Welmoed Deinum (25) is een jonge Friese boerin. Samen met haar ouders runt ze een biologisch-dynamische melkveehouderij met 80 koeien. “Wat ons bedrijf speciaal maakt is dat wij onze koeien helemaal geen granen - zoals mais, krachtvoer - voeren. We hebben namelijk vast kunnen stellen dat granen voor ontstekingen kunnen zorgen. Sinds we gestopt zijn met het voeren van granen zijn onze koeien veel gezonder geworden. Dat is niet alleen goed voor de koeien, het levert onszelf ook veel meer werkplezier op.”

De koeien van de Graasboerderij staan zo veel mogelijk buiten in de wei waar ze vers gras kunnen eten. In de winter worden ze bijgevoerd met kuilgras, geconserveerd gras wat ook van eigen land komt.

Vernieuwend ouderwets
Een andere reden om geen mais en ander krachtvoer bij te voeren, is dat de productie van zulk voer veel energie kost. “Krachtvoer moet vaak van ver weg komen, daarom vraagt het veel transport. Bovendien kunnen we veel beter humane voeding telen op de gronden waar we nu granen telen voor bijvoorbeeld koeienvoer. We kunnen beter zelf wat meer groente of brood eten in plaats van de inefficiënte route naar dierlijke eiwitten die we nu volgen.”

“Eigenlijk is het heel simpel. Mensen noemen ons bedrijf wel vernieuwend, maar eigenlijk boeren wij net als mijn overgrootvader vroeger deed. Dichtbij de natuur en werken met de middelen die je in de buurt hebt. Niet alles van ver, maar gewoon het spul wat van dichtbij komt.”

Mensen noemen ons bedrijf wel vernieuwend, maar eigenlijk boeren wij net als mijn overgrootvader vroeger deed
Lage melkopbrengst
“Onze koeien geven ongeveer 5.500 liter melk per koe per jaar. Dat is minder dan op een gangbare melkveehouderij – daar geven de koeien 8.500 à 9.000 liter melk per koe per jaar.” Toch is dat geen probleem voor het verdienmodel van de Graasboerderij: “We besparen veel op dierenartskosten doordat we onze koeien goed gezond kunnen houden. Bovendien is onze kostprijs erg laag, omdat we nagenoeg al het voer voor onze koeien van eigen land halen. Ik denk zelfs dat we financieel beter uitkomen dan een gangbare melkveehouderij, omdat we een biologisch-dynamische melkprijs krijgen voor ons product.”

Een deel van de melkopbrengst wordt op eigen erf verwerkt. “We maken zelf rauwmelkse yoghurt, kefir en kaas. Het grootste deel (ongeveer 90%) gaat naar Rouveen, een kaasspecialiteiten fabriek. Zij maken voor ons onder andere kaas met een Demeter keurmerk en USDA-gecertificeerde kaas.” Die laatste is antibiotica-vrij-gecertificeerde kaas, die vooral in Amerika populair is.

Antibioticavrij
Om te voldoen aan de eisen van USDA mag de melk van een koe die antibiotica heeft gekregen niet meer gebruikt worden. “Als een koe op ons erf ziek is, gebruiken we wel antibiotica. We mogen een koe tenslotte niet laten lijden en dat willen we ook absoluut niet. Helaas betekent het toedienen van antibiotica wel dat de koe vervolgens van ons bedrijf af moet.” Deinum ziet dat niet als een risico: “Wanneer je overgaat naar een antibiotica-vrije bedrijfsvoering ontdek je de ‘zwakke’ koeien en kan het voorkomen dat je antibiotica nodig hebt.
We hebben een voorbeeldfunctie voor onze boerencollega’s. Het zou mooi zijn als zij ook een stap maken richting kringlooplandbouw
Op een gegeven moment treedt de evolutie in werking: de zwakkere koeien verdwijnen van je boerderij. Uiteindelijk hou je alleen sterke koeien over. Zij krijgen weer sterk nageslacht en zo wordt je hele veestapel gezonder.”

Uitdagingen
Ook over de toekomst is Deinum positief. “We zien dat onze bedrijfsvoering heel goed werkt. Natuurlijk hebben we als boer wel verschillende onzekerheden. Zo zijn we elke dag afhankelijk van het weer en het klimaat. Wij zijn – meer dan anderen – afhankelijk van wat er om ons heen groeit. Extreme weersomstandigheden stellen ons voor uitdagingen.”

“We hebben een voorbeeldfunctie voor onze boerencollega’s. Het zou mooi zijn als zij ook een stap maken richting kringlooplandbouw. Ik denk namelijk dat dat de toekomst is. En het is behalve goed voor de natuur en de gezondheid van de koeien ook nog eens voor ieders gezonde financiële plaatje en het werkplezier.”

Welmoed Deinum is de eerste spreker vanuit de dierlijke sector op het Jaarcongres Landbouw zonder Chemie op 27 februari 2020 (Berkel en Rodenrijs, naast Rotterdam). Zij en kaasmaker Marja Bastiaansen lichten in twee presentaties toe hoe hun samenwerkende manier van voedsel produceren en verwerken leidt tot een milieuschonere landbouw waar ook nog eens geld mee kan worden verdiend. Verdienmodellen zijn immers altijd het hete hangijzer; wetenschappers en het ministerie van LNV, Deinum en Bastiaansen vertellen hoe zij als ondernemers tot een dekkende kostprijs én een gezonde marge zijn gekomen met een uitstekend product, de juiste positionering in de juiste markten en een kloppend verhaal. Schrijf je meteen in!


Dit artikel afdrukken