De Rli adviseert een omslag in het beheer van de veenweidegebieden: van peilverlaging naar peilverhoging. Om die omslag te realiseren moet de rijksoverheid gericht gaan sturen. Die sturing ontbreekt nu grotendeels. De raad adviseert om 50% bodemdalingsreductie wettelijk verplicht te stellen in 2030, en om voor 2050 een streefdoel van 70% bodemdalingsreductie vast te leggen. Deze doelen vloeien rechtstreeks voort uit de verplichtingen in de Klimaatwet. Ook moet het Rijk investeren in een solide kennisbasis en een meetnetwerk voor bodemdaling in veenweidegebieden, vindt de Rli.
De Rli pleit voor een regionale gebiedsgerichte aanpak om het bodemdalingsbeleid uit te voeren: provincies moeten in overleg met belanghebbende partijen met behulp van zoneringskaarten prioriteiten aangeven. Ook de uitvoering kan het beste regionaal belegd worden; de waterschappen zijn de aangewezen coördinatoren.
Omdat de 'vernatting' als gevolg van de verhoging van het grondwaterpeil voor de boeren in de veenweidegebieden ingrijpende gevolgen kan hebben, moet de overheid boeren "financieel en met kennis' ondersteunen.
Verhoging van waterpeil kan ingrijpende gevolgen hebben voor bedrijfsvoering boeren op veen. De #Rli vindt dat de overheid boeren moeten ondersteunen bij omslag, financieel en met kennis, @LTONederland @minBZK @minlnv @NKBodemdaling @pderuyterland https://t.co/9h9qEEDEb2 pic.twitter.com/IQRkWgg35m
— Rli (@raadrli) September 3, 2020
In een persbericht laat LTO Nederland weten:
Blauwdrukdenken lost bodemdaling niet op
Het Nederlandse veenweidelandschap staat door bodemdaling onder druk. Investeren is noodzakelijk: in dialoog, onderzoek en praktische maatregelen zoals onderwaterdrainage die ons land werkbaar en mooi houden. De Rli adviseert nu om bodemdalingreductiepercentages vast te leggen voordat bekend is wat de kosten zijn en wie daarvoor opdraait. Dat is blauwdrukdenken met een levensgroot risico voor het iconische beeld waar ons landschap wereldwijd om bekend staat: de koe in de wei.
Bodemdaling, klimaatopgaven en ruimtedruk vereisen nieuwe oplossingen. Blijvend gebieden bemalen en de waterpeilen voortdurend aanpassen aan de dalende bodem kent grenzen. Daar is iedereen het over eens. We innoveren al eeuwen om droge voeten te houden in ons land onder de zeespiegel. Die inspanningen moeten we dus ook niet opgeven. Het veenweidegebied vernatten kan betekenen dat boeren niet meer mogelijk is, en dat we teruggaan naar een moeras. Dat is niet het juiste pad. Niet voor de boeren, niet voor Nederland. Uit eerder onderzoek onder ruim 1.000 mensen blijkt dat de Nederlander grote waarde hecht aan het behoud van het veenweidegebied: ‘liever de koe in het gras dan de mug in het moeras’.
Wie betaalt de rekening?
De Rli constateert terecht dat nog veel onduidelijk is over de financiële impact van de voorgestelde wettelijke reductie met 50%. Er worden wel vingeroefeningen gedaan. Een toekomstige CO2-prijs zou uitkomst moeten bieden. Als er maatschappelijke ambities worden gesteld die de landbouw raken zonder van tevoren de kosten af te dekken, zal de rekening vooral bij de boer terechtkomen. Daarom is het voor LTO Nederland ondenkbaar dat er nu al doelen zouden worden vastgelegd zonder de maatschappelijke en financiële impact überhaupt scherp in beeld te hebben – laat staan hoe de kosten en baten eerlijk verdeeld kunnen worden. Een vage toezegging van steun is niet genoeg.
Actie vereist
De veenweidegebieden zijn geliefde landschappen met cultuurhistorische waarde. Ze moeten gekoesterd worden. Uiteraard kunnen we niet stil blijven zitten. LTO heeft in 2018 haar visie op waterbeheer in veenweidegebieden opgesteld. Die gaat uit van een gebiedsgerichte aanpak, met verschillende maatregelen en aanpakken, aangereikt door het gebied zelf. De specifieke kenmerken van gebieden en de wensen van de bewoners vormen de vertrekpunten. In 2019 is verder uitgewerkt wat de bouwstenen voor goed beleid zijn. Uit het Klimaatakkoord zijn ook verschillende activiteiten voorgekomen, die amper betrokken zijn in het rapport van de Rli - net als de sector in het algemeen.
In de media wordt het rapport vandaag uitgebreid besproken.
-
Stop bodemdaling in veenweide: het Groene Hart als voorbeeld
Raad voor de leefomgeving en infrastructuur -
Kabinet moet bodemdaling in veenweidegebieden tegengaan (persbericht)
Raad voor de leefomgeving en infrastructuur -
Adviesraad: Kabinet moet bodemdaling in veenweidegebieden tegengaan
Nu.nl -
Aanpak bodemdaling halveert inkomen veehouders
Het Financieele Dagblad -
In strijd tegen bodemdaling en CO2-uitstoot overweegt hij vernatting van zijn grond
de Volkskrant -
Rli: combineer aanpak bodemdaling en stikstof in veenweide
Nieuwe Oogst -
Advies: stop de bodemdaling in het veen zoals in Waterland
Het Parool -
Bodemdaling veenweide vraagt wettelijke aanpak
Friesch Dagblad -
Advies Rli: van peilverlaging naar peilverhoging
Boerderij -
Waarom doet het Rijk zo weinig aan bodemdaling en CO2-uitstoot in veenweidegebieden?
de Volkskrant -
De dorpsstraat komt op heipalen, zodat die niet verzakt
Trouw -
Boeren noemen voorgestelde aanpak bodemdaling 'ondenkbaar'
Het Financieele Dagblad -
De daling van veengronden is ‘ecologisch en economisch onverantwoord’
NRC
Op 2 oktober krijg je nieuwe kado-artikelen.
Als betalend lid lees je zoveel artikelen als je wilt, én je steunt Foodlog
Jaap #30 drukdrainage is nog meer veelbelovend en kan de daling volgens mij beter remmen dan elke vorm van peilopzetting die de percelen niet volledig onderwater zet. De grondwaterstand blijft veel vlakker en is peil onafhankelijk. Dus minder druk op het beheer van het slootpeil. Natte teelten betekend methaan, ook bij lisdodde en financieel nog niet helemaal rond. Die zie ik nog niet zo zitten. Eendenkroos vind ik wel zeer het proberen waard als er een techniek voor is die bewezen is en het redelijk onbewerkt in te zetten is als voedsel/voer. Soort van productief helofytenfilter. En de zuiverende werking is weer mooi meegenomen.
#29, Wouter als het water op maaiveldniveau staat en ook over het perceel heenloopt ga ik ervan uit dat de oxidatie laag is en de koolstof vastlegging door plantengroei redelijk hoog. Vergelijkbaar met een rijstveld en dus circulair methaan. Als de bodemdaling tenminste redelijk gestopt is.
Edit: op zulke wijze is het veen toch ook ontstaan? Het zijn in die zin langdurige C opslag plekken. Dan heb je het echt over C compensatie. Valuta voor veen is toch wat apart omdat de certificaten uitschrijft voor uitstoot die je voorkomen hebt i.p.v. koolstof wat echt is vastgelegd.
Zoveelste rapport, zoveelste advies. Al sinds 2000 verschijnen er dit soort aanbevelingen. En er is nog niet het begin van een plan voor aanpak in het veenweidengebied. Veel onderzoek, experimenten, kennisuitwisseling. Dat doen we ook al sinds 2000. Ook de recente (2019) regiodeal Bodemdaling Groene Hart komt nauwelijks verder: https://www.rijksoverheid.nl/documenten/kamerstukken/2019/07/15/kamerbrief-aanbieding-regio-deal-bodemdaling-groene-hart
De boeren willen volop inzetten op onderwaterdrainage. Bij ons in de Krimpenerwaard hoor ik niets anders. Dat remt de bodemdaling, maar stopt deze niet en is duur. De belangstelling onder boeren voor alternatieve teelten is heel gering. De reactie van LTO illustreert dit. Het persbericht: “Investeren is noodzakelijk: in dialoog, onderzoek en praktische maatregelen zoals onderwaterdrainage…” Maar vervolgens: als het maar blijft zoals het is, met de koe in de wei. En ook: we willen geen moeras. ‘liever de koe in het gras dan de mug in het moeras’.
Paar dingen over dat moeras.
1) Bijna niemand zegt dat het hele veenweidengebied waaronder het groene hart een moeras moet worden. Wat wel wordt gezegd: hoger waterpeil in de percelen, lokaal natte natuur, en natte teelten. Het is niet de eerste keer dat het grondgebruik verandert in het veenweidengebied. We zijn gestart met visserij en eendenvangst (bv in Krimpenerwaard waren er veertig eendenkooien) en wat vervening. Daarna kwam de hennepteelt, daarna de varkens en pas daarna de koeien.
2) Het muggenverhaal is een broodje aap. Ik deed in de jaren negentig vier jaar onderzoek in de Weerribben, ook bij het plaatsje Muggenbeet. Ik heb toen nog een foto genomen van het plaatsnaambord. Ik heb er laatst weer een dag gefietst. Twee dingen vielen me op: a) het was ontzettend druk! Net als in de jaren negentig. Overvolle campings, veel fietsers en wandelaars, en heel veel bootjes. Mensen vinden moeras en muggen leuk! b) Er was geen plaatsnaambord Muggenbeet meer te vinden. Reden: die worden elke keer gejat, als herinnering aan dat vreselijke gebied.
Dus LTO, koop voor de klagers bij de Xenos voor een paar euro een klamboe. Einde probleem.
3) Zoals #13 Mathijs aangeeft, wordt er volop geëxperimenteerd met alternatieve teelten. Lisdodde is veelbelovend. En Wageningen Universiteit experimenteert met kroos: zeer eiwitrijk, met een aminozuursamenstelling die het geschikt maakt als vleesvervanger, en zeer snel groeiend. In het lab wordt per m2 zes x de productie van soja gehaald. Begin dit jaar verscheen er een interessant artikel over: https://issuu.com/wageningenur/docs/ww2020_02_nl/44
Kroos heeft potentie als tweede teelt, als vervangende teelt, en kan ook ingezet worden voor ‘uitmijnen’ voor natuur: onttrekken van voedingstoffen uit het water of uit onder water gezette percelen, die daarna voor kruidenrijk grasland worden ontwikkeld. Zonder uitmijnen is dat vreselijk lastig, voldoende verschralen duurt al snel 15 jaar doordat laagveen van zichzelf voedselrijk is, en omdat het jarenlang is bemest.
Dan die kostenkant. Ik begrijp dat de LTO bezorgd is dat de teveel kosten bij de boeren komen te liggen. Maar wie zegt dat dat gebeurt? Daar zijn we allemaal bij.
En laten we het ook over de baten hebben, nl. de bespaarde kosten door het remmen van de bodemdaling, met name de kosten van funderingen. Nattere percelen leiden tot lagere productie, en dat resulteert in kostenbesparing nummer twee: besparing op dure maatregelen om stikstofemissies te beperken en natuur te herstellen. En om de waterkwaliteit te verbeteren, in het veenweidengebied halen we nu onze KRW-doelen niet door de hoge belasting met stikstof en fosfaat.
Die kostenbesparing levert gelijk al een startkapitaal voor het realiseren van een transitie naar een groene hart met veel minder bodemdaling. Ik heb in 2008 een huis gekocht in het buitengebied, een huis uit 1926. Sinds die tijd heb ik voor tienduizenden euro’s palen bij moeten laten heien bij het huis, en een prachtige, oude gemetselde brug (niet mijn woorden, maar die van mensen die voorbij fietsen en wandelen) moeten vervangen, omdat de palen waren verrot. Geeft niks, wist ik toen we er kwamen wonen. Maar ik geef dat geld liever aan boeren om ze in staat te stellen anders te gaan werken, dan dat ik het in palen stop. Veel prachtige boerderijen staan hier scheef, een groot deel is noodgedwongen al lang vervangen door (vaak lelijke en streekvreemde) nieuwbouw. Over de teloorgang van cultuurhistorie gesproken (een punt dat de LTO maakt).
Kortom, laten we nu eindelijk eens harde doelen gaan formuleren voor het beperken van de bodemdaling met x % in dertig jaar, een fonds vormen om dat te bekostigen, deels betaald door de mensen die zo graag in het groene hart wonen. Die harde doelen nemen de vrijblijvendheid weg van experimenten met alternatieve teelten (niks zo goed voor innovatie als druk), en bieden een basis voor valuta voor veen – regelingen.
Klopt dat wel, Boy?
De koolstof in de methaan uit veen komt toch uit het veen zelf?
En is veen niet een vorm van fossiel?
#27 Klopt. Voor de juiste balans blijf je ofwel met drukdrainage 25 a 30cm onder maaiveld of je zet het volledig onder water. Anders krijg je enorme hoeveelheden moerasgas. overigens ook met natte teelten. Het is wel circulair methaan dus het geeft geen blijvende opwarming van de aarde zoals fossiele brandstof maar het verhoogd wel de temperatuur. Lastige afweging. Helemaal onderwater zetten lijkt me in de randstad niet echt een optie dus 20 a 30cm onder maaiveld met ingrepen zal het wel worden.