De opleiding Agrarisch Ondernemerschap (richting melkveehouderij) richt zich op het overnemen en ontwikkelen van het gezinsbedrijf. Vakken over veevoeding en bodembeheer dragen bij aan basiskennis die van nut zijn om een melkveebedrijf te runnen. Ook weidegang is ook onderdeel van de opleiding. Past zo'n bedrijfsvoering bij het bedrijf en de ondernemer en wat zijn de voor- en nadelen? Het schrijven van ondernemingsplannen en overnamerapporten leert studenten technisch en economisch naar kengetallen kijken. Het veelvuldig gebruikmaken van de eigen bedrijfsboekhouding geeft inzicht in de bedrijfsvoering en de ontwikkelingen op de lange termijn. De theoretische basis in deze opleiding is goed. Een goede opleiding naar mijn idee welke je voorbereidt op de praktijk van het melkveebedrijf.

Ecologische principes
Ten tijde van de boerenprotesten in Nederland eind 2019, leerde ik in Schotland over ecologie en begon ik de achtergronden van de stikstofcrisis te begrijpen.

Het boerenlandschap en het verdienmodel gaan veranderen
Tijdens het laatste jaar van mijn opleiding volgde ik vier vakken aan het Scotland’s Rural College als invulling van mijn minor. Ik leerde er over ecologie en het belang van biodiversiteit. Stikstof kan ik daardoor niet alleen als bemesting maar tegelijk ook als een vorm van vervuiling zien. Bij het schrijven van een essay over ammoniak, ontdekte ik hoeveel stikstof er in die vorm (NH3) in de lucht en de natuur komt en wat voor effecten dat heeft. De veehouderij zal zich aan moeten passen en misschien wel moeten krimpen om minder nadelig te zijn voor het milieu. Het boerenlandschap en het verdienmodel gaan veranderen. Ik ben er van overtuigd dat boeren en melkproducten maatschappelijk gewenst zijn, maar dat ze een andere rol in gaan nemen.

Nu zijn melkveehouders nog in gesprek met veevoervertegenwoordiger. Straks gaan zij in gesprek met natuurbeheerders en ecologen om een hun verdienmodel te verstevigen. Om dat goed te kunnen doen is basiskennis van ecologie nodig. Een ecoloog als docent; in Schotland zag ik dat het kan. Ik zie er meerwaarde voor de hogeschool in Dronten. Durven zij dit pad in te slaan en een ecoloog aan te nemen?

Landbouwleerdicht van Vergilius en ethiek
Wat is écht belangrijk? Dat is de vraag die ik mijzelf stelde tijdens het schrijven van mijn scriptie over het landbouwleerdicht van Vergilius, de Georgica. De dichter laat in dit leerdicht zien hoe de mens zich tot de natuur verhoudt en hoe hij dit ervaart en onder ogen komt.

In het leerdicht komt naar voren hoe mensen op het platteland verschillen van de mensen in de stad. Stedelingen streven volgens hem niet naar de goede dingen. Ze zoeken roem, macht en genot. Het klinkt veroordelend, maar Vergilius houdt zijn lezers een spiegel voor en stelt hen de vraag wat ze nastreven. De landbouwer ziet Vergilius als het ideaaltype van de hardwerkende en nuchtere man die zijn plaats in de schepping kent.

Ook de Aeres Hogeschool vraagt studenten binnen het afsluitende vak ethiek wat zij écht belangrijk vinden. Ethische dilemma’s in de praktijk en normen en waarden komen bij dit vak ter sprake. Maar is het einde van de opleiding wel het juiste moment om na te denken over wat je als mens nastreeft? Wie die belangrijke vragen eerder stelt, laat studenten anders met het vergaren van kennis tijdens hun opleiding omgaan.

Ik vraag mij af of we als gehele sector niet een beetje bedrijfsblind zijn geworden
Goed doen of beter uitleggen?
Het niet zien van eigen fouten of negatieve patronen in de bedrijfsvoering heet 'bedrijfsblindheid'. Tijdens de opleiding word je er voor gewaarschuwd. Door kengetallen te analyseren en te beoordelen is dat deels te voorkomen. Toch vraag ik mij af of we er als gehele sector niet een beetje bedrijfsblind zijn geworden. We halen het kalf direct weg bij de koe; dat is het beste voor de gezondheid van koe en kalf, dat weet ik ook. Toch is het voor veel mensen van buitenaf een vreemde gewaarwording. Ik twijfel dan wel eens waar ik goed aan doe en ik vind het ook niet altijd zo gemakkelijk uit te leggen. Onszelf de vraag stellen hoe we vee houden en landbouw bedrijven is belangrijk. Het idee dat we als sector alleen maar beter uit moeten leggen hoe goed we het doen houd ik niet zo van. We moeten beter nadenken óf we het goed doen. Ik vind Tjeerd de Groot’ plan om de veestapel te halveren ook te rigoureus en ondoeltreffend. Toch moeten we, lijkt mij, met dergelijke mensen in gesprek kunnen gaan. Beter uitleggen en met de trekker naar Den Haag rijden helpen niet. Dat is letterlijk en figuurlijk een blokkade in het gesprek dat je moet voeren om samen tot een oplossing te komen.

Rentmeesterschap
Het visiedocument Ons IDee van de Aeres Hogeschool beschrijft volgens welke normen en waarden de hogeschool onderwijs verstrekt. Een document dat de lezer het gevoel geeft dat de mens centraal staat binnen de opleiding. Zelf heb ik dat ook mogen ervaren gedurende mijn studietijd. Veel docenten hebben hart voor de zaak en staan open voor persoonlijke vragen en gesprekken.

In het visiedocument komt de term rentmeesterschap aan de orde. Dit wordt uitgelegd als een gezonde balans tussen geven en nemen. Deze balans wil de hogeschool vinden tussen het levensdoel, levensbehoefte en de leefomgeving. Dat deze thema’s belangrijk voor hen zijn, blijkt wel uit het opnemen er van in ‘ons Idee’.

In het voorwoord is rentmeesterschap gekoppeld aan ondernemerschap. Dat voelt voor mij niet kloppend. Het gaat wat te snel. Ondernemerschap is op verschillende manieren te interpreteren en daar zit de crux.

Leidt de hogeschool studenten op tot agrarisch ondernemer of tot rentmeester?
Bij het schrijven van het ondernemersplan wordt gekeken naar de mogelijkheden om grond aan te kopen, het bedrijf uit te breiden of de melkproductie ter verhogen. Meer verdienen is daarin het doel. Het zien van kansen is ook ondernemerschap maar heeft niet altijd direct een hogere winst als gevolg. Hoe ondernemerschap wordt geïnterpreteerd is dan ook van belang, ook voor de door mij gevolgde opleiding.

Duurzaamheid richt zich naar mijn idee op het gezond houden van de aarde en de leefomgeving. Rentmeesterschap gaat daarin verder. Daarin past ook de vraag over balans tussen geven en nemen, over of je het goede doet. Wat heb je als mens nodig om van te leven en hoe wil je leven? Het zijn wilsbesluiten die vragen om een morele benadering.


Van ondernemerschap naar rentmeesterschap
De positie van de boer in de maatschappij en de effecten van landbouw op de maatschappij en de omgeving vragen om meer kennis van ecologie. Een beter en eerlijker verhaal van de boer zullen uiteindelijk ook zorgen voor een beter inkomen. Het idee dat boeren alleen maar beter uit moeten leggen wat ze doen, houdt geen stand. We moeten beter nadenken over wat we doen en wat we nastreven. Zo'n denkproces begint bij uitstek op een hogeschool die boeren opleidt.

Om tot denken aan te zetten lijkt het mij een logische stap om de opleiding die ik volgde, van naam te veranderen. Agrarisch Ondernemerschap maakt dan plaats voor Agrarisch Rentmeesterschap. Moralistisch denken en het zoeken naar balans zouden zo een prominentere plaats krijgen binnen de opleiding dan nu. Het wordt dan de rode draad. Zo kan de Aeres Hogeschool te Dronten het verschil maken in de studenten die de opleiding aflevert.

Leidt de hogeschool studenten op tot agrarisch ondernemer of tot rentmeester? Aeres kan een verschil maken in de toekomst, willen ze dat?

Gedurende 4 maanden liep Chris stage bij Foodlog. Inmiddels zitten zijn studie en stage erop. Een passend moment om terug en vooruit te kijken. Hij is tevreden en ervan overtuigd de basiskennis in huis te hebben om het bedrijf van zijn ouders over te nemen. Maar sluit de opleiding aan bij de maatschappij en het verdienmodel dat we over 10 of 25 jaar zullen hebben? Reden om het er juist nu eens goed over te hebben.

Dit artikel afdrukken