Proefboerderij De Marke
Op proefboerderij De Marke is het startschot gegeven voor de winterbijeenkomst van dit jaar. Zwier van der Vegte, bedrijfsleider en verbonden aan de WUR als wetenschapper, gaf een korte toelichting over het bedrijf. De proefboerderij heeft het verlagen van de impact van de melkveehouderij op het milieu als doel gesteld. De Kringloopwijzer moet daarbij inzicht geven in de kringlopen op het bedrijf.
Een duik in de cijfers
De toelichting aan de hand van vele grafieken en cijfers later op de middag, geeft inzicht in de verbanden tussen de cijfers en kengetallen. Van belang is het kiezen van het juiste uitgangspunt. Dat kan de benutting of uitstoot per hectare, per koe of per kilogram melk zijn.
Iedere invalshoek geeft zijn eigen beeld. Welk kengetal het beste beeld van de werkelijkheid geeft is zonder voldoende kennis lastig te zeggen. Verheldend was de uitspraak van Van de Vegte: "Wil je goed scoren, dan moet je alles goed doen". Hoe en waar veehouders beter kunnen scoren blijkt uit de Kringloopwijzer. Om daar meer inzicht in te verkrijgen, gingen de veehouders uiteen in groepen op basis van grondsoort. De soort grond die op een bedrijf aanwezig is, heeft immers grote invloed op de kringloopkengetallen. De hoeveelheid voer die boeren van buiten hun bedrijf aanvoeren, speelt ook een grote rol.
Wil je goed scoren, dan moet je alles goed doenEen hoge gewasopbrengst betekent niet per se een hoge benutting van mest of voer, dat zie je onder ogen als je de cijfers snapt. In deze kringgesprekken komt telkens naar voren hoe veehouders zoeken naar praktische handvatten om hun resultaten te verbeteren. De daaruit voortkomende adviezen zijn gericht op het beste maaimoment, op de soort krachtvoer die de boer bijvoert of hoe hij beter of meer kan beweiden. De adviezen verschillen maar hebben hetzelfde doel. Ze zijn allemaal gericht op het verbeteren van de opbrengsten door het verbeteren van de efficiëntie.
De beste en/of gewenste bedrijfsvoering
Op vrijdag kwam er een discussie op gang over de vraag welke bedrijfsvoering maatschappelijk gewenst is. Een melkveehouder van een intensief melkveebedrijf liet zien goed te kunnen scoren op het kengetal CO2 uitstoot per kilogram melk. Het gebalanceerde rantsoen, dat is aangevuld met bijproducten, zorgt voor een hoge en efficiënte melkproductie. Extensieve bedrijven scoren minder goed op dit kengetal en kunnen daardoor niet meedoen aan het keurmerk PlanetProof. Deze bedrijven zijn niet intensief genoeg om het gras efficiënt om te zetten in melk. Ook boeren die de koeien dag en nacht weiden en bedrijven die veel gras in het rantsoen van hun dieren hebben, hebben moeite met dit kengetal. Hoewel zij juist de naam hebben maatschappelijk gewenst te zijn, richt het PlanetProof keurmerk zich niet op hen.
Als beleidsinstrument vinden ze de Kringloopwijzer te gemakkelijk manipuleerbaar en daarom ongeschikt. Op papier kan een boer efficiënter met mest omgaan dan in de werkelijkheidEen melkveehouder in de zaal merkte op dat hij zijn bedrijfsvoering heeft geïntensiveerd om sneller geld te verdienen. Dan kan hij later extensiveren door land te kopen. De discussie rondom het maatschappelijke draagvlak van de melkveehouderij richtte zich dan ook op de vraag welke kant de sector zich op beweegt en hoe snel. Welke strategie en welk doel het meeste draagvlak geeft, staat ter discussie en vraagt om een blik in de toekomst.
Wat nemen de melkveehouders mee naar huis?
De Kringloopwijzer is een nuttige maar ingewikkelde rekentool. Hoe complex, blijkt wel uit het aantal veehouders dat het invullen heeft uitbesteed. Het is geen gemakkelijke taak om alle gegevens goed in te vullen. Wel wilden meer veehouders de kringloopwijzer de volgende keer zelf invullen. De studie bijeenkomst heeft hen ervan overtuigd dat ze er meer inzicht door krijgen in de kengetallen; de cijfers zijn meer gaan leven.
De boeren vinden de Kringloopwijzer geschikt als managementtool. Maar daar moet het dan wel bij blijven. Als beleidsinstrument vinden ze de Kringloopwijzer te gemakkelijk manipuleerbaar en daarom ongeschikt. Op papier kan een boer efficiënter met mest omgaan dan in de werkelijkheid. Door de manier van invullen kan hij kan bijvoorbeeld besparen op de kosten van mestafzet. Daardoor lonkt fraude en dat is een risico voor de sector.
Bij verschillende melkveehouders komt naar voren dat ze de berekening van CO2 als ‘niet kloppend’ ervaren. Dit kengetal is nu berekend op basis van de melkproductie per koe. Extensieve bedrijven met een relatief lage melkproductie, die veel weiden en zich hard inzetten voor weidevogelbeheer en biodiversiteit scoren slecht op dit kengetal. Gek genoeg krijgt dus wat maatschappelijk wenselijk is, krijgt geen beloning. Om dat te veranderen zou een benadering van de CO2 productie per hectare beter zijn. Binnenkort ga ik daar verder op in.
De melkveehouders gingen vrijdagmiddag zowel een beetje kringloopwijzer als -kritischer weer naar huis.
Op 5 april krijg je nieuwe kado-artikelen.
Als betalend lid lees je zoveel artikelen als je wilt, én je steunt Foodlog
#23 In dat geval moet een ondernemer dus voldoen aan randvoorwaarden zoals nu al het geval is en is de kringloopwijzer een vrijwillig instrument om de efficiëntie te verbeteren .
Maar zo zit de wereld niet in elkaar het wordt steeds klemmender opgepakt in de leveringsvoorwaarden terwijl je zelf al aangaf dat verschillende maatschappelijke wensen negatief uitpakken in de KLW.
Daarnaast komen er getallen uit die suggereren dat ze de efficiëntie weergeven, en die gebaseerd zijn op een troebele rekenkundige behandeling van harde cijfers en aannames, welke ambtenaar kan het weerstaan om daar niet op in te springen.
Als ik het wat samen mag vatten: de verschillen tussen het wel of niet gebruiken van de Kringloopwijzer komen hier naar voren.
In #20 wil je alleen de input gebruiken voor de kringloopwijzer.
In #19 wil je alleen de output gebruiken van de kringloopwijzer.
In de eerste blijven is er niet genoeg stimulatie om efficiënt om te gaan met mineralen (deze zijn daar te goedkoop voor? vervuiling hoeven we niet te betalen?) Je geeft een aantal regels waar melkveehouders zich aan moeten houden. Dat moet dan genoeg zijn.
In de tweede wordt er gestimuleerd om de ruimte die je hebt als melkveehouder zo goed mogelijk te benutten. De ruimte blijft daarmee gelijk.
Jullie benoemen beiden het lastige punt van de ander zijn idee. Ik denk dat we daarom te maken met twee uitersten in de opvattingen. Tussen die twee uitersten zit een overlap in het midden.
Voor mij ligt dat midden in het geven van een aantal randvoorwaarden waar melkveehouders aan moeten voldoen en het geven van drie doelen om op te sturen. Dat doe je aan de hand van drie kengetallen die je kan meten (of eenvoudig kan berekenen) om zo het goed gebruiken van mineralen en het verlagen van de milieudruk te stimuleren.
(Wie meer dan drie doelen heeft, gaat ze niet halen dus laten we het bij drie houden)
Wat zijn passende randvoorwaarden en wat zijn de drie goede kengetallen voor melkveehouders om op te sturen?
Kunnen jullie je vinden in een midden als dit en hoe zouden jullie die vervolgens invullen?
#20 Sorghum is er nog niet maar als ze het een beetje doorveredelen is het best interessant.
In 2018 heb ik een hoekje geprobeert met de droogte kwam ik op 80% van de mais uit met behoorlijk zaad erin, ik heb alleen geen cijfers want ik heb het door de mais heen gekuild.
https://www.newbabylon3.nl/nieuwe-discussie-werkgroep-gewasdiversificatie/
#20 Serieus alle boeren verplicht aan de KLW en weer een papieren schijnoplossing creëren of die paar stukjes waar de landbouw verantwoordelijk is voor de te hoge stikstofwaardes in het water het probleem echt laten aanpakken.
Problemen los je alleen op door de oorzaak aan te pakken niet doorkeihard te werken aan oplossingen die niet effectief zijn.
Realistische doelstellingen zouden ook wel behulpzaam zijn.
Meen je nu dat nu serieus EJ? Boeren verplichten gras en bieten te telen? (Vergeet sorghum trouwens maar als stikstofvanger). Misschien wel goed idee om draagvlak te creëren voor KLW als beleidsinstrument.