Bierkwaliteit is voor brouwers van essentieel belang. Daar rekent de consument hen immers op af. Voor een drinkbaar biertje in onze koelkast investeren brouwerijen in goede kwaliteitssystemen. Micro-organismen vormen namelijk een risico voor bier. Een paar verkeerde bacteriën - of andere micro-organismen - kunnen een verfrissend biertje veranderen in een nare ervaring. De bittere schuimdrank verandert in een zuur smakend, troebel en ondrinkbaar drankje.

Polymeerpoeder
Brouwers testen de kwaliteit van bier tijdens het productieproces. Dat duurt lang. Conventionele laboratoriumtests duren 5-7 dagen. Daarom is het vaak te laat om een getroffen partij te redden. In samenwerking met het bedrijf GEN-IAL van Triosdorf ontwikkelden onderzoekers van het Fraunhofer Institute for Applied Polymer Research IAP in Potsdam een polymeerpoeder. Het poeder vereenvoudigt het proces en verkort de testtijd. Na 2-3 dagen is er een betrouwbaar resultaat.

Geen kweekmedium meer nodig
In het standaardproces filtert een membraan biermonsters. Het residu kweken ze op een speciaal kweekmedium. Daarna beoordelen medewerkers het resultaat onder een microscoop. Door de benodige incubatietijd van de micro-organismen, duurt dit proces lang. Het nieuwe polymeerpoeder kunnen ze direct aan het vloeibare biermonster toevoegen. Het speciale oppervlak van het poeder bindt met het membraan van de micro-organismen. Zo verzamelt het poeder snel een geconcentreerd monster van aanwezige micro-organismen. Een speciaal systeem scheidt poeder en 'de beestjes' van elkaar waarna medewerkers de micro-organismen direct kunnen beoordelen onder een microscoop. Het tijdrovende proces met het kweekmedium is hierdoor niet nodig.

Goed voor de voedselveiligheid
Deze nieuwe methode is ook geschikt voor andere dranken zoals melk, sap, cola en rode wijn. Dr. Andreas Holländer, wetenschapper aan het IAP legt in Science Daily uit dat dit niet mogelijk is met membraanfiltratie, het standaardproces. Door de hoeveelheid vaste of zwevende stof in deze dranken verstopt het filter snel. Voorheen kon men ook alleen maar kleine volumes van ongeveer een liter testen. Het polymeerpoeder is in staat om 30 liter of meer te testen. Kleine verontreinigingen worden hierdoor alsnog gevonden. Volgens dr. Jutta Schönling, managing director of Gen-IAL, vergroot het gebruik van het poeder de voedselveiligheid. ‘Er is meer kans op het opsporen van verontreinigingen in dranken’, zegt ze.

Op dit moment wordt het poeder via pilots getest. De lancering staat voor dit jaar gepland.

Fotocredits: ‘tastings’ Bill Selak
Dit artikel afdrukken