Een uitzending van Nieuwsuur zaterdagavond over de politieke rol die het RIVM en de wetenschap in het crisismanagement door het Outbreak Management Team (OMT) is gaan spelen, veroorzaakte ongemakkelijke reacties. Viroloog prof. Marion Koopmans vindt het 'gek' dat de wetenschappers die kritiek uitten bij Nieuwsuur niet eerst bij het OMT hadden aangeklopt; microbioloog prof. Jan Kluytmans distancieerde zich van het 'plak- en knipwerk' van Nieuwsuur. Volkskrant-wetenschapsjournalist Maarten Keulemans nam het voor hun ongemakkelijke gevoel op met een serie van 8 tweets. Het RIVM reageerde uitgebreid op de kritiek op het OMT en wekt de indruk die niet te herkennen.

Terwijl er een ongewone volksgezondheidscrisis gaande is die regeringen zo strikt hebben aangepakt dat de economie volledig uit het lood is geslagen, blijken we ook een discussie te moeten voeren over de rol van de expert als adviseur in crisistijd
Er gaat nogal wat schuilt onder dit opstootje, dat als nieuwsfeit een topje van een verborgen ijsberg is.

In de uitzending was oud-RIVM-directeur Roel Coutinho duidelijk en overtuigend: er is wel degelijk sprake van politieke keuzen door experts. Coutinho zat vroeger op de stoel van RIVM's chef Corona Jaap van Dissel, inmiddels bekend als het geweten van premier Rutte bij het managen van Nederland tijdens de grootste crisis die ons sinds WO II heeft getroffen.

Terwijl er een ongewone volksgezondheidscrisis gaande is die regeringen zo strikt hebben aangepakt dat de economie volledig uit het lood is geslagen, blijken we ook een discussie te moeten voeren over de rol van de expert als adviseur in crisistijd. Veel is onzeker zodat keuzen om met de situatie om te gaan, worden getypeerd als vliegen in de mist zonder navigatie-apparatuur. Toch zijn de best geïnformeerde oordelen nodig om beleidsbeslissingen te nemen; binnen een democratie moet het gekozen management van regering en controlerend parlement die besluiten nemen op basis van de hen ter beschikking staande informatie.

Praktijk is weerbarstig
Zijn daar fouten gemaakt? Volgens Coutinho hoeft Nederland zich geen zorgen te maken omdat de feiten laten zien, dat Nederland 'het niet slecht gedaan heeft'. Voor echt geïnformeerde wetenschappelijke oordelen moet de regering zich volgens Coutinho echter niet op het OMT maar op afgewogen feitenanalyses van de Gezondheidsraad beroepen. Die kan na tien dagen studeren een gewogen oordeel geven, waarna de politiek een besluit kan nemen.

Klopt dat? Theoretisch wel, maar de praktijk is aanmerkelijk weerbarstiger. De gang langs de knapste koppen en hun gezamenlijke weging van de jongste bekende feiten vervangt als het ware het oordeel van de ervaren praktijkarts en ambachtsman die weet wat hij moet doen bij een ongeluk. Daarmee is die weg ook meteen getypeerd: het kan alleen als er tijd is om de patiënt even te laten liggen en het blijft academisch.

Die aanpak toepassen in de praktijk is ingewikkelder. Bedenk alleen al hoe moeilijk de keuze is tussen het redden van mensenlevens en de gevolgen van het veroorzaken van de - in al zijn facetten inmiddels nauwelijks meer te bevatten - schade aan het sociale en economische stramien van de samenleving. Het gaat om zulke verschillende kennisdomeinen die met zoveel onzekerheden en ethische keuzen te maken hebben dat omvattende academische 'expertise' uitmondend in een oordeel een illusie is. Informatie uit verschillende hoeken en opinies daarover zullen daarom door de democratisch gekozen politiek tot een besluit en aanpak moeten gebracht. Daar lijkt al een aanzet voor te zijn, zodat de politiek sowieso weer het primaat krijgt. Zoals de bestuurskundige en expert crisismanagement Arjan Boin, hoogleraar in Leiden, me begin vorige week vertelde, is de tijd van het crisismanagement voorbij en kan de politiek weer nadenken over de toekomst en de aanpak daarvan. De NRC maakte op 24 april - een dag voor de Nieuwsuur-uitzending - een keurige maar ook verontrustende analyse van die nieuwe fase in de coronacrisis. De krant schreef: "De virusverspreiding lijkt onder controle, maar nieuwe vragen dringen zich op. Vragen die het OMT niet kan beantwoorden. De Haagse uitweg? Het klassieke, onoverzichtelijke polderoverleg." Fractieleider Gert-Jan Seegers van regeringspartij ChristenUnie diende een breed gesteunde motie in om voor die nieuwe fase het kabinet naast het OMT ondersteuning te geven met wat inmiddels is gaan heten een Impact Management Team (IMT).


De burger verliest zijn vertrouwen weer door het eindeloze politieke getouwtrek en gedraai met als enige doel het gijzelen van de emoties van kiezers om zetels te winnen bij de volgende verkiezingen
Guillotine
Dat leidt tot de vraag of de politiek in staat is om verstandige besluiten te nemen. Politiek commentator Tom-Jan Meeus gaf afgelopen weekend in de NRC zijn analyse die, kort samengevat, zegt: partijen en politici binnen partijen schieten in profileringsdrang alle kanten op. Onder het plaatje van een guillotine waarschuwt Meeus alvast voor een parlementaire enquête waarin de politiek en ministers er niet best van afkomen. De experts en ambtenaren zullen hooguit met de schrik vrijkomen, denkt Meeus.

Het ambtelijk apparaat speelt de hoofdrol in een ogenschijnlijk komische case uit de begindagen van de coronacrisis. Uit vrees voor lege schappen in maart maakten Nederlandse ambtenaren, ondersteund door expertise, plannen om producten als wc-papier, blikgroenten, pasta en andere levensmiddelen gerantsoeneerd te gaan verkopen. Dat onthulde de NRC afgelopen donderdag. Den Haag oefende druk uit op de supermarkten om de meest populaire boodschappen tijdens de uitbraak van de coronacrisis op de bon te doen. Niet nodig en onverstandig, zeiden de supermarkten. Verkopen op de bon veroorzaakt paniek en kan - zoals zich in België voordeed door het verbod op prijsacties - de prijzen omhoog jagen. Dat gebeurde in Nederland niet omdat er meer dan genoeg voorraad was om hamsteraars te bedienen en de markt geen interventie nodig had. De supermarkten kregen gelijk. Consumenten kochten zich scheel tot hun voorraadkasten uitpuilden en de angst die hun hamstergedrag voedde, verdween. Ze gingen weer terug naar een genormaliseerd koopgedrag en constateerden dat ze niet bang hadden hoeven zijn. Dat creëert vertrouwen.

Hands-on ervaring
Het voorbeeld laat zien dat het beeld dat landbestuurders en hun experts van de werkelijkheid hebben, niet spoort met de oordelen van de hands-on ervaring en de inschatting van de situatie van degenen die het werk moeten doen. Ook als openbaar bestuurders buiten de politiek om optreden. Gaat een expert-IMT - indachtig de enormiteit van keuzen en de vele onbekenden, zeker onder niet-praktijkdeskundigen, die in de praktijk opdoemen - betere adviezen geven dan de experts en ambtenaren in de hamstercase? En, de opnieuw onvermijdelijke vraag, maakt de politiek daar vervolgens dan verstandige chocolade van?

Politiek verkeerde al in crisis
Er hangt een bang antwoord in de lucht. Nee, dat konden democratieën al voor ze deze crisis ingingen niet, zegt de politicoloog Pierre Rosancavallon in zijn boek Good Government. En daarom, denkt Rosancavallon, is er zo'n hang naar totalitair en demagogisch leiderschap (Trump in de VS, Orban in Hongarije, Johnson in het Verenigd Koninkrijk). Na het grote vertrouwen dat bijvoorbeeld premier Rutte en president Macron weer kregen door hun daadkrachtige optreden in de beginweken van de crisis, zuigen de rechtspopulistische politieke partijen weer aan het gemoed van de burger. Die verliest zijn vertrouwen weer door het eindeloze politieke getouwtrek en gedraai met als enige doel het gijzelen van de emoties van kiezers om zetels te winnen bij de volgende verkiezingen.

We realiseren ons dat we kwetsbaar zijn, maar niet voor zulke kwetsbaarheden zijn georganiseerd
Uit zulke processen komt geen gedeeld toekomstbeeld naar voren, terwijl dat juist nu noodzakelijker is dan ooit sinds WO II. Ook al zullen de lockdowns worden afgebouwd, er is wel degelijk een wereld ondergegaan. We realiseren ons dat we kwetsbaar zijn, maar niet voor zulke kwetsbaarheden zijn georganiseerd. Daarom bleek de economie binnen 2 maanden feitelijk failliet. Hoewel we beginnen te ontdekken dat de sterfte door Covid-19 vermoedelijk zo'n 0,5% bedraagt (zegt de betrouwbare arts en academicus David Katz, gebaseerd op de doden in New York City (waar het virus zich gemakkelijk onder een grote bevolkingsconcentratie kon verspreiden), wil onze samenleving zoveel mogelijk doden vermijden. Als we dat blijven willen, zullen we ons echt anders moeten organiseren. Dat gaat niet zonder overheid die duidelijke kaders stelt waarbinnen ondernemers weer zinvol aan de slag kunnen met de biljoenen die hen worden toegeworpen en waar burgers en politieke partijen terecht eisen aan zullen stellen, zoals in Nederland via de Volkskrant al werd gedaan door een bonte stoet BN'ers van Ewald Engelen tot Dries van Agt en Paul Polman tot Claudia de Breij, Adriaan van Dis en Ramsey Nasr.

Kijk eens goed naar wat wetenschap is - een hoge mate van onzekerheid, geïnformeerde opinies en gewoontes om daarmee om te gaan maar ook ontbeerlijke inzichten biedend
Net zoals er al een politieke crisis was vóór het nieuwe coronavirus losbarstte, was er al een richtingenstrijd. Geen NGO of progressieve partij liet zich onbetuigd. Iedereen verklaarde de crisis als bewijs van het feit dat zijn wereld er nu moest komen of dat bepaalde trends nu toch echt definitief de kop in moesten worden gedrukt. Gaat dat helpen om richting te kiezen? Nee, zegt Simone Eringfeld, dit is geen moment voor academisch ellebogenwerk, want we hebben iets belangrijkers te doen. Op korte termijn zullen we een paar keuzen moeten maken waar we samen achter kunnen staan. De rest is tijdverdrijf voor intellectuelen en activisten en was dat vermoedelijk ook al die tijd al.

Maar hoe dan? Op die vraag geeft Frank Miedema, de Utrechtse hoogleraar immunologie die zich sterk maakt voor wetenschap in transitie, een antwoord. Het klinkt wellicht als 'lees eens een paar boeken', maar de gedachten waar hij aan refereert zijn bloedserieus: kijk eens goed naar wat wetenschap is - een hoge mate van onzekerheid, geïnformeerde opinies en gewoontes om daarmee om te gaan maar ook onontbeerlijke inzichten biedend - en neem dan ook besluiten vanuit het besef van je mogelijk falen.
Dat onderwerp staat al sinds de jaren '70 van de vorige eeuw op de agenda van intellectuelen (denk aan Thomas Kuhn, Michel Foucault, Stephen Toulmin en John Ralston Saul). Het leek tijdverdrijf, maar staat opeens midden in de praktijk; voor wie het horen wil tenminste.

Heel simpel geformuleerd: heb het er samen over en organiseer een open gesprek met mensen die de praktijk kennen. Ook dat klinkt weer als drammen van mensen die altijd al zeiden dat het niet gaat om de utopieën - van die andere drammers die hun gelijk kwamen halen - maar om het goede gesprek van mensen die vragen stellen en de antwoorden daarop wegen voor het front van de natie en de wereld. En toch is het de uitdaging van de democratisch wereld die vóór de coronacrisis al geruime tijd kampte met een onvoldoende als urgent gevoelde politieke crisis.

Liefst vóór Nederland verder polariseert door politieke rattenvangers van Hamelen die hun successen bouwen op wantrouwen in politici die de burger ontevreden stemmen over het lot waar ze Nederland aan overlaten omdat ze de polarisaties niet wisten te doorbreken
Voedselsysteem:
Waar te beginnen? Bij het rustig houden van mensen en dus bij de inrichting van het voedselsysteem. Als dat blijft kraken zoals nu al duidelijk wordt door boeren in grote exporterende landen die hun melk moeten laten weglopen en hun aardappels niet aan de straatstenen kwijt kunnen, dan zal de productie worden ingekrompen en zullen verwerkende fabrieken op de fles gaan. Dat gebeurt binnen verrassend kort tijd en dat is uiterst destabiliserend voor een half miljard mensen (een kleine 7% van de wereldbevolking) die wonen in gebieden die zelf niet aan voedselzekerheid hebben gewerkt. De eerste 130 miljoen van die groep zijn al geteld door de G20. We kunnen doen alsof ze nu wel aan hun eigen lokale voedselsysteem moeten werken, maar dat maakt hen alsnog het kind van de rekening van onze politieke crisis waardoor we de wereld in de soep laten draaien. Een voedselsysteem bouwen kost decennia, als je het voortvarend ter hand neemt tenminste. Dat wil niet zeggen dat dergelijke landen niet onafhankelijker moeten worden om de kwetsbaar makende grillen van de natuur op te kunnen vangen. Je moet beide doen: én zorgen dat mensen daar nu kunnen eten én dat ze daar onafhankelijk worden. Dat valt te plannen, maar dan moet je wel tot een plan komen en de komende jaren de eerste nood lenigen.

Wat zal er bij ons gebeuren als we niet in staat zullen blijken plannen te maken? Ik sprak er afgelopen weken een aantal mensen over uit de voedselketen: er zullen de nodige boeren en verwerkende bedrijven omvallen, met als resultaat aanmerkelijk duurder eten. Honger zullen we niet lijden, maar de koopkracht, en dus onze welvaart, zal er danig van achteruit kachelen. Als we dat willen - het is immers veel beter voor het milieu - dan is er niets aan de hand. Als we het niet willen of er voorwaarden aan willen stellen om het passend te laten landen, dan moeten we het erover hebben. Liefst vóór Nederland verder polariseert door politieke rattenvangers van Hamelen. Ze bouwen hun successen op wantrouwen in politici die de burger ontevreden stemmen over het lot waar ze Nederland aan overlaten omdat ze de polarisaties niet weten te doorbreken.

Blijft die vraag: hoe start je zo'n gesprek over het voedselsysteem waarin de echte vragen gesteld worden in plaats van dat alle oudbakken antwoorden alweer worden opgediend?
Dit artikel afdrukken