Voedselprijzen blijven ook in 2013 een populair onderwerp voor media. Terecht. Toegang tot voedsel is een mensenrecht. Debatten over landbouw zijn dus niet vrijblijvend en verdienen daarom speciale aandacht, net als die over gezondheidszorg en veiligheid. Actueel zijn de gevolgen in internationale marken van de hitte en droogte in grote delen van de Verenigde Staten en het Zwarte Zee gebied in 2012.

Bekende organisaties als FAO, OESO, Wereldbank, IFPRI, Wageningen UR en Rabobank denken dat de komende decennia meer landbouwgrond nodig is. Uitgaande van een jaarlijkse groei van de wereldbevolking met 1 procent en 3 procent economische groei per jaar (6% of meer in de BRIICS-landen), is per jaar zeker 2% groei van de landbouwproductie nodig. OESO en FAO voorspellen echter dat de productiviteitsgroei tot en met 2021 afneemt naar 1,7%. In het vorige decennium bedroeg de groei 2,6%. Dat komt neer op slechts 0,7% toename van de landbouwproductie per persoon. Uit deze productiegroei moet niet alleen al ons benodigde voedsel komen, maar ook kleding (vezels – katoen, vlas), bio-energie, bio-grondstoffen en uitgangsmateriaal waarvoor de markten ook groeien.

Opvallend is daarom een rapport van de Rockefeller University onderzoekers Jesse H. Ausubel, Iddo K. Wernick en Paul E. Waggoner. Ze gaan ervan uit dat de productiviteit van de land- en tuinbouw sneller groeit dan de vraag. Dat komt onder andere door technologische vooruitgang en omdat rijker wordende consumenten relatief minder uitgeven aan voedsel. De jaarlijkse bevolkingsgroei piekte al in 1970 (2,0%), bedraagt nu 1,0% en daalt door naar 0,7% in de komende 50 jaar. De gemiddelde leeftijd van de wereldbevolking neemt toe van 28 naar 40 jaar, en oudere (vaak dikkere) mensen eten nu eenmaal minder. Bovendien verwachten Ausubel en zijn co-auteurs een minder uitbundige groei van de vleesconsumptie in China. In India, waar 80% van de 1,2 miljard inwoners hindoe is, neemt de vleesconsumptie nauwelijks toe.

Cruciaal voor hun conclusies is de hypothese dat de landbouwproductiviteitsgroei op peil blijft. Zo verdubbelde het maïsareaal in China de afgelopen 50 jaar, maar de productiviteit nam maar liefst 4,5 maal toe. In de ogen van de onderzoekers ‘bespaarde’ dit 120 miljoen hectare (dat komt overeen met 60 keer het Nederlandse landbouwareaal).

Volgens de Rockefellergroep zitten we op ‘peak farmland’ (zie figuur 9 op pagina 28 van hun rapport). Zij zien de dalende trend (+0,24% groei per jaar van het landbouwareaal in 1961-2010 tegen slechts 0,04% groei in 1995-2010) omslaan in een heuse daling. Bij een jaarlijkse mondiale GDP-groei van 2,7% (aanname) kan de komende 50 jaar 146 miljoen hectare, zo’n 10% van het huidige landbouwareaal, beschikbaar komen voor andere doelen, zoals natuur. Dit zal de Europese Commissie, die boeren vanaf 2014 wil verplichten om 7% van hun land aan te wijzen als ‘ecologisch aandachtsgebied’ (“ecological focus area”) in ruil voor bedrijfstoeslagen, als muziek in de oren klinken!

Het is verfrissend om kennis te nemen van tegendraadse visies. Maar ik vind dat de Rockefeller groep een paar zaken onvoldoende aan de orde laat komen in hun studie:
- Klimaatverandering: een toename van het aantal natuurrampen vergroot de risico’s en beperkt de productie. De droogte in een groot deel van de Verenigde Staten, vanaf eind juni 2012, verdubbelde de maisprijs in een maand of twee.
- Door toegenomen risico’s durven veel jongeren het niet meer aan in de landbouw te stappen. Ook omdat banken voorzichtiger worden met financieren, ondanks een zeer voorzichtige rentepolitiek van de grote centrale banken.
- Om de productiviteit verder te laten groeien, hebben veel landen behoefte aan beter landbouwbeleid. Korte-termijn politieke belangen zijn nu vaak bepalend, zoals blijkt uit al dan niet formele exportbeperkingen die regeringen in de Oekraïne en Argentinië aan hun boeren opleggen. Dat ontmoedigt potentiële investeerders.
Ausubel c.s. zeggen: “Precise interventions in DNA, fertilizer, irrigation, pest control, and weather forecasts offer improving tools to help continue lifting yields“. Met hun complimenten aan de boeren die dit jaar op jaar ‘boven verwachting’ steeds maar weer waar maken. Maar ik vraag me af of deze technologische ontwikkelingen niet vooral nodig zijn om te voldoen aan ‘vergroeningseisen’, die steeds strenger worden. Zie bijvoorbeeld de discussie over het nieuwe Europese landbouwbeleid! Strengere milieu-eisen aan land- en tuinbouw beperken de productiegroei. In Nederland vinden veel boeren zelfs al dat de huidige fosfaat- en stikstofbemestingsvoorschriften tekortschieten: als één van de oorzaken van tegenvallende melkproductie wordt nu al het tekortschietende eiwitgehalte van graskuil in 2012 genoemd - niet makkelijk vervangbaar door het dure krachtvoer.
- Daarnaast onderschatten de Rockefeller onderzoekers de maatschappelijke (ethische) weerstand tegen biotechnologische toepassingen en schaalvergroting.
- Naar aanleiding van de opmerking van de onderzoekers over India: de 1 miljard hindoes op onze planeet consumeren over het algemeen geen vlees maar wel zuivel. In China groeit de vleesconsumptie wel degelijk met het stijgen van de welvaart.

Het is waar dat éénderde van al het geproduceerd voedsel tussen oogst en keukentafel verloren gaat. Veel kan gedaan worden door betere koelketens en een rendabele prijs voor tweede en derde kwaliteit (de bekende kromme komkommers of aardappels met een pokje).

Volgens mij is de belangrijkste oplossing voor het wereldvoedselprobleem te vinden in meer welvaart. Rijkere consumenten zijn structureel in staat prijzen te betalen waartegen boeren en tuinders rendabel kunnen produceren.

Klaas Johan Osinga is sinds 1999 werkzaam als beleidsspecialist bij LTO Noord/LTO Nederland). Hij houdt zich onder meer bezig met onderwerpen als Brussel (o.a. Europe Direct), het Gemeenschappelijke Landbouw Beleid (GLB), ontwikkelingssamenwerking, mededinging en het zuivelbeleid. Voor 1999 heeft hij twee jaar via VSO als tuinbouwkundige gewerkt in Papoea-Nieuw-Guinea. Daarvoor heeft hij vier jaar besteed in het praktijkonderzoek vollegrondsgroenten (PAV). Hij is afgestudeerd in Wageningen.

Fotocredits: I Saw Below Me a Golden Valley, uitsnede, *clairity*
Dit artikel afdrukken