Natuurbeschermingsorganisaties leren in toenemende mate hun plannen pitchen naar ondernemers. Er zou zelfs sprake zijn van een cultuuromslag.

Jarenlang was commercieel denken onverenigbaar met het idealisme van natuurorganisaties. Dat verandert, schrijft het FD. Natuurbeschermers hebben te kampen met slinkende subsidies. Investeerders hebben steeds meer oog voor ‘groen’. Dit zorgt voor een grotere bereidheid tot samenwerking tussen de twee.

Daarom oefenen organisaties als Wetlands international, De Vogelbescherming Nederland en Sovon vogelonderzoek hun pitches voor ondernemers. De koepelorganisatie van de Nederlandse natuurbeschermers, de IUCN NL, doet zelf ook mee aan de cultuuromslag en wil dit jaar nog 10 tot 15 projecten te laten financieren door investeerders.

Volgens Gerhard Mulder, financieringsspecialist van IUCN NL ,hebben natuurbeschermers vaak fantastisch mooie projecten, die ze ook commercieel kunnen inzetten. "Natuurorganisaties moeten hun projecten leren presenteren als investeringen", zegt hij. “Ze moeten de taal van bankiers leren spreken. Het zijn geen zakenmensen. Ze hebben het gevoel hun ziel te verkopen." Toch is de bereidheid tot samenwerken “verbazingwekkend” groot volgens Mulder.

Statistieken over de markt van "groene" beleggingen ontbreken, maar aangenomen kan worden dat het groeit. Banken en vermogensbeheerders breiden hun assortiment aan "groene" beleggingsproducten alsmaar uit. Zo zijn er de zogeheten impactfondsen. Dit zijn fondsen die een zo concreet en meetbaar mogelijk ‘groen’ of duurzaam resultaat nastreven. Rabobank en Triodos richtten vorig jaar een impactfonds op dat biologische landbouw gaat stimuleren. Ook ABN AMRO biedt duurzame impactbeleggingen aan zijn klanten.
Het Financieele Dagblad - Natuurbeschermers niet langer vies van commercie
Reageer
  • Deel
Druk af