Computermodel
Wetenschappers van Imperial College London en Tufts University bouwden een computermodel, het U.S. IMPACT Food Policy Model , op grond van voorspellingen voor de Amerikaanse bevolkingsontwikkeling tot 2030 en sterftecijfers voor hart- en vaatziekten.
Die data combineerden ze met cijfers over de huidige fruit- en groente-inname en verwachtingen hoe die zich gaat ontwikkelen. Zo kon het team de effecten van verschillende beleidsmaatregelen op de eetgewoonten van de Amerikaanse bevolking simuleren.
Als het waar is dat prijsbeleid 10 maal minder doden oplevert dan campagnebeleid, dan ligt er opeens een onderzoek op tafel dat de levensmiddelenindustrie en de detailhandel in voeding kan dwingen tot een geheel andere samenstelling van hun assortiment, prijsbeleid en margemix. Veelal worden de kortingen en reclame-acties van de minder gezonde A-merken en houdbare producten gefinancierd met de hoge marges die de detailhandel op verse producten, waaronder groenten- en fruit, maaktFinanciële incentives van invloed op gezondheid
Ze berekenden wat de impact zou zijn van een prijsverlaging van 10%, van 30% en ook van een prijsverhoging van 10% op suikerhoudende dranken. Lagere groenten- en fruitprijzen blijken over de hele linie tot een betere gezondheid van de bevolking te leiden, ongeacht leeftijd, geslacht, ras of ethniciteit (oorsprong), zegt hoofdonderzoeker Jonathan Pearson-Stuttard van Imperial College London.
Bijzonder aan de studie is dat nu voor het eerst op een landelijk niveau vastgesteld is hoe en in welke mate financiële incentives gezonder eten kunnen stimuleren. "We konden vaststellen, gegeven een bepaalde prijsverandering, wat die verandering betekende voor de consumptie", aldus Stuttard. "[Het team] modelleerde welke gevolgen de prijs van eten heeft voor de gezondheid. Het beste voorbeeld is wat er met tabak gebeurde. Doordat sigaretten duurder werden, ging een aantal mensen minder roken, zodat ze minder last kregen met de risico's van roken", vult dr. Mark Creager, voorzitter van de American Heart Association ter verduidelijking aan.
Prijsverlaging effectiever dan media-campagne
Een prijsverlaging van 10% zou het risico op overlijden als gevolg van een hartaanval of beroerte met 1% verlagen over de komende 15 jaar. Dat zijn 64.000-69.000 minder doden. Een prijsverlaging van 30% zou nog effectiever zijn. Daarmee zou het overlijdensrisico aan hart- en vaatziekten met 3% dalen, waardoor er in 2030 uiteindelijk 191.000-205.000 minder Amerikanen zouden zijn overleden. Een combinatie van maatregelen, een 10% lagere prijs op fruit, groenten én granen en een 10% toeslag op suikerhoudende dranken zou over een periode van 20 jaar 515.000 minder hartdoden opleveren. In de VS overlijden jaarlijks 610.000 mensen aan hart- en vaatziekten.
Een grote media-campagne om de gezondheidsvoordelen van groenten en fruit onder de aandacht te brengen, is veel minder effectief. De wetenschappers berekenden dat het effect daarvan 0,3% minder sterfgevallen zou zijn, ofwel 22.000-24.800 minder doden aan hart- en vaatziekten. Een dergelijke campagne zorgt dus voor maar een tiende (0,3% versus 3%) van de verlaagde sterftekans die volgens het model resulteert uit de zojuist genoemde mix van prijsmaatregelen
De studie keek niet naar hoe de prijsverlaging tot stand zou moeten komen. De bekende cardioloog Dariush Mozaffarian, van Tufts University, heeft daar wel ideeën over, zoals subsidies voor boeren of groothandels en bonussystemen bij winkels. Die zijn effectief én snel in te voeren.
Het onderzoek mag explosief worden genoemd als het gebruikt wordt als input voor gezondheidsbeleid. Als het waar is dat prijsbeleid 10 maal minder doden oplevert dan campagnebeleid, dan ligt er opeens een onderzoek op tafel dat de levensmiddelenindustrie en de detailhandel in voeding kan dwingen tot een andere samenstelling van hun assortiment, prijsbeleid en margemix. Veelal worden de kortingen en reclame-acties van de minder gezonde A-merken en houdbare producten gefinancierd met de hoge marges die de detailhandel op verse producten, waaronder groenten- en fruit, maakt.
Fotocredits: 'Sunday's market haul', br3nda
Op 30 november krijg je nieuwe kado-artikelen.
Als betalend lid lees je zoveel artikelen als je wilt, én je steunt Foodlog
Dennis Zeilstra het klopt dat eigenlijk alleen peer-reviewed artikelen in wetenschappelijke tijdschriften tellen als legitieme publicaties. Conference proceedings doen er eigenlijk niet toe maar kunnen in de media tot grote beroering leiden.
@Jaap, goed om te weten, dat werkt kennelijk anders dan in mijn vakgebied. Mijn naam staat op diverse papers achteraan in de lijst, en dat is niet omdat ik de belangrijkste medeauteur was. De Prof stond daarbij overigens als een-na-laatste.
In dit geval wordt Pearson-Stuttard de onderzoeksleider genoemd en is hij tevens eerste auteur.
Klopt mijn aanname wel dat ook bij biomedisch onderzoek een conference paper (en zeker een poster sessie, zoals in dit geval) minder zwaar weegt dan een journal paper? Verwacht je dat Mozaffarian het daarom misschien niet zo zwaar laat wegen, of denk je dat hij hier juist zwaar op inzet en misschien wel bewust veel media-aandacht voor heeft gezocht?
Dick Veerman #21 Ik ben zeker wel een voorstander van het berekenen van potentiële gezondheidswinst door interventies. Ik heb dat zelf ook wel gedaan. bijvoorbeeld bij het RIVM om de beleidsdoelen scherper te krijgen; the 'biggest bang for your buck' als het gaat om preventieve maatregelen (daar kwam dan meestal uit dat het beleid vooral maximaal moest inzetten op tabaksontmoediging). Daar hoort dan echter wel een sensitiviteitsanalyse bij van de aannames en, zoals ik al schreef, een ruime slag om de arm bij de interpretatie. Zoals Doll en Peto indertijd berekenden dat 30% van de incidentie van kanker te wijten zou zijn aan voeding met een betrouwbaarheidsinterval van 10% tot 70% (van bijna niets tot bijna alles). Epidemiologische associaties vertalen naar werkelijk te behalen gezondheidswinst door interventies of beleidsmaatregelen is lastig en de lineariteit waarmee in modellen gerekend wordt klopt in werkelijkheid vrijwel nooit.
@Dennis #23 klein detail maar bij (bio)medisch onderzoek is de laatste auteur doorgaans de onderzoeksleider. Bij dit soort wetenschappelijke publicaties tellen eigenlijk alleen de eerste en de laatste plaats. De laatste auteur is eindverantwoordelijk. NWO vraagt bij persoonsgebonden subsidies dan ook niet alleen naar het aantal publicaties maar vooral naar het aantal laatste en eerste auteurschappen van een kandidaat. Mozzafarian heeft dit vrijwel zeker zeer goed gelezen.
Ter aanvulling op #22 en verder ingaand op jouw punt in #21 Dick, nog twee dingen:
Ten eerste is het de vraag welke intenties de onderzoekers nu echt hebben. In de conclusie van de abstract spreken ze eigenlijk helemaal geen voorkeur uit voor prijsreducties:
"Price reduction policies (10 or 30%) and a nationwide MMC would each effectively reduce US CVD mortality. A 30% price reduction policy would save most lives and do so most equitably. Deaths prevented via a MMC might reduce substantially after year 1 and also increase disparities."
Ten tweede, over Mozaffarian die zijn naam eraan verbind. Het is heel gebruikelijk dat een Prof. medeauteur is als iemand in zijn groep een publicatie schrijft. Dat lijkt ook hier het geval, Mozaffarian's naam staat achteraan in de lijst auteurs. Dit gebruik gaat zover dat er voorbeelden zijn van Prof's die zomaar duizend papers op hun naam hebben. En die desgevraagd geen idee hebben waar de laatste drie papers over gingen. Voor sommigen in de academische wereld telt het aantal publicaties kennelijk heel sterk...
Dat hoeft voor Mozaffarian niet zo te zijn, hij is immers geïnterviewd over deze publicatie, dus wist ervan. Maar misschien hangt hij er niet zoveel betekenis aan. Het was maar een poster sessie (die onderaan de ranglijst van impact staat).
Allemaal goed en wel. De waarheid ligt vast wel weer in het midden ergens. Wat ik veel interessanter vind is de vraag wie de winstmarges en verkoopprijzen gaat bepalen. Maar dan moet het eerst nog door de politieke machinerieën heen. Wie hier ziet dat in alle redelijkheid voor zich?