image


Ik hoor de horecaondernemers al morren. De vingertjes gaan al omhoog: dit zijn paracommerciele activiteiten! Wat vinden jullie?

Binnen de gemeenten is de regelgeving rondom het aanbieden van consumpties op agrarische bedrijven onduidelijk. Deze verschillen en onduidelijkheden kunnen worden opgelost door ondersteunende en kleinschalige horeca als normale agrarische verbredingsactiviteit te gaan beschouwen en deze zonder verdere vrijstellingseisen binnen de agrarische bestemming mogelijk te maken. Dat stellen onderzoekers van het LEI. Een theetuin bij de boerderij, een kraampje waar ijs verkocht wordtsteeds meer boerenbedrijven breiden hun onderneming uit met dit soort activiteiten. De gemeentelijke regelgeving rondom deze ondersteunende en kleinschalige horeca wordt door de ondernemers nogal eens als onduidelijk ervaren. Daarom heeft het LEI in opdracht van LTO-Noord een quickscan uitgevoerd onder acht gemeenten die verbredingsactiviteiten op hun grondgebied hebben.

Er blijkt tussen de gemeenten onderling veel verschil in regelgeving te zijn.
Met de groei van deze nevenactiviteiten ontstaat de behoefte aan een beleidskader voor regulering. Dat kan via het bestemmingsplan: als de activiteiten als een standaard onderdeel van agrarische verbreding worden beschouwd, passen ze –mits ze gekoppeld zijn aan een functionerend agrarisch bedrijf- probleemloos binnen de agrarische bestemming. Gemeenten kunnen dan altijd nadere voorwaarden stellen, bijvoorbeeld op het gebied van reclame-uitingen, sluitingstijden of de aanleg van een terras.

Zie voor meer informatie het rapport Ondersteunende en kleinschalige horeca door agrariërs; Mogelijkheden en verplichtingen vanuit gemeentelijke regelgeving op de site van het LEI.


bron: LEI - Wageningen UR,met dank aan Agriholland
Dit artikel afdrukken