Wie teveel spullen heeft, wordt ongelukkig, depressief en angstig. Bovendien is zoveel bezit slecht voor het milieu. Dat schrijft de Amerikaanse trendvoorspeller James Wallman in zijn nieuwe boek Stuffocation. Het is ook in het Nederlands verkrijgbaar onder de titel Ontspullen.

Stuffocation is een samentrekking van stuff en suffocation. Letterlijk betekent het 'stikken in de spullen'.

Psychologen toonden aan dat rommel stress veroorzaakt en stress voor nog meer rommel zorgt. Mensen moeten continu spullen opruimen, gebruiken, onderhouden. Dat kost veel tijd en energie. Antropologen die zich aan het onderwerp waagden, telden in een klein Amerikaans huis van 90 vierkante meter 2260 zichtbare spullen. In kasten opgeborgen spullen rekenden ze niet mee. De Amerikaanse fotograaf Peter Menzel brengt in zijn boek Material World dergelijke verspillingen net zo treffend in beeld als hij dat eerder deed met het voedsel dat mensen in huis halen.

Volgens Wallman moeten we ‘ontspullen’. Dan krijg je weer ruimte in je hoofd en agenda. Wallman denkt dat een kleine voorhoede van minimalisten zich al van hun materiële bezittingen aan het ontdoen is. Zulke mensen geven hun geld liever uit aan ervaringen als reizen, eten en festivals. In zijn boek beschrijft Wallman het experiment van twee van zijn vrienden. Zij maakten hun huis helemaal leeg en bleken zich opvallend prettig te voelen met alleen de allernoodzakelijkste spullen die ze tevoorschijn bleken te halen, zoals een tandenborstel , een stoel en een bord.

In het Westen lijkt de ‘ontspulling’ wortel te schieten, zegt Wallmann dan ook. Teruglopende comsumentenbestedingen zouden niet alleen het gevolg zijn van economische neergang, maar ook het resulteren uit onze verzadiging met bezit. Ook de opkomende sharing economy - waarin groepen mensen samen dezelfde spullen gebruiken, zoals bijvoorbeeld de buurtauto - ziet hij als een indicatie van de hang naar 'ontspulling'.
Trouw - De verspulling heeft een hoogtepunt bereikt
Reageer
  • Deel
Druk af