De kleinschalige pluimveehouderij moet groot worden. Dat klinkt een beetje raar, maar daarmee bedoelen we niet dat kleinschalige houderijen groter moeten worden, maar dat het hoog tijd is dat de kleinschalige pluimveehouderij erkenning, stimulering en eigen regelgeving krijgt. En dat deze tak die geen eieren of vlees exporteert, wordt gezien als kans om zo snel een pilot mee te starten voor vaccinatie tegen vogelgriep.

Middenin een vogelgriep-, klimaat- en biodiversiteitscrisis is het duidelijk dat er wat moet gebeuren met de pluimveehouderij. In enkele maanden tijd zijn al méér dan een miljoen kippen en eenden vergast, maar ook wilde vogels en zoogdieren zijn massaal de klos. Na jarenlang hopen dat er de volgende winter geen vogelgriep komt, is die hoop vervlogen en is het hoog tijd voor een gedegen lange termijn beleid.

De (integrale) oplossing ligt volgens Caring Farmers bij een kleinere kippenstapel en robuustere dieren. Steeds meer boeren houden kippen in kleinschalige, (mobiele) huisvestingssystemen en het is tijd dat deze duurzame en innovatieve houderij als aparte tak wordt gezien met bijgaande passende regelgeving.

Nu vallen deze houders met regelgeving steeds tussen wal en schip – tussen de hobby houder en de grootschalige gangbare houderij. Aparte regels zijn belangrijk om aan de ene kant dierenwelzijn en voedselveiligheid in deze groeiende tak te waarborgen, en aan de andere kant de tak te laten floreren. Passende minimum eisen voor hygiëne, milieu en dierenwelzijn, maar toegespitst op korte ketens, onderling vertrouwen, gezonde en bewegelijke dieren die buiten scharrelen, en passend bij de draagkracht van de boer.

De belangrijkste en acute maatregelen die wij vragen om het welzijn van onze kippen snel te waarborgen: duidelijke richtlijnen voor afschermplicht kleinschalig gehouden pluimvee, en zo snel mogelijk starten met een vaccinatie pilot voor (kleinschalige) houderijen waarbij er geen sprake is van export.
Dit artikel afdrukken