Het kabinet wil eerst weten wat het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL) vindt van de voorstellen die de Klimaattafel over landbouw onder leiding van Pieter van Geel heeft gedaan. Krachtens het Parijse Klimaatakkoord moet de Nederlandse landbouw in 2030 de uitstoot van broeikasgassen hebben verminderd met 3,5 megaton CO2.

De voorstellen zijn tot nu toe gezocht in warme sanering van de varkenshouderij, technische maatregelen die de uitstoot via de darmen van dieren door aangepast voer tegengaan, mestopslag en minder kunstmest (waarvan de productie veel CO2-uitstoot), slimmer landgebruik, vernatting van veenweidegebieden (waardoor grote hoeveelheden methaanuitstoot kunnen worden tegengegaan), minder niet-groene percelen en zuiniger energiegebruik in de land- en tuinbouw.

Volgens Boerderij zit het kabinet met een prangende vraag: kan Parijs misschien ook gehaald worden zonder de veestapel in Nederland in te krimpen?

Om het eenvoudig te zeggen: er zit geen buitenlandse afnemer te wachten op varkensvlees uit een Nederlandse varkens- of kippenstal met de jongste generatie peperdure luchtwassers
Als dat moet kan het uiteraard, maar het is de vraag tot welk nut dat strekt. Het zal een boel kostenverhogende technische maatregelen vergen voor meer binnen gehouden dieren. Vlees, zuivel en eieren van 'binnendieren' is wat het Nederlandse publiek niet meer wil onder druk van nieuwe opinies over dierenwelzijn. Dat terwijl het commercieel-economisch logischer is innovatieve nieuwbouw-stallen zoals Kipster die wel aanspraak maken op klimaatneutraliteit dichter bij hun afnemers in het buitenland te bouwen. Voor vlees, zuivel en eieren geldt dat Nederland tussen de 70 en 90% van zijn productie exporteert en toenemende moeite krijgt die productie rendabel te verkopen als die geen meerwaarde heeft in de vorm van lokale, klimaat- en diervriendelijke productie. Om het eenvoudig te zeggen: er zit geen buitenlandse afnemer te wachten op varkensvlees uit een Nederlandse varkens- of kippenstal met de jongste generatie peperdure luchtwassers. Een dier wordt immers niet lekkerder of gelukkiger van zulke techniek.

Te hopen valt dan ook dat het PBL ook commercieel-economisch overwegingen in zijn berekeningen voor het kabinet meeneemt. Het kabinet zit vermoedelijk met een heel andere overweging: hoe gaat Nederland straks om met het afschrijven van een belangrijk deel van een sector die om economische redenen geen toekomst meer heeft in Nederland? Daarom wil het weten of er wegen zijn om dierhoudende ondernemers zelf die keuze te laten maken door te stoppen of verder te investeren in een - voor velen vermoedelijk -onhaalbare toekomst.
Dit artikel afdrukken