Onder de titel: de prijs van voedsel is eind september een serie debatten gestart in de Rode Hoed. De Hoed, het CLM en Bert van Ruitenbeek organiseren; Foodlog en de Volkskrant zijn mediapartners. Hoewel ik niet alle avonden heb bijgewoond, kunnen we inmiddels één ding wel vaststellen: het gaat niet over de prijs van voedsel. Terwijl ik nog zo had gehoopt nu eindelijk te weten te komen hoe dit vreemde prijssysteem van ons voedsel in elkaar steekt. En, beter nog, hoe we dat kunnen ombuigen naar een eerlijk prijssysteem waarin het loont duurzaam te produceren? Kennelijk is dat te ingewikkeld. Waar deze serie dan wel over gaat? De waarde van voedsel misschien. Hoewel dat ook gisteravond niet echt de rode draad was. We gingen uitvinden of we – teneinde de volksgezondheid te bevorderen en overgewicht tegen te gaan – consumenten mogen sturen, betuttelen, verleiden of voorlichten. Nu ben ik als bezoeker van zo’n avond best tevreden te stellen als ik iets kan leren, wat kan lachen en een beetje kan kletsen met andere intelligente mensen. Dat kon, dus mij hoor je niet klagen. Maar om nu op deze plek een klare samenvatting te geven en een eindconclusie? Onbegonnen werk.

Jaap Seidell, hoogleraar voedingsleer aan de VU hield een interessant pleidooi voor een sterkere rol van de overheid die, als het om gezondheid van burgers gaat en om overwicht, best wat mag betuttelen en sturen. Immers, de overheid heeft de taak om consumenten te beschermen tegen een ongezond makende omgeving. Consumenten zijn wellicht zelf verantwoordelijk voor hun gedrag, maar hebben veelal niet de kennis of de competenties om daarin sturend op te treden. En een industrie die aan zelfregulering doet? Vergeet het maar. Immers, het bedrijfsleven geeft praktisch al zijn marketingbudget uit aan het bevorderen van ongezond gedrag en verdient dus ook heel veel aan cola, chips en hamburgers. Hoewel de invoering van het Ik Kies Bewust-logo volgens Siedell wel heeft geleid tot minder vetten, suikers in zout in veel voedingsproducten.

De overheid hecht zwaar aan de zogenaamde vrijheid van meningsuiting en de keuze-vrijheid van burgers, zo heet het. Uitgedrukt in kille cijfers is diezelfde overheid echter al jarenlang het gedrag van burgers aan het beïnvloeden, alleen in de verkeerde richting. We subsidiëren immers met belastinggeld de productie van vlees, zuivel, wijn, tabak en zoetwaren. Ook op het gebied van prijs (slecht voedsel kost niks), beschikbaarheid (het is op elke straathoek te krijgen) en marketing (je ontkomt er niet aan in de supermarkt of op tv) sturen we de burger dus wel degelijk al jaren. Alleen de verkeerde kant uit. Daar mag best wat tegenover staan.

Belangrijke potentiele ‘stuurders’ van gedrag zijn natuurlijk de cateraars in Nederland. We geven gemiddeld een kwart van ons voedselbudget uit aan ‘out of home’: catering en horeca. Teun Verheij van cateraar Albron was gevraagd een kijkje in zijn keuken te geven. Feitelijk kreeg hij het podium om een marketingverhaal voor Albron te houden. De cijfers liegen er niet om: met 250.000 consumenten per dag die ze bereiken is Albron een grote jongen onder de cateraars. Maar met een voedselassortiment dat voor gemiddeld 6% uit biologisch bestaat en voor 7.5% uit producten onder Milieukeur, ben ik nog niet zo overtuigd van hun duurzaamheidsambities. Op gebied van gezondheid en bestrijding overgewicht scoren ze iets beter, met serieuze programma’s op scholen om gezond voedsel te stimuleren. Van hun assortiment voldoet 40% aan de normen van Ik Kies Bewust.Albron gaat vooral voor voorlichten en verleiden van consumenten. Voor het bestrijden van overgewicht, zo merkte Verheij terecht op, werkt alleen een integrale aanpak. Als de wethouder in een gemeente niet zorgt dat de frietkraam voor de school verdwijnt, dan heeft het weinig zin gezonde lunches aan schoolkinderen te serveren. Zo is het maar net.

Dick Veerman - de ‘elegante versie van Frits Bolkestein’ volgens Felix Rottenberg - zorgde voor de vrolijke noot. zijn reis naar de jaren ’60 en ’70 in de Tardis tijdmachine kon hij rekenen op veel herkenning in de zaal. Zijn komische beschrijving van de pakjes Saroma (je weet wel, die compleet chemische doe het zelf-pudding), vette worsten en varkensvlees en appeltaart met echte slagroom die we allemaal aten, zorgde voor een schaterlach en verlangende zuchten. Bij mij tenminste wel. Zijn betoog was duidelijk. In de jaren ’70 was er vet en zoet eten en toch waren we slank. Omdat er niet altijd en overal vet en zoet gegeten werd. En we bewogen iets meer. Vanwege het credo ‘massa is kassa’ zijn bedrijven enorm veel eten gaan produceren en ze willen het allemaal goedkoop aan ons opdringen. Wij consumenten moeten ons daartegen verweren, weer zelf overheid worden. Hoe? Niet door de plakkertjes van Ik Kies Bewust te geloven. Wel door het Kijk of het Klopt-systeem te gaan invoeren, ons bewust te worden van wat er in ons eten zit. En ons te realiseren dat een omslag vele jaren kost. “We moeten van elk product een detective maken”, aldus Veerman.

Waarom zo’n avond een debat heet, is mij eigenlijk een raadsel. Na drie presentaties was er nog ongeveer 20 minuten over voor wat vragen uit de zaal. En moesten we nog even een paar heikele punten behandelen als de rol van de consument, de rol van pioniers in het bedrijfsleven en – uiteraard – de rol van de overheid. Een slimme meneer van AgentschapNL vroeg zich af hoe het toch kon dat de kroketten in zijn kantine nog steeds maar € 1,25 kosten en de gezonde salade € 3,25? Anderen pleitten voor het stimuleren van groenten en fruit uit de streek. Samuel Levie van de Youth Food Movement vond dat we consumenten niet moeten verleiden maar opleiden en er was een dame die promoveerde op ‘portiegrootte’. Daar werd ik overigens wel weer heel vrolijk van. Dat je op zoiets kunt promoveren! En er ontstond snel consensus over de invoering van een vleesloze dag. Maar wat dit alles nu met het bestrijden van overgewicht te maken heeft en sturing van de consument? Ik was totaal het spoor bijster. We houden het er maar op dat de overheid best mag sturen, dat bewustwording van consumenten belangrijk is en dat ook cateraars een duit in het goede zakje doen. Gelukkig waren daar de gezonde hapjes van Eric van Veluwen en kun je niet genoeg gelegenheden scheppen waarop slimme denkers en doeners in de voedselwereld elkaar live tegen komen.

Na afloop sprak ik nog even na met Dick Veerman:



Sandra van Kampen werkt bij de Stichting Urgenda. Recent onderzocht ze wat duurzaam eten is door ernaar op zoek te gaan.
Dit artikel afdrukken