Die ongezonde consumptie treft natuurlijk vooral de lager opgeleide medemens. Die gaat gemiddeld zes jaar eerder met een Red Bullpetje op de kist in en is al 20 jaar eerder chronisch ziek.
Hebben we daar als hoger opgeleiden boodschap aan? Dat denk ik wel.
Zoute pizza met duur water
Als de lager opgeleiden langer gezond blijven leven, dan hoeven wij minder te werken. We betalen immers met z’n allen voor hun zorg. Bovendien kunnen vitale ouderen ook nog op allerlei manieren meehelpen de samenleving gesmeerder te laten draaien en daarmee de werkdruk van jongeren te verlichten.
Wij hoog opgeleiden redden ons wel, maar maken het de lager opgeleiden te moeilijk door niet het goede voorbeeld te geven. Ook ik drink Cola en eet vlees, zij het stukken minder. In het universiteitsrestaurant van de Vrije Universiteit is bronwater duurder dan die halve liter cola in de bonus bij een te zoute pizza. Gratis tapwater is nergens te vinden terwijl het eigenlijk niet alleen aan de VU maar ook in de horeca wettelijk verplicht moeten worden.
Vitamine D smeren
In KRO's Broodje Gezond heet margarine gezonder dan roomboter omdat er minder verzadigd vet in zit. Margarine is ooit begonnen als goedkoop smeersel voor de armen. In 1961 met het Margarinebesluit kreeg het product status door de toevoeging van vitamine D. Analoog aan het verplichte jodiumzout in brood, voorkomt het een deficiëntie in de winter. In onze multiculturele samenleving wordt nu iedereen - donker, blank en bedekt - gered van een tekort aan vitamine D. Als je het spul maar smeert; over de 'gezonde' vetten in het smeersel had men het toen niet. Ten onrechte.
Verborgen maatschappelijke kosten
Op die gezonde ‘boter’, zoals we margarine in Nederland zijn gaan noemen, kom ik hieronder terug. Eerst iets anders.
Het is tijd om activistische advocaten als Bénédicte Ficq de verborgen maatschappelijke kosten van consumptie waartoe dit soort mensen aanzet aan de kaak te laten stellenVindt u het redelijk dat de aandeelhouders van Heineken 20 cent netto dividend krijgen per kratje en de samenleving €25 moet ophoesten? Een voormalig lid van mijn oude Lionsclub zit al jaren met Korsakov in een zorgcentrum. Gezellig die sociale alcohol teambuilding van de elite bij hockey en onze studentencorpora. Dacht u dat u later nog pensioen te besteden hebt als uw ABP in niet-duurzame bedrijven belegt, die de lijken in de kast voor later bewaren. Nee, we hebben een schokeffect, een Softenon-knock-out onder de gordel nodig.
Voedingsmiddelen-marketeers hebben immers de opdracht meer, maar helaas vaak ongezonde omzet te genereren. Het zijn in feite de woekerpolissenverkopers van de levensmiddelensector. Wist een artsenbezoeker van Organon in de vorige eeuw dat Premarin, een hormoonsubstitutiebehandeling voor vrouwen in de overgang, wel kankerverwekkend was? Nee, maar mijn moeder en haar beste vriendin uiteindelijk helaas wel. Of neem een schoolbestuur, dat met een frisdrankautomaat €10.000 verdient, maar de samenleving met het tienvoudige aan kosten opzadelt omdat 'iedereen dat nu eenmaal zo doet.’ Het is tijd om activistische advocaten als Bénédicte Ficq de verborgen maatschappelijke kosten van consumptie waartoe dit soort mensen aanzet aan de kaak te laten stellen.
Ongezonde voeding is immers een sluipende massamoordenaar die zich financieel niet kan beheersen en daarom zijn ethiek aan de dijk heeft gezetHiroshima en Nagasaki
We moeten ervoor zorgen dat de fouten van het verleden geen garantie zijn voor een miserabele toekomst van met name de zwakkeren in de samenleving. Ongezonde voeding is immers een sluipende massamoordenaar die zich financieel niet kan beheersen en daarom zijn ethiek aan de dijk heeft gezet.
Het is onverantwoord om zo'n gluiperd vrij zijn gang te laten gaan terwijl hij het vooral heeft gemunt op jonge en lager opgeleide mensen die geen weerstand kunnen bieden aan het Marshmellow-effect.
Een voorbeeldje: Little Boy en Fat Man, de atoombommen op Hiroshima en Nagasaki, zorgden samen voor ongeveer 250.000 doden. Hoeveel doden denkt u dat er vielen door de margarine uit de vorige eeuw, die voor 40% uit transvetten kon bestaan?
Neem even de tijd om er even over na te denken.
Discreet misgelopen Nobelprijs
Ik kom terug op die gezonde margarine. Natuurlijk zijn we trots op het duurzame Unilever van Paul Polman, die zelfs door de Paus wordt ontvangen. Ook ik was trots toen ik 1 april 1990 bij Unilever Research mocht beginnen. Unilever maakte rond 1995 zijn margarineportfolio vrijwel transvet-vrij. In 2006 blikten Onno Korver, voormalig directeur van het Unilever Health instituut, en Prof. Martijn Katan (WUR en later VU) in een review tevreden terug op hun samenwerking die zorgde voor een levensreddende reductie van transvetten in voeding wereldwijd. In Nederland scheelde dat alleen al voor margarine liefst 1.500-5.000 doden per jaar. Wereldwijd zorgt het jaarlijks voor een vette atoombom aan doden minder.
Aan deze mogelijke Nobelprijs voor (Preventieve) Geneeskunde kleven een paar smetten. De zorgwekkende resultaten van Martijn Katan en zijn promovendus Ronald Mensink waren al in 1990 bekendAan deze mogelijke Nobelprijs voor (Preventieve) Geneeskunde kleven een paar smetten. De zorgwekkende resultaten van Martijn Katan en zijn promovendus Ronald Mensink waren al in 1990 bekend. Waarom Unilever toch wachtte met de verwijdering tot de publieke druk door andere studies in 1992-1994 verder opliep? Waarom werden de transvetten in margarine in een project onschuldig Paddington gedoopt, discreet verwijderd?
Waarom gewacht?
Martijn Katan moest de verwijdering zelf maar uitvinden door de labels bij te houden in de supermarkt. Wist u overigens dat Katan al in 1985 contact zocht met Unilever. Het bedrijf verdiende honderden miljoenen per jaar aan zijn margarines. Waarom moest die goedkope en kleine elegante studie van Katan aan de WUR tot 1990 wachten om effect te sorteren?
Kijken we nog iets verder terug, dan lezen we in een uitspraak van de Reclamecodecommissie uit 2011 dat in de eerste Becel in 1960 nog 7% transvetten zaten en dat die in 1962 al waren verwijderd. Waarom wel in Becel maar niet in andere margarines? In Cholesterol and Beyond, The research on diet and coronary heart disease, 1900-2000 van A.S. Trustwell vond ik een referentie naar een publieke studie van Unilever (Vergroesen, 1973) dat transvetten cholesterol verhoogden.
Wat was er nog meer intern bekend?
Waarom geen verder grondig onderzoek, waarbij ook HDL werd meegenomen? Transvetten in margarine konden immers tot 40% van het gewicht van margarine uitmaken. Waarom werd het percentage cholesterol verhogende transvetten buiten de ratio meervoudig onverzadigd/verzadigd vet gehouden? Het wordt pas heel wrang als blijkt dat H.M. Sinclair in 1956 al een indrukwekkende hypothese over dodelijke mechanismen van de transvetten neerlegt in een ingezonden brief aan The Lancet (270: 381-383).
'Ons ben zuunig'
Sinclair zag er een belangrijke oorzaak van de toename aan hart- vaatziekten in de Westerse wereld in. Hij noemt transvetten, die ontstaan bij de harding van goedkope plantaardige oliën, onnatuurlijke vetten. Waarom zijn ze onnatuurlijk? Ze komen niet van nature in fosfolipiden voor en hebben dus zeer zeker geen evolutionair voordeel, maar zijn wel lekker goedkoop. Ons ben zuunnig, zegt Zeeuws Meisje.
Martijn Katan en Onno Korver zijn ongetwijfeld te goeder trouw, hoogstens wat naïef en hebben onvoldoende doorgepakt in hun bronnenonderzoek. De onbekende senior Unilever manager, die Onno Korver aanhaalt op de DVD bij het boek “Successen van Preventie (1970-2010) van professor Mackenbach, is wellicht wat minder naïef, als hij naar Korver uithaalt: “Waarom heb je in hemelsnaam die studie laten doen!?” In Nederland ging de sterfte door transvetten na het geslaagde project Paddington gelukkig toch nog snel omlaag.
Margarine-cashcow
In de VS gebeurde dat door allerlei lobby’s veel langzamer. Dat zorgde daar voor 30.000 -100.000 onnodige doden per jaar. Had Unilever direct een totale publieke recall van zijn dodelijke, transvette margarines gedaan, dan was de impact wereldwijd geweest. Was dat zelfmoord voor de margarinepoot van Unilever geweest? Andere sterke merken (neem Brinta en de Salmonella-besmetting uit 1994) zijn echter ook na recalls sterk teruggekomen. Ontbrak het bij Unilever toen een verantwoordelijke leider en regeerde vooral shareholders value bij het melken van de margarine-cashcow?
Daarmee is de introductie van nutraceuticals een Russisch roulette gewordenOnafhankelijk onderzoeksgeld nodig
Wie de slachtoffers op innovatieve weg naar vooruitgang wil voorkomen, moet aan de noodrem trekken. Onnodige rampen zoals de transvetten of de obesitas-tsunami door versuikering van onze voeding zijn te voorkomen door de voedingsindustrie open kaart te laten spelen. Dat kan door onderzoeksinstellingen van een forse pot onafhankelijk onderzoeksgeld te voorzien. Nu gebeurt het omgekeerde. Eén à twee procent van de omzet gaat naar onderzoek waar mede universiteiten van moeten leven. Daarmee is de introductie van nutraceuticals een Russisch roulette geworden, terwijl zelfs de farmaceutische industrie (met 15% R&D budget) - neem Merck met Vioxx - al regelmatig mis schiet.
Ik denk dan ook dat het tijd is voor een Waarheidscommissie naar Zuid-Afrikaans model, waarbij de oude zonden worden opgebiecht, bedrijven, wetenschappers en publiek van elkaar leren en elkaar ook vergeven - op voorwaarde dat het voortaan anders gaat.
PS: En Tiny - Prof. Tiny van Boekel van de WUR -, sta je nog steeds achter je stelling dat processed foods, neem de margarine uit het verleden of ons versuikerde en gezouten eten, gezond zijn of wil je de Waarheidscommissie deelachtig maken van jouw ervaringen en oordelen daarover?
Op 31 oktober krijg je nieuwe kado-artikelen.
Als betalend lid lees je zoveel artikelen als je wilt, én je steunt Foodlog
Mooi dat Unilever naar Rotterdam komt, is de doofpot nog open te krijgen,
Deficiency of essential fatty acids and atherosclerosis, etcetera.
H.M. Sinclair in The Lancet 381 -383, 7 april 1956
Page 381:
Experimental results: Cholesterol deposition in rats on a fat-free diet
(Top second column)
Thirdly, the cholesterol might be esterified with unusual fatty acids and might therefore be less readily disposed of from tissues.
Line 27 (3) on diets high in saturated or unnatural fatty ( = transfats) acids
Sinclair hypothesizes that cholesterol can be esterified by unusual fatty acids. (unusual in this aspect is also the abnormal amount, parallels with too much 1,6 omega linoleic acid) This part of the article reflects to results obtained on a fat free diet, but the analogy with unnatural transfats is obvious
(3) on diets high in saturated or unusual fatty acids and low in E.F.A.
Vegetable oils, in many cases rich in E.F.A., are hardened by hydrogenation : margarine
and shortenings are produced by hydrogenation of cottonseed and soybean oil, some peanut-oil, and certain other oils ; during this hydrogenation much of the E.F.A. are destroyed and unnatural trans fatty acids are formed. Unnatural fatty acids are formed not only during hydrogenation but also during the practice of deep-frying.
The concern of Sinclair is obviously about transfats.
Pag 382 First column
The hypothesis about E.F.A. deficiency by Sinclair was incorrect but the mechanism that cholesterol esterified by saturated fatty acids or unnatural fatty acids is less easily disposed of seems possible.
Page 383 second column:
Coronary Thrombosis
I
Phospholipids are increased in the serum of persons with acute myocardial infarction, and if this compound contained unusually saturated or abnormal fatty acids, it would be expected to persist in serum for a longer time and might therefore be a factor in causing thrombosis, whether coronary or cerebral, in persons with atherosclerosis which I have concluded above may well be caused by cholesterol esterified by with abnormal fatty acids. Eighteen months ago, when we had obtained some evidence of the production of abnormal compounds I called attention to the correlation in this country between the dietary intake of vegetable fats and deaths from coronary thrombosis.
" I believe the answer may be that the level of total dietary fat is related to atheroma,
but that the level of dietary vegetable fat is related to clotting upon atheromatous plaques, and hence to coronary thrombosis." In general it is the vegetable fats that are hardened and may give rise to abnormal phospholipids.
Page 383
What matters in atheroma is, I believe, the amount and structure of the dietary fatty acids. (the same appears true for th overdose of 1,6 omega fatty acids in the firs diet margarines).
Need for Research
… Dr Sinclair has not been able to continue his research into the deposition of unusual cholesteryl esters due to ninth etc. move of his department.
His purpose in sending his speculations is to try to help to prevent the devastating and usually increasing mortality in highly civilised countries from atherosclerosis and its sequelae.
Conclusions
“and increasingly rich in more saturated fatty acids and unnatural fatty acids.
This disastrous change (in dietary fatty acids ) arises partly from processes of manufacture such as the hardening of fats
6) If further experimental work gives any support to these broad conclusions steps should be taken to increase the dietary content of polyethenoid fatty acids and perhaps to decrease the content of unnatural fatty acids.
In 1956 Sinclair was extremely worried about the disastrous change in dietary fatty acids. In the years after it seems that Unilever was very aware but followed his recommendations only for diet margarine Becel (launched with 7% unnatural transfats in 1960) and all transfats eliminated in 1962. Why took it so long (1990) to test transfats in a proper trial and took it so long (1995) to eliminate transfats from margarine?
Why did not Prof. Martijn Katan not refer to this ominous warning in 1956 “this disastrous change” in his 1990 paper or in his glorious looking back at his scientific breakthrough with the former director of the Unilever Health Institute, Dr. Onno Korver in 2006? Did he miss it in 1990? Trustwell mentioned the paper in Sinclair in 1999
I have asked Prof Martijn Katan
Quote from his email van 29 augustus 2017
1. ‘oude kennis over de ongezondheid van transvetten’
Inderdaad werd door Mary Enig en Fred Kummerow al vroeg betoogd dat transvet ziekten veroorzaakte. Met name Enig’s claim dat transvet kanker veroorzaakte trok de aandacht. Sinclair 1956 is minder relevant, zijn bezwaar was vooral dat harding van olien de hoeveelheid linolzuur verminderde en zo bijdroeg tot EFA deficiëntie; Sinclair speculeerde dat EFA deficiëntie vele soorten chronische ziekten veroorzaakte. (Dat bleek onjuist.)
Probleem was echter dat Enig en Kummerow geen harde bewijzen hadden. Daarom konden er op hun claims geen beslissingen voor voorlichting of beleid worden gebaseerd. Voor elk bestanddeel van voedsel zijn er immers wetenschappers te vinden die betogen dat we er minder (of meer) van moeten eten, en andere wetenschappers die dat tegenspreken. Zie de discussies over vermindering van zout, de heilzame werking van vitamine D, linolzuur etc.
Stapt Prof. Martijn Katan hier niet al te gemakkelijk over het feit heen dat het vrij logisch is dat onnatuurlijke hoeveelheden van een vetzuur ongezond zullen zijn en dat Unilever c.q. de overheid stappen hadden moeten nemen, gezien ook de minimale kosten van het onderzoek i.v.m. bijv. het marketing budget voor Blue Band (25 miljoen gulden per jaar) of de maatschappelijke kosten van de sterfte door transvetten (1-2 miljard gulden per jaar alleen al voor Nederland in de vorige eeuw)
Instellingen zoals de Gezondheidsraad of de American Heart Association laten daarom door groepen experts met uiteenlopende deskundigheid de volledige literatuur analyseren en conclusies trekken over wat er is bewezen en hoe hard die bewijzen zijn. Tot aan onze publicatie in 1990 waren de enige solide experimenten over transvet de studies van Keys en van Vergroesen (= studie van Unilever, vond wel een verhogend effect, er kwam geen follow-up en ondanks het cholesterol verhogend effect werden bij marketing transvetten niet bij de verhouding meervoudig onverzadigd verzadigd vet meegenomen. Prof. Martijn Katan’s commentaar in deze bij tv-interviews, de industrie moet toch centjes verdienen, is in deze luguber), die beide een licht cholesterol verhogend effect toonden, en die van Mattson, die geen effect op cholesterol vond. Op grond daarvan werd transvet als minder schadelijk beschouwd dan verzadigd vet. Onze studie riep daarover twijfels op, maar één studie is onvoldoende. Wij hebben daarom zelf een tweede, anders opgezette studie gedaan, collega’s in andere landen deden ook experimenten en tegen 1995 stond redelijk vast dat transvet LDL verhoogt en HDL verlaagt.
In 1993 publiceerde Willett de eerste studie die een associatie met hartinfarct vond. Dat werd in 1997 bevestigd in Finland en in 2001 in Nederland. Vanaf 2001 werd daarom vrij breed aanvaard dat transvet het risico op hartinfarct verhoogde.
2. transvet in Becel
Ik weet niet waarom Becel geen transvet bevatte. Merk op dat het Britse equivalent, Flora, wel wat transvet bevatte. Mogelijk een technologische kwestie.
3. ‘de keuze van Unilever om zijn gewone margarines niet toen al transvetvrij te maken’
Ik begrijp niet wat u hiermee bedoelt. Zolang een levensmiddelenfabrikant zich aan de wet houdt staat het hem vrij minder gezonde producten te verkopen, bijvoorbeeld wijn, bier, vruchtensap, frisdrank, worst, kaas of roomboter. Unilever claimde niet dat zijn harde margarines ‘heart-healthy’ waren, wie dat wilde kon voor Becel kiezen.
4. ‘dat Unilever na Martijn’s “ontdekking” van 1990 pas in 1995 onder druk van de publieke opinie tot actie overging
Zoals ik hierboven aangaf was Unilever er juist vroeg bij. Hun initiatief stuitte dan ook op verzet van andere fabrikanten.
Ik wist niets van dit initiatief, ik merkte het pas toen ik in de AH in Wageningen de labelling van Blue Band bekeek. Maar ‘druk van de publieke opinie’ lijkt me als drijfveer onwaarschijnlijk. In Europa, en met name in Nederland, was er weinig ophef over transvet. Mijn speculatie is dat de Board van Unilever inschatte dat transvet op termijn een issue zou kunnen worden en dat ze er maar beter meteen af konden wezen. Maar dat zijn speculaties. Het leek mij een mooi voorbeeld van ‘verlicht eigen belang’, net als de huidige duurzaamheidspolitiek van Unilever. Doing well by doing good, heet dat.
Mijn conclusie is dat Prof. Martijn Katan onvoldoende recht doet aan het verband dat Sinclair legde tussen de consumptie van onnatuurlijke hoeveelheden aan transvetten en de stijging in hart en vaatziektes en dat een aanvulling van zijn artikels in 1990 en 2006 op zijn plaats is. Sinclair was op de goede weg, hij rook als eerste bloed en daar mag hij de volle credit voor krijgen.
Nog een aanvulling: Unilevers margarine kon met de goedkope geharde plantaardige vetten ook in warme landen zonder gekoelde distributie succesvol de competitie aan met lokale producten zoals ghee.
Hier alsnog de link naar het bedoelde boter/margarine artikel
En daarom snap ik best dat mensen vragen hebben bij de aanstelling van Mevrouw Feunekes, ex directeur Unilever, als directeur Voedingscentrum. Onderstaand denken zit toch wel in de genen dan. En let vooral op het antwoord van VC: iets met een Marrokaan.
Leest Paul Polman nog steeds mee? Dat dit nog kan!