Dat suggereert een nieuw rekenmodel dat is ontwikkeld door Wageningen UR en onderzoekscentrum B-Ware van de Radboud Universiteit. De Kritische Depositiewaarden (KDWs) voor de neerslag van stikstof op natuurgebieden uit boeren- en industriële activiteit en mobiliteit zouden te hoog zijn vastgesteld en nog scherper moeten worden gedefinieerd. Volgens critici van boerenzijde zijn de KDW's juist te scherp vastgesteld. De nieuwe studie biedt dan ook opnieuw ruimte voor dispuut. Afgelopen week bracht de Stichting Agrifacts (STAF) op basis van meetonderzoek van de universiteit van Antwerpen geïnterpreteerde gegevens naar buiten die zouden aantonen dat de KDWs zelfs irrelevant zouden zijn vanwege de voorraad stikstof in de bodem en niet aan emissies gerelateerde verstoringsfactoren die voor afbraak daarvan zorgen.
WUR en de Radboud universiteit hebben een rekenmethode ontwikkeld om het effect van stikstofdepositie op planten te bepalen. Volgens hoofdonderzoeker Wieger Wamelink (Wageningen Environmental Research) zou in een aantal gevallen van 60 onderzochte habitattypen de kwaliteit al achteruit gaan nog vóórdat de KDW bereikt is. Wamelink."Wat mij het meest opvalt is dat er habitats zijn die bij toenemende stikstofdepositie heel snel een groot deel van hun kwaliteit verliezen."
Wamelinks team heeft geen metingen gedaan maar een rekenmethode ontwikkeld die gebruik maakt van een groot aantal data over de opname van stikstof door vegetaties in heel Europa. Op basis van die data is de kans bepaald om een bepaalde plant ergens aan te treffen. Die kans is gekoppeld aan de stikstofneerslag ter plekke, die is berekend met een depositiemodel dat gebaseerd is op de uitstoot in Europa. Dat levert per plant een dosis-effectrelatie op waarmee de KDW kan worden getoetst aan de kans dat een habitat kritisch wordt aangetast.
WUR en de Radboud universiteit hebben een rekenmethode ontwikkeld om het effect van stikstofdepositie op planten te bepalen. Volgens hoofdonderzoeker Wieger Wamelink (Wageningen Environmental Research) zou in een aantal gevallen van 60 onderzochte habitattypen de kwaliteit al achteruit gaan nog vóórdat de KDW bereikt is. Wamelink."Wat mij het meest opvalt is dat er habitats zijn die bij toenemende stikstofdepositie heel snel een groot deel van hun kwaliteit verliezen."
Wamelinks team heeft geen metingen gedaan maar een rekenmethode ontwikkeld die gebruik maakt van een groot aantal data over de opname van stikstof door vegetaties in heel Europa. Op basis van die data is de kans bepaald om een bepaalde plant ergens aan te treffen. Die kans is gekoppeld aan de stikstofneerslag ter plekke, die is berekend met een depositiemodel dat gebaseerd is op de uitstoot in Europa. Dat levert per plant een dosis-effectrelatie op waarmee de KDW kan worden getoetst aan de kans dat een habitat kritisch wordt aangetast.
Weer een rekenmodel om iets aan te tonen zonder te meten.
De wetenschap wordt in de virtuele wereld achter een bureau en een scherm bepaald. Hoe meer van dit soort meningen hoe ongeloofwaardiger het hele verhaal wordt en de wal het schip gaat keren.
Het zal net als Aerius ook wel een nauwkeurigheid hebben met een afwijking van 50-100%.
Wageningen maakt de denkfout dat bij stikstofdepositie alle stikstof ook direct plantbeschikbaar is. En dat is niet zo. Stikstof uit depositie kan verloren gaan door af/uitspoeling en denitrificatie of omgezet worden in organische stof, zoals blijkt uit deze draad.
Ik lees nu “een nieuw sociaal contract” van Omtzigt. Een van de hoofdstukken gaat over modellen: zonder onafhankelijke modellen, zonder transparantie over de wiskunde en zonder validatie van inputs, heb je niks aan modellen.
Wouter, en daarom ben ik blij dat in de draad over de STAF-publicatie een goed, hoewel soms met te veel moddergooien, gesprek plaatsvindt tussen Nico Gerrits, Ruud Hendriks , Jan Cees Vogelaar 1 en @Geesje Rotgers over het theoretisch model ipv een paar uitkomsten.
Ik vraag me af of Foodlog de materie voldoende snapt. Foodlog stelt op de frontpage dat deze publicatie, de publicatie van STAF weerspreekt. Echter, deze publicatie gaat over een ander onderwerp dan de publicatie van STAF. De publicatie van STAF gaat niet over de hoogte van de kritische depositiewaarde, maar over de aanvoer van voedingsstoffen vanuit de bodem zelf, in de provincie Drenthe, veroorzaakt door allerlei factoren. Een bron die in omvang groter is dan de kritische depositiewaarde. Dat is iets wezenlijk anders.
Het woekerende pijpenstrootje in heidevelden vind ik een prachtig voorbeeld. Uit eerdere veldstudies blijkt dat pijpenstrootje gaat overheersen door een teveel aan voedingsstoffen. Uit tegenwoordige studies ook. Alleen wees het vroegere veldwerk uit dat verdroging de oorzaak was, waardoor die voedingsstoffen vrijkwamen. Nu is dat met terugwerkende kracht de stikstofdepositie, berekend met model Aerius.
Als het om eutrofiëring van natuurgebied gaat (ook vanuit de bodem!), dan zijn er veel meer oorzaken te noemen. Op enkele van die oorzaken ligt de volledige focus binnen het stikstofbeleid. Over andere praten we niet, laat staan dat we daar de omvang van gaan meten.