Opgroeiende kinderen leren geleidelijk aan steeds meer zelf beslissingen te nemen. Het maken van goede beslissingen op het gebied van voeding is van belang voor het welzijn en de gezondheid. Vanwege hun zich nog ontwikkelende zelfregulatie en cognitieve functies kan het voor kinderen een uitdaging zijn om te kiezen voor iets gezonds wat minder lekker is.

In onderzoekresultaten die werden gepubliceerd in Nature beschrijven Amerikaanse onderzoekers hoe deze besluitvorming tot stand komt.

Gedrag en fMRI
De onderzoekers keken bij 25 kinderen tussen 8 en 14 jaar hoe zij kiezen tussen voedsel. Dit deden ze door gedragstesten en een functionele MRI (fMRI), waarop zichtbaar is welke hersendelen actief zijn bij bepaalde handelingen. De kinderen scoorden 60 verschillende voedingsmiddelen op gezondheid, wat ze van de smaak vonden en hoe lekker ze de producten over het algemeen vonden. Bij de fMRI kregen de kinderen de voedingsmiddelen weer te zien en moesten ze aangeven wat hun eigen keus zou zijn en hoe graag ze het dan wilden eten. In de tweede ronde moesten ze scoren wat ze dachten welk product hun moeder voor ze zou uitkiezen.

De auteurs concluderen dat de manier waarop ouders voedselkeuzes maken tijdens de jonge jaren van het kind, het eetgedrag van de kinderen beïnvloedt naarmate zij ouder worden
Uit de resultaten van de scores bleek dat de eigen keus van de kinderen gebaseerd was op ‘lekker’ en niet zozeer op ‘gezond’. Bij het inschatten van de keuze van de moeder wogen 'lekker' en 'gezond' even zwaar mee. Bij het nadenken over wat de moeder zou zeggen, werd het hersengebied actief dat ook betrokken is bij zelfcontrole en sociale cognitie.

Volgens de auteurs lijkt het erop dat de kinderen zich wel bewust waren van het gezondheidsaspect van voeding, maar dit niet meenamen in hun eigen scores. Ook legden ze blijkbaar geen prioriteit bij de gezondheid van het product, ondanks dat ze zich bewust waren welk voedingsmiddel gezonder was.

Combinatie keus moeder en voorkeur kind
Bij het analyseren van hun algemene oordeel over een voedingsmiddel, bleek dat de kinderen daarin toch ook het gezondheidsaspect meenamen. Ze baseerden hun keuzes op een combinatie van hun eigen keus en de keus van de moeder. Blijkbaar nemen de kinderen de keus van de moeder mee in hun keuze als een soort externe regulator en laten ze niet alleen hun eigen voorkeur spreken.

De auteurs concluderen dat de manier waarop ouders voedselkeuzes maken tijdens de jonge jaren van het kind, het eetgedrag van de kinderen beïnvloedt naarmate zij ouder worden. In interventies om het risico op kinderobesitas te verkleinen, zouden de ouders dan ook de primaire doelgroep moeten zijn, zeggen de auteurs.
Dit artikel afdrukken