettelijke inspanningen etaleren op en rond hun product, om zich hiermee te onderscheiden in het winkelschap, en om hun investeringen in duurzaamheid te kunnen terugverdienen.
Kortom, de FNLI onderschrijft de boodschap “verduurzaming als norm, niet als uitzondering” van harte. De levensmiddelenindustrie is dan ook al jaren bezig met het integreren van verduurzaming in productieprocessen en ketens: afvalreductie, energiebesparing, vermindering van emissies, verbetering van samenwerking met leveranciers en afnemers, verbetering van teeltmethoden, verbetering van diergezondheid en dierenwelzijn, toegang behouden tot grondstof- en afzetmarkten.
Zijn we dan klaar? Nee, nog lang niet! Met verduurzaming zijn we nooit klaar. Maar in plaats van bedrijven op constructieve wijze te stimuleren tot versnelling van verduurzamingsprocessen, zijn veel media en maatschappelijke actiegroepen geneigd tot simplisme en symboolpolitiek, zoals het plakken van stickers op ‘slechte producten'. Dit soort acties verhitten het maatschappelijk debat over duurzaamheid, maar verarmen en vertragen het ook. Olie op het vuur, in plaats van boter bij de vis.
Wie verduurzaming serieus neemt en streeft naar continue verbetering in productieprocessen en -ketens vindt de levensmiddelenindustrie volledig aan zijn zijde. Maar verduurzamingsprocessen zijn lastig, taai, complex. In plaats van een prijsvraag voor ludieke termen voor onduurzaamheid, is de sector meer geholpen met uw ideeën over hoe we onze ketens nog schoner, eerlijker en socialer maken.
Fotocredits: Philip den Ouden, FNLI
Op 30 december krijg je nieuwe kado-artikelen.
Als betalend lid lees je zoveel artikelen als je wilt, én je steunt Foodlog
Nog even terug naar "de strenge Europese en Nederlandse wetgeving veiligheid en kwaliteit van voedsel" die "al lang de norm ís". Die regelgeving is een lobbyproduct van kapitaalkrachtige belangengroepen, lees de voedings en agrochem industrie. Hun primair belang is ROI (return on investment), de gezondheids en milieu eisen zijn daarbij een verkoopbelemmering. Met goedkoop korte termijn en single issue onderzoek worden gezondheids en milieu-eisen geminimeerd. Lees de kranten en zie telkens weer hoe dat werkt (meestal in de terugblik op schandalen). Duurzaam zijn alleen die technologieen die nog minstens vijf generaties lang, wereldwijd, voor en door alle mensen toegepast kunnen worden. Die 'slavernij'vrij en ecosysteemvriendelijk zijn. Die geen kosten externaliseren en ook geen uitstoot van gifstoffen opleveren. Daarmee is de weg naar een duurzame samenleving nog lang niet gegaan. Nu belasten de genoemde lobbygroepen, via de kwaliteits normen van hun 'wetenschappelijke commissies', het milieu, de gezondheid en de belastingbetalende burger, via afwentelingen; ten behoeve van 'de economie' (je weet wel). Ik pleit dus voor minder massaliteit en meer kwaliteit, minder wilde groei en meer weloverwogen rijping - met het oog op de lang duur.
Eet de grond gezond! Ha, ha, ha, ha!!!! Daar heb je hem weer. Als ik niet beter wist zou ik er blij van worden.
Philip den Ouden stelt centraal in zijn betoog: En laten we vooral niet vergeten dat met de strenge Europese en Nederlandse wetgeving veiligheid en kwaliteit van voedsel al lang de norm ís. Het is mede díe norm die maakt dat bodemerosie wereldwijd hét grootste landbouwproduct is. Alleen al daarom is het pleidooi van Gustaaf de Haan bewustzijn wekkend en verantwoordelijkheid oproepend. Kijk verder dan alleen de prijs van je voedsel. Eet de grond gezond! [om maar iets te noemen].
Even los van de argumenten ben ik het wel eens met de stelling van Philip Den Ouden dat de campagne in de Volkskrant niet veel zal bijdragen in de gehele verduurzaming van ons voedsel.
Waar ik het met de actie van de Volkskrant wel eens ben, is het aanpakken van marketingtaal op de producten. Dat is precies wat mij uit de supermarkt gedreven heeft in het verleden en waar de supermarkt zelf keuzes kan maken om wel transparanter te zijn.
Toevallig kwam ik van de week bij mn online boer 'nieuw' sap tegen: appel-sinasappel-mango-sap.
Dat bleek gewoon een transparantere omschrijving van het sinaasappel-mangosap te zijn. (waarvan ik al tijden wist dat het voor het grootste deel uit appelsap bestond)
Dat 'nieuwe normaal' kan een supermarkt dus zo invoeren 'als ze er het lef voor hebben'.