"Het blijkt zo'n 350 jaar te duren voordat de extra energie die broeikasgassen aan het systeem toevoegen, goed en wel in het klimaat is verwerkt", vat Maarten Keulemans van de Volkskrant het modelleringswerk van de Harvard-onderzoekers Cristian Proistosescu en Peter Huybers samen.

Keulemans deed een belrondje langs klimaatsceptici, het KNMI en het IPPC (het klimaatinstituut van de Verenigde Naties). Sceptici zeggen dat modellen geduldig zijn en dat we veel beter moeten luisteren naar feitelijke waarnemingen dan naar modellen die op basis van theoretische uitgangspunten zijn gemaakt. De Harvard-mannen zeggen dat de sceptici fundamentele natuurlijke processen niet begrijpen. Het KNMI vindt de analyse van Harvard volkomen logisch en daarom overtuigend. Waar gaat het om?

Volgens de modellen van het IPCC zal de aarde bij iedere verdubbeling van de CO2-uitstoot tussen de 1,5 en de 4,5 graad opwarmen. Die modelwaarden komen niet overeen met de metingen over de afgelopen anderhalve eeuw; die wijzen op 1,5 à 2 graden opwarming. Volgens Harvard en het KNMI neemt het vermogen van de aarde om warmte terug te kaatsen gradueel af, zodat de lagere waarnemingen nu juist door de nieuwe modellen verklaard worden. Volgens de sceptici wijzen de nieuwe waarden vooral op het feit dat de modellen niet deugen omdat nieuwe statistiek er nu alweer andere waarden en theorieën uit afleidt.

De nieuwe Harvard-berekeningen laten een heftigere opwarming zien dan waar het IPCC-panel tot op heden van uitging. Bij een verdubbeling van de CO2-uitstoot zouden we rekening moeten houden met een opwarming die tussen de 2,2 en de 6,1 graden ligt, bij een middelste waarde van 3,5 graad.
Dit artikel afdrukken