Door het combineren van genetische data met data over het lichaam uit wearables, hopen onderzoekers in de toekomst te achterhalen hoe ons DNA onze gezondheid beïnvloedt.
Door de vooruitgang in DNA-onderzoek is er een overvloed aan genetische informatie beschikbaar. Onderzoekers proberen uit deze informatie data te verzamelen waarmee ze vast kunnen stellen welke genen verantwoordelijk zijn voor ziektes of verslavingen. Om dit vast te kunnen stellen is meer informatie nodig over hoe DNA een rol speelt in de werking van het lichaam.
Stephen Montgomery van de Stanford University in Californië doet onderzoek naar het effect van kleine variaties in ons DNA op gezondheid en welbevinden en waarom de een anders reageert op bijvoorbeeld een medicijn dan de ander. Hiervoor zijn meer gegevens nodig over hoe het lichaam in de tijd verandert en reageert op de omgeving, eetpatroon en leefstijl. De opkomst van wearables kan hier een oplossing voor zijn.
Ontwikkelaars werken hard aan wearables die waardes als bloeddruk en bloedsuikerspiegel kunnen meten. Gecombineerd met genetische gegevens zouden deze data inzicht kunnen bieden in de relatie tussen DNA en lichaamswaarden, ook als mensen ouder worden. Wearables bieden de mogelijkheid om mensen gedurende lange tijd, zonder al te veel moeite te meten. “Op die manier kan je een gedetailleerd beeld krijgen van het gedrag van de genen.”
Hoewel de combinatie van deze technologieën veelbelovend lijkt, ligt de toepassing ervan nog ver weg. De dataverzameling ontwikkelt zich technologisch sneller dan de regelgeving ten aanzien van privacy. Daarnaast is het nog maar de vraag of de eventuele nieuwe inzichten een verschil zullen maken, omdat ze gedragsveranderingen van mensen zullen vragen. Het realiseren daarvan blijkt altijd weer een grote barrière omdat mensen gewoontedieren zijn.
Door de vooruitgang in DNA-onderzoek is er een overvloed aan genetische informatie beschikbaar. Onderzoekers proberen uit deze informatie data te verzamelen waarmee ze vast kunnen stellen welke genen verantwoordelijk zijn voor ziektes of verslavingen. Om dit vast te kunnen stellen is meer informatie nodig over hoe DNA een rol speelt in de werking van het lichaam.
Stephen Montgomery van de Stanford University in Californië doet onderzoek naar het effect van kleine variaties in ons DNA op gezondheid en welbevinden en waarom de een anders reageert op bijvoorbeeld een medicijn dan de ander. Hiervoor zijn meer gegevens nodig over hoe het lichaam in de tijd verandert en reageert op de omgeving, eetpatroon en leefstijl. De opkomst van wearables kan hier een oplossing voor zijn.
Ontwikkelaars werken hard aan wearables die waardes als bloeddruk en bloedsuikerspiegel kunnen meten. Gecombineerd met genetische gegevens zouden deze data inzicht kunnen bieden in de relatie tussen DNA en lichaamswaarden, ook als mensen ouder worden. Wearables bieden de mogelijkheid om mensen gedurende lange tijd, zonder al te veel moeite te meten. “Op die manier kan je een gedetailleerd beeld krijgen van het gedrag van de genen.”
Hoewel de combinatie van deze technologieën veelbelovend lijkt, ligt de toepassing ervan nog ver weg. De dataverzameling ontwikkelt zich technologisch sneller dan de regelgeving ten aanzien van privacy. Daarnaast is het nog maar de vraag of de eventuele nieuwe inzichten een verschil zullen maken, omdat ze gedragsveranderingen van mensen zullen vragen. Het realiseren daarvan blijkt altijd weer een grote barrière omdat mensen gewoontedieren zijn.