De minister beoogt voedselproductie en -consumptie gezonder, duurzamer, ecologisch veerkrachtiger en klimaatbestendig te maken. Het liefst zo dat de boeren er ook mee vooruit kunnen. De term voedselbeleid is dus terug van weggeweest. Staghouwer benoemt diverse onderwerpen in de brief zoals het formuleren van een visie en doelstellingen op eiwittransitie, aandacht voor de voedselomgeving, de link met het Nationaal Preventieakkoord, en beleidsinstrumenten van normering en beprijzing (zoals een vleestaks).

Deze onderwerpen geven gehoor aan de eerdere adviezen van de Transitiecoalitie Voedsel zoals beschreven in ons tienpuntenplan. We pleiten al geruime tijd voor een sleutelrol voor de eiwittransitie in een integraal voedselbeleid. Een meer plantaardig eetpatroon heeft zowel milieu- als gezondheidsvoordelen, maar ook dierenwelzijnsbaten. Om naar een duurzamer voedselsysteem te komen is het terugbrengen van de consumptie van dierlijke eiwitten, vanwege de grote impact, essentieel.

Mooi, maar het mag nog wel wat urgenter en sneller
Hoewel veel actoren in ons voedselsysteem zich al actief inzetten voor een meer plantaardig eetpatroon, was er bij de overheid altijd nog weinig sprake van urgentie. Daar lijkt met de brief van Staghouwer verandering in te komen. Hij spreekt van een verschuiving in de balans van de consumptie van dierlijk en plantaardige eiwitten van de huidige 60/40- verhouding naar 50/50 in 2030. Mooi, maar het mag nog wel wat urgenter en sneller. Een verhouding van 50/50 in 2030 betekent immers dat we in de komende 8 jaar slechts 10% verschuiven in de verhouding dierlijk/plantaardig.

De actuele discussies over voedselzekerheid naar aanleiding van de Russische inval in Oekraïne, de klemmende klimaatproblematiek, de vele deels vleesgerelateerde gezondheidsziekten en de impacts van onze huidige productie- en eetpatronen op landschap en biodiversiteit schreeuwen om een versnelling. In dit licht bezien zijn de ambities in de brief van Staghouwer nog mager. De Transitiecoalitie Voedsel pleit daarom voor 50/50 in 2025 en 40/60 in 2030. Deze aanbeveling past binnen de stapels onderzoeken en rapporten die de gezondheidsvoordelen van een meer plantaardig eetpatroon aantonen. Een voorbeeld is het recent verschenen rapport van de wereldgezondheidsorganisatie WHO.

Het uitspreken van een visie en het formuleren van concrete doelstellingen is een belangrijke stap om te komen tot een meer plantaardig eetpatroon. Het is dan ook een van de punten van het tienpuntenplan dat de Transitiecoalitie Voedsel heeft aangeboden aan de Tweede Kamer om ‘Plantaardig het Nieuwe Normaal’ te maken. Daarvoor is een intensievere samenwerking tussen LNV en VWS nodig, eveneens een punt van het tienpuntenplan en beaamd in de brief van Staghouwer.

Zo verschuift de politieke discussie voor het eerst van ‘wat is nodig’ naar ‘hoe doen we het’. Daarvoor zijn diverse aanzetten te vinden, zoals een accent op een meer plantaardig eetpatroon in de Nationale Eiwitstrategie, waar de focus tot nu vooral op de productie lag. Een volgende stap is om die consumptiezijde te realiseren via de zogeheten voedselomgeving. Dit is het aanbod, de promotie en het straatbeeld dat de consument omringt en dat in hoge mate diens keuze bepaalt.

Via die lijn, en dus niet de aloude focus op informeren, zijn snelle verschuivingen naar meer plantaardig te realiseren. Staghouwer erkent die potentie in zijn brief. Dat is een mijlpaal en biedt potentie voor een snellere realisering om de gezondere, duurzamere en meer plantaardige keuze, de gemakkelijke keuze te maken. Dit is belangrijk omdat uit onderzoek en ervaring blijkt dat alleen informeren over deze keuze onvoldoende effectief is.

De verschuiving van ‘wat’ naar ‘hoe’ zal ongetwijfeld veel discussies oproepen. Dat zagen we al in het Kamerdebat over de brief, waar de helft van de Tweede Kamer puur vanuit de onderbuik op het idee van een vleestaks reageerde. En het ging hier alleen nog maar om een onderzoek. Die reacties wijzen erop dat de discussie over ‘wat’ nog niet definitief beslecht zijn. Het is een goede zaak als Staghouwer desondanks vast aan de uitvoering gaat werken.

De eiwittransitie is niet realiseerbaar zonder ‘inzet van evenwichtige mix van beleidsinstrumenten’, waar ook normering en beprijzing onderdeel van kunnen uitmaken. Zoals ‘een heffing op vlees in combinatie met een terugsluis richting de producerende sector’ die Staghouwer aankondigt. Deze heffing is ook in overeenstemming met de mening van de meerderheid van Nederlandse bevolking.

Met deze goede start mogen we er vertrouwen in hebben dat de minister van LNV ook andere elementen van het tienpuntenplan gaat omarmen. Zoals de aanbeveling jaarlijks een rapportage op te stellen om Tweede Kamer te informeren over de doelen van een integraal voedselbeleid, te beginnen met de omslag naar 50:50 in 2030, zodat bijsturen via beleid tijdig mogelijk is. En de aanbeveling om de catering voor het Rijk een ambitieus voorbeeld te laten zijn van een voornamelijk plantaardig aanbod, naast de inzet op lokaal en biologisch.
Meer informatie over Transitiecoalitie Voedsel: www.transitiecoalitievoedsel.nl
Het tienpuntenplan: 10-puntenplan-Plantaardig-het-Nieuwe-Normaal_def.pdf (transitiecoalitievoedsel.nl)
Uitgebreide reactie op de brief van Staghouwer: Reactie TcV op de brief van Staghouwer: belangrijke eerste stap naar een integraal voedselbeleid – Transitiecoalitie Voedsel


Natascha Kooiman is Kwartiermaker TransitieCoalitie Voedsel.
Dit artikel afdrukken