We vergeten het soms maar voedsel staat centraal in het leven. Het is meer dan spul wat in pakjes op de schappen tussen nog meer spul staat. Als we ons voedsel niet begrijpen, begrijpen we de aarde waarop we leven ook niet. Maar wie leert het stadse kind nog waar eten vandaan komt en wat gezond voor je is? In sommige gezinnen nemen de ouders deze taak goed op zich. Maar sommige kinderen krijgen van huis uit geen kennis over voedsel mee. Hoe kunnen we van die kinderen verwachten dat zij weerbare consumenten worden die ook nog eens beslissingen nemen die goed zijn voor de wereld?
Gelukkig zijn er een aantal educatieprogramma’s in het primair onderwijs die kinderen een voedselervaring meegeven. Die ervaring is meer waard dan drie lesboeken. Geuren, smaken en kleuren maken een levenslange indruk. Als je op een boerderij bent geweest, dan weet je hoe de dieren erbij lopen, hoe ze voelen en hoe ze ruiken. Je weet hoe verse melk smaakt en hoe de grond ruikt als je er een wortel uittrekt. De kans dat je de discussie over de veehouderij begrijpt, begrip hebt voor de boer en een persoonlijke band opbouwt met je voedsel is veel groter als je bij de bron bent geweest. Schooltuin en boerderijeducatie projecten geven kinderen deze ervaring.
Boerderijeducatie in Amsterdam is in 2007 gestart in samenwerking met verschillende Agrarische natuurverenigingen rond de stad, het Amsterdams Natuur en Milieu Centrum en de Stichting Educatief Platteland. Al 500 groepen van het Amsterdamse basisonderwijs werkten de afgelopen jaren een dag mee op een boerderij. Het project wordt als volgt omschreven: “Doel van het bezoek is dat kinderen de relatie leggen tussen het boerenwerk en het dagelijkse eten op hun bord. Op dit moment zijn er een kleine 300 bezoeken afgelegd. Het Amsterdamse project past bij de toenemende belangstelling voor boerderijeducatie. Het is een manier om jeugd door directe ervaringen een beter en reëler beeld te geven van de landbouw, de natuur en hun omgeving. Boerderijeducatie kan de band van jeugd met de landbouw en de groene omgeving versterken, groen bewustzijn bevorderen, bijdragen aan een gezondere leefstijl (gezonder eten en meer bewegen) en overgewicht terugdringen. Ervaringen in binnen- en buitenland laten zien dat boerderijeducatie ook kan bijdragen aan een gezonde ontwikkeling van kinderen door het verhogen van zelfvertrouwen en eigenwaarde en verminderen van gedrags- en sociale problemen.”
Maar helaas! In tijden dat er van alle kanten wordt geroepen dat de afstand tussen stad en platteland moet worden verkleind, dat boeren meer maatschappelijke diensten op zich moeten nemen en dat kinderen steeds meer last hebben van overgewicht (een direct gevolg van een ongezonde relatie met voedsel) heeft de hoofdstedelijke politiek besloten dat er in Amsterdam geen budget meer wordt vrijgemaakt voor boerderijeducatie. Jammer want het project zorgde ervoor dat de afgelopen jaren honderden kinderen uit Amsterdam een boerderij bezochten. De kinderen maakten kennis met het boerenbedrijf en waar voedsel vandaan komt.
Ik pleit ervoor dat dit soort projecten ook ten tijde van economische malaise blijvend wordt ondersteund. Als we willen dat jonge mensen zich blijven interesseren voor de landbouw en dat kinderen een gezonde relatie kunnen opbouwen met voedsel, dan moeten we dit soort projecten omarmen. Niks geen linkse hobby, maar broodnodige educatie voor de generaties van de toekomst. Als we nou echt verstandig zijn zorgen we zelfs dat boerderijeducatie en schooltuinprojecten onderdeel worden van integraal voedselonderwijs waarin ook ruimte wordt vrijgemaakt om kinderen te leren koken en over de gezondheidsaspecten van voedsel te onderwijzen.
Hoe komt het toch dat ´grote mensen´ vergeten hoe belangrijk dit soort ervaringen uit de eerste hand zijn? Hoe kunnen we de Amsterdamse politiek van dit onzalige voornemen afbrengen?
Fotocredits: BasBoerman
Op 2 oktober krijg je nieuwe kado-artikelen.
Als betalend lid lees je zoveel artikelen als je wilt, én je steunt Foodlog
Nuttig of nodeloos? Het is gewoon leuk! We doen het een keer of drie per jaar, kinderen komen met de fiets, planten sla en broccoli met de plantmachine, schoffelen (met de trekker) sla en broccoli, oogsten en eten sla en broccoli. Kinderen zijn enthousiast, genieten, vinden het geweldig te oogsten en "hun" groente mee naar huis te nemen. Ook kinderen die nooit broccoli eten, willen wel hun eigen broccoli, gebakken met geklopt eiwit.
Wij krijgen €100,- per ochtend en vinden het vooral leuk om te doen. Waarschijnlijk wordt het gefinancierd uit de ouderbijdrage, vrijwilligers (ouders) helpen bij de organisatie.
Uurtarief van tuinders? Een collega kwam eens te laat op een vergadering, omdat hij wat langer bij de boekhouder had gezeten. "Ik heb dit jaar €3,50 per uur verdiend, maar ............. ik heb wel vreselijk veel uren gemaakt".
Mijn mening is bekend. Ik ben vooral nieuwsgierig wat de rest van Foodlog vind van de vraag hoe dit soort projecten gefinancierd moeten worden.
"@Samuel, Boy, Goed om te zien dat de boer een uurtarief krijgt. Dat is wel zo fraai." Als je ziet wat er geregeld moet zijn dan ga je er niet voor nop aan beginnen. Maar je moet er niet aan denken dat er één in de mestput dondert o.i.d. .
In ons project waar de subsidie nog loopt is het Boerderij educatie G&V. De constructie is grotendeels hetzelfde. Daarnaast ontvangen we ook wel andere groepen als bso's en bedrijfsuitjes. In overleg wordt er dan een programma in elkaar gedraaid. De kinderen doen dingen als koeien voeren, kippen natekenen, machines herkennen, slootvissen, weidevogels kijken etc. Voor ouderen doen we nog wel eens een workshop kaasmaken erbij en een proeverij, maar vaak ook de basis ;-). Dit alles wordt zijdelings ondersteund door stichting educatief platteland. Die certificeert bedrijven en geeft opleiding. Groepsgrootte bij basisscholen is van 25 tot een bus vol van 45. De organiserende partij zorgt voor de lesmaterialen, subsidieverantwoording, opdrachten en de verantwoording van het lespakket. Het maken van de afspraken over vervoer en ontvangst gaan direct tussen school en boerderij.
En de scholen verwachten inderdaad een gespreid bedje. Dit ook omdat dit bij andere partijen als natuurmonumenten en staatsbosbeheer ook gebruikelijk is.
In het geval van Amsterdam was dat stichting boerenstadswens. Je gaat met een klas dus een stuk of 30 kids. En als we dit belangrijk vinden moeten we het niet aan de klassen zelf overlaten. Dan gebeurt het niet (helaas). Uit de praktijk blijkt dat je het echt heel makkelijk moet maken. Alles moet geregeld zijn en dan gaan scholen dus de boer op.