Doordat mensen hun voedsel klein leerden snijden met stenen voorwerpen, hebben ze kleinere tanden en grotere hersenen ontwikkeld.

Dat stellen onderzoekers in een recent onderzoek in Nature. De Homo erectus - die meer energie nodig had door zijn grotere hersenen en een groter lichaam - ontstond ongeveer 1,8 miljoen jaar geleden. Dit rechtoplopende menstype had kleinere tanden, minder kauwspieren, minder bijtkracht en kortere darmen.

De primatoloog Richard Wrangham lanceerde de theorie dat de ontdekking van het koken door onze voorouders deze veranderingen heeft veroorzaakt. Omdat we pas zo’n 500.000 jaar geleden voedsel zijn gaan koken, twijfelden archeologen aan deze theorie. Stenen werktuigen bestaan al 3,3 miljoen jaar. Daarom leek het hen logischer de versnelde evolutie van de mens te verklaren vanuit hun gebruik van deze voorwerpen.

Om deze nieuwe hypothese te bevestigen, keken wetenschappers hoe het bewerken van voedsel door het kleiner te maken de kracht en effectiviteit van kauwen beïnvloedt. Proefpersonen kregen stukken schapenvlees en knollen, al dan niet bewerkt, kauwden daarop tot het moment dat ze deze zouden willen doorslikken en spuugden ze vervolgens uit voor analyse. Het toevoegen van vlees aan het menselijke dieet (een derde deel vlees ten opzichte van volledig plantaardig) verminderde het aantal keer kauwen per jaar met bijna 2 miljoen keer (13%); de totale kauwkracht zou door deze verandering met 15% zijn gedaald. Door het snijden van vlees en het stampen van groenten (voornamelijk knollen) daalde het aantal keer kauwen met een extra 5% en de totale kracht met nog eens 12%.

Wrangham noemt het onderzoek ‘prachtig uitgevoerd’, schrijft NRC. Toch denkt hij dat koken een groter effect heeft op onze anatomie, omdat het niet alleen effect heeft op de kauwbaarheid van het eten, maar ook op de verteerbaarheid.
NRC - De mens dankt zijn kleine tanden aan het mes
Reageer
  • Deel
Druk af