Altijd maar weer die suffe kipfilet, het is mij een doorn in het oog. Verplicht ingrediënt van menig pakje of zakje. Makkelijk, zeker, hophop, snel in stukjes gesneden, maar het levert niet zelden een droge hap op. Bovendien is het zo inefficiënt als de pest zolang wij met z’n allen vooral kipfilets eten, en geen hele kippen.

Mijn eerste kennismaking met een hele kip bleek een verpletterende ervaring. Als zeventienjarige was ik een jaartje au-pair bij een Zwitsers gezin. Dat ik voor de kinderen moest koken, bleek pas ter plekke, en mijn kennis ging niet veel verder dan zelfgebakken appeltaart. Met behulp van kookboeken en tijdschriften ben ik gaan experimenteren en het is uiteindelijk allemaal goed gekomen. De dame des huizes leerde me in de eerste week hoe je kip uit de oven maakt: kip insmeren met zout, peper en olie, uurtje in de oven en klaar is Kees. In totale verbijstering aanschouwde ik het wonder: zelden zulke geurige, knapperige, sappige kip gegeten, en dat met minimale inspanning. Overigens at het gezin er zelf steevast chips bij. Die gewoonte heb ik niet overgenomen, die kiproostermethode wel.

Uiteraard heb ik intussen vele manieren bijgeleerd om met kip aan de slag te gaan, maar laten we het ditmaal eens houden bij deze oersimpele basisversie die ook bij iedereen met twee linkerhanden niet kan mislukken.

Nodig:
- 1 blije kip
- ferme scheut olijfolie
- zout & peper uit de molen
- optioneel: 1 citroen, wat tijm/rozemarijn, (zoete) aardappels

Verwarm de oven voor op 220 °C. Haal de kip op tijd uit de koelkast, zeg een uurtje, zodat hij niet ijskoud de oven ingaat. Haal het bijelkaarhoudelastiekje eraf. Dep indien nodig droog met
keukenpapier. Bestrooi de binnenholte met zout en peper en vervolgens ook de buitenkant. Als je hebt, snij dan een citroen doormidden en stop erin, samen met wat takjes kruiden. Kerf met een scherp mes een kruis in beide poten. Borstvlees is namelijk eerder gaar (lees: droog) dan poten. Maar als je die poten inkerft, gaan ze qua tijd gelijk op, vandaar. Bind de poten naar boven samen vast met een rolladetouwtje zodat de kip mooi in vorm blijft. Leg hem in een licht ingevette metalen braadslee. Wie aardappels heeft, snijdt die in stukken (zoete moet je schillen, bij gewone kun je dat ook achterwege laten) en strooit ze eromheen met wat zout erover. Zorg wel dat het allemaal niet te krap is, neem anders gewoon de bakplaat zelf. Besprenkel de hele boel met olijfolie, en wrijf de kip een beetje in. Zet 1 uur in de oven, liefst iets onder het midden. Tussentijds eventueel nog een keertje bedruipen met de olie en de aardappels omhusselen.

Een gemiddelde kip is na een uur gaar, en die aardappels al helemaal, maar als je het zeker wilt weten kun je even met een mes in het vlees prikken: kleurloos sap betekent gaar, roze sap betekent nog even 5-10 minuten terug in de oven. Haal uit de oven, laat liefst nog even 10 minuten rusten in folie en snij dan aan.

P.S. Na afloop het karkas niet weggooien, daar kun je fantastische bouillon van trekken! Vooruit, dat recept volgt binnenkort.

Meer van Karin vind je op Koken met Karin.
Fotocredits: Karin Luiten
Dit artikel afdrukken