Inktvis is populair in Japan, als sashimi of sushi, maar de inktvisvangst loopt al jaren terug. In 1989 werd nog bijna 734.000 ton inktvis gevangen, in 2018 nog maar 84.000 ton. En dus proberen Japanse onderzoekers al tientallen jaren inktvis te kweken. Moeilijk, want inktvissen staan bekend als agressief, gevoelig voor waterstromingen, lastige eters en ze hebben een complexe levenscyclus. Dat het Okinawa Institute of Science and Technology (OIST) berichtte een 'betrouwbare en voorspelbare' aanvoer van pijlinktvissen te kunnen garanderen en klaar te staan om hun kweekinktvis te commercialiseren (tegen een betaalbare prijs) was dan ook een 'doorbraak'.

"Door een enkele inktvislijn 10 generaties lang in zeer beperkte laboratoriumomstandigheden te houden, hebben we aangetoond dat inktvisaquacultuur veilig kan werken," zegt Zdeněk Lajbner van het OIST in The Guardian.

Maar dat is tegen het zere been van dierenactivisten. Inktvissen zijn, net als octopussen - die je ook niet moet willen kweken -, volgens de Britse wet 'wezens met bewustzijn'. een hoog bewustzijn zelfs. Die sluit je niet op in een kleine kwekerij met duizenden lotgenoten. Bovendien zijn inktvissen vleeseters. Om de dieren te voeden zijn andere mariene soorten uit de toch al overbelaste visserij nodig.

Daar brengt Lajbner tegenin dat soorten die in het wild vleesetend zijn, dat in gevangenschap niet hoeven te zijn. "Ik ken bijvoorbeeld veganistische katten en honden die gezonde, gelukkige dieren zijn." Gewoon plantaardige eiwitten voeren dus, ook al gaat het om een diersoort die andere dieren eet en omdat wij het dier willen eten.
Dit artikel afdrukken