Dat is een spectaculaire wending in de beeldvorming van de oermens. Vóór Sorensens onderzoek, verschenen in Nature, werd aangenomen dat de Neanderthaler afhankelijk was van natuurbranden voor zijn kampvuur, dat dan met zorg brandend gehouden moest worden.

Het feit dat de Neanderthaler naar believen over vuur kon beschikken, is van betekenis voor de theorie over zijn voedingsgewoonten. In 2009 publiceerde de Britse primatoloog Richard Wrangham zijn beroemde boek Catching Fire; How Cooking Made Us Human. Daarin beweert hij dat mensachtigen door voedsel te koken veel voedzamer voeding konden bereiden dan wanneer ze het rauw zouden eten. Vlees, vezelige bladeren, knollen en zaden zijn gekookt beter verteerbaar dan rauw. Door dat betere voedsel konden de hersenen zich ontwikkelen. Vuur beschermde ook tegen aanvallers en koude, wat invloed had op de vorming van sociale verbanden, zoals nederzettingen en gezinnen.

De betekenis van Sorensens ontdekking raakt ook aan moderne ideeën over voeding, zoals paleo en raw food. Het idee dat tienduizenden jaren geleden al barbecues werden ontstoken door de primitieve mens, werpt een ander licht op hoe en wat onze voorvaderen aten.
Dit artikel afdrukken