Het kan natuurlijk wel, maar minister Carola Schouten wil het niet.

Ierland exporteert per jaar circa 80.000 kalveren naar Nederland. Het land wil de transportduur per schip en vrachtwagen naar Nederland verkorten door de jonge dieren op het vliegtuig te zetten. Dan zijn ze er in een wip. Minister Schouten denkt niet dat het vliegtuig het dierenwelzijn van de kalveren verhoogt. "Ook al is de vluchtreis relatief kort", zegt ze, "de kalveren moeten vanuit de melkveebedrijven en verzamelplaatsen in Ierland naar het vliegveld worden vervoerd en na de vlucht moeten ze vanaf een vliegveld in Nederland per wegtransport naar de bedrijven van bestemming worden gebracht." Dat moeten ze nu natuurlijk ook en daar komt dan nog die langere reis bij.

De minister en haar ambtenaren willen liefst helemaal geen kalfjes uit het buitenland meer. Dat heeft gevolgen. De dieren zullen ter plekke worden doodgeslagen of net een paar dagen later netjes worden geslacht. Zo ging dat vroeger overigens ook, want die reiskalveren zijn stiertjes waar een boer niets aan heeft omdat ze nooit melk zullen geven.

Wij vinden zulke praktijken niet meer van deze tijd. Daarom is de kalverhouderij uitgevonden, een gespecialiseerde bedrijfstak. Omdat de slachterij pas economisch interessant wordt als je ook voldoende buitenlands volume aantrekt, importeren we kalveren.

Maar ook het vervoer van de kalveren vinden we niet meer van deze tijd. Het is dus kiezen of delen. Of overal waar melkvee is, ook een mesterij en slachterij voor jonge stierkalveren bouwen of geen melkvee meer houden. Het eerste is zo duur, dat het tweede daar mogelijk de consequentie van is.

Opmerkelijk is het tegenhouden van Ierse babykoetjes. Kalverhouders vinden het de minst ziektegevoelige dieren en hebben de Ierse kalveren doorgaans liever dan Nederlandse.
Rijksoverheid - Beantwoording Kamervragen over Iers plan om kalfjes op het vliegtuig te zetten naar Nederland
  • Deel
Druk af