Om meer inzicht in financiën en vakmanschap te krijgen komt twee keer per jaar een boerenstudiegroep van 45 melkveehouders uit het hele land bijeen. Ze pakken iedere bijeenkomst een ander onderwerp bij de kop. De financiële transparantie die de leden kenbaar maken en de hoeveelheid externe adviseurs en experts maken dit tot een unieke studiegroep in Nederland. De studiedagen bestaan uit een bedrijfsbezoek, diverse presentaties van deskundigen en discussies in groepen.

Proefboerderij De Marke
Op proefboerderij De Marke is het startschot gegeven voor de winterbijeenkomst van dit jaar. Zwier van der Vegte, bedrijfsleider en verbonden aan de WUR als wetenschapper, gaf een korte toelichting over het bedrijf. De proefboerderij heeft het verlagen van de impact van de melkveehouderij op het milieu als doel gesteld. De Kringloopwijzer moet daarbij inzicht geven in de kringlopen op het bedrijf.

Een duik in de cijfers
De toelichting aan de hand van vele grafieken en cijfers later op de middag, geeft inzicht in de verbanden tussen de cijfers en kengetallen. Van belang is het kiezen van het juiste uitgangspunt. Dat kan de benutting of uitstoot per hectare, per koe of per kilogram melk zijn.

Iedere invalshoek geeft zijn eigen beeld. Welk kengetal het beste beeld van de werkelijkheid geeft is zonder voldoende kennis lastig te zeggen. Verheldend was de uitspraak van Van de Vegte: "Wil je goed scoren, dan moet je alles goed doen". Hoe en waar veehouders beter kunnen scoren blijkt uit de Kringloopwijzer. Om daar meer inzicht in te verkrijgen, gingen de veehouders uiteen in groepen op basis van grondsoort. De soort grond die op een bedrijf aanwezig is, heeft immers grote invloed op de kringloopkengetallen. De hoeveelheid voer die boeren van buiten hun bedrijf aanvoeren, speelt ook een grote rol.
Wil je goed scoren, dan moet je alles goed doen
Een hoge gewasopbrengst betekent niet per se een hoge benutting van mest of voer, dat zie je onder ogen als je de cijfers snapt. In deze kringgesprekken komt telkens naar voren hoe veehouders zoeken naar praktische handvatten om hun resultaten te verbeteren. De daaruit voortkomende adviezen zijn gericht op het beste maaimoment, op de soort krachtvoer die de boer bijvoert of hoe hij beter of meer kan beweiden. De adviezen verschillen maar hebben hetzelfde doel. Ze zijn allemaal gericht op het verbeteren van de opbrengsten door het verbeteren van de efficiëntie.

De beste en/of gewenste bedrijfsvoering
Op vrijdag kwam er een discussie op gang over de vraag welke bedrijfsvoering maatschappelijk gewenst is. Een melkveehouder van een intensief melkveebedrijf liet zien goed te kunnen scoren op het kengetal CO2 uitstoot per kilogram melk. Het gebalanceerde rantsoen, dat is aangevuld met bijproducten, zorgt voor een hoge en efficiënte melkproductie. Extensieve bedrijven scoren minder goed op dit kengetal en kunnen daardoor niet meedoen aan het keurmerk PlanetProof. Deze bedrijven zijn niet intensief genoeg om het gras efficiënt om te zetten in melk. Ook boeren die de koeien dag en nacht weiden en bedrijven die veel gras in het rantsoen van hun dieren hebben, hebben moeite met dit kengetal. Hoewel zij juist de naam hebben maatschappelijk gewenst te zijn, richt het PlanetProof keurmerk zich niet op hen.

Als beleidsinstrument vinden ze de Kringloopwijzer te gemakkelijk manipuleerbaar en daarom ongeschikt. Op papier kan een boer efficiënter met mest omgaan dan in de werkelijkheid
Een melkveehouder in de zaal merkte op dat hij zijn bedrijfsvoering heeft geïntensiveerd om sneller geld te verdienen. Dan kan hij later extensiveren door land te kopen. De discussie rondom het maatschappelijke draagvlak van de melkveehouderij richtte zich dan ook op de vraag welke kant de sector zich op beweegt en hoe snel. Welke strategie en welk doel het meeste draagvlak geeft, staat ter discussie en vraagt om een blik in de toekomst.

Wat nemen de melkveehouders mee naar huis?
De Kringloopwijzer is een nuttige maar ingewikkelde rekentool. Hoe complex, blijkt wel uit het aantal veehouders dat het invullen heeft uitbesteed. Het is geen gemakkelijke taak om alle gegevens goed in te vullen. Wel wilden meer veehouders de kringloopwijzer de volgende keer zelf invullen. De studie bijeenkomst heeft hen ervan overtuigd dat ze er meer inzicht door krijgen in de kengetallen; de cijfers zijn meer gaan leven.

De boeren vinden de Kringloopwijzer geschikt als managementtool. Maar daar moet het dan wel bij blijven. Als beleidsinstrument vinden ze de Kringloopwijzer te gemakkelijk manipuleerbaar en daarom ongeschikt. Op papier kan een boer efficiënter met mest omgaan dan in de werkelijkheid. Door de manier van invullen kan hij kan bijvoorbeeld besparen op de kosten van mestafzet. Daardoor lonkt fraude en dat is een risico voor de sector.
Bij verschillende melkveehouders komt naar voren dat ze de berekening van CO2 als ‘niet kloppend’ ervaren. Dit kengetal is nu berekend op basis van de melkproductie per koe. Extensieve bedrijven met een relatief lage melkproductie, die veel weiden en zich hard inzetten voor weidevogelbeheer en biodiversiteit scoren slecht op dit kengetal. Gek genoeg krijgt dus wat maatschappelijk wenselijk is, krijgt geen beloning. Om dat te veranderen zou een benadering van de CO2 productie per hectare beter zijn. Binnenkort ga ik daar verder op in.

De melkveehouders gingen vrijdagmiddag zowel een beetje kringloopwijzer als -kritischer weer naar huis.
Dit artikel afdrukken