Als zadenproducent Bejo zaad afkeurt, komen de afgekeurde voorraden niet ten goede aan bijvoorbeeld voedselhulporganisaties. "Afval is afval", zegt directeur John-Pieter Schipper. "Het gaat gewoon weg. Anders komt het zaad met minder goede eigenschappen toch weer de markt op en dat willen we niet. We doen geen concessies aan onze kwaliteit."

Met die instelling heeft het Noord-Hollandse familiebedrijf Bejo zich een plaats weten te verwerven in de top-10 van wereldspelers in de zaadbranche, naast Rijk Zwaan en Enzo. De zaadsector heeft wereldwijd een omvang van zo'n €4 miljard. Bejo zette vorig jaar voor €230 miljoen om. Het bedrijf heeft er geen enkele behoefte aan zich te laten overnemen door de grote spelers in de branche, zoals Monsanto, Limagrain of Syngenta. Het verwacht over 10 jaar - op eigen kracht - de omzet te verdubbelen naar €400 miljoen.

In het FD vertelt directeur John-Pieter Schipper over de grootse uitbreiding waar het doorgaans gesloten bedrijf mee bezig is. Bejo bouwt 10.000 m2 bedrijfsgebouwen bij. Over 10 jaar moet er 15 ha bedrijfsruimte zijn, tegen 5 ha nu. Al die ruimte is nodig voor het zaad van de bieten, uien, kool, wortelen en 50 andere soorten die Bejo wereldwijd produceert, test, schoonmaakt, selecteert en van een coating voorziet. In het 'Pakhuis' ligt "genoeg zaad om de wereld een paar keer te voeden", aldus een Bejo-medewerker.

Daarbij houdt Bejo zich, zoals aangegeven, aan strenge kwaliteitseisen. Zaad dat afgekeurd wordt, verdwijnt uit het circuit. "Het zaad dat dit lot treft, had oorspronkelijk een verkoopwaarde van soms honderden euro's per kilogram, maar is nu te oud of mist de juiste eigenschappen. De afgedankte zaden gaan voor een paar cent per kilogram naar verwerkers van restafval en eindigen bijvoorbeeld in vogelvoer", meldt de krant.
Het Financieele Dagblad - Genoeg om de wereldbevolking te voeden
Reageer
  • Deel
Druk af