In de HP/De tijd van afgelopen week stond een onderzoeksstuk naar wat scholieren/jongeren van nu nog lezen uit de rijke Nederlandse literatuurgeschiedenis. De conclusie: bijna niets. Wolkers leefde nog even op door onlangs dood te gaan, maar voor de rest is alles wat meer dan 10 minuten geleden gepubliceerd is al te oud om aan te raken of mee te identificeren. Hermans is dood, Mulisch is dood en zelfs Rosenboom is al dood. Een van de weinige uitzonderingen is Kaas van Willem Elsschot. Dit werk van deze sympathieke reclameman leeft voort.
Op 2 oktober krijg je nieuwe kado-artikelen.
Als betalend lid lees je zoveel artikelen als je wilt, én je steunt Foodlog
Te lopend, die van (nu Veuve) Tierenteyn. Geef mij maar Wostyn van Torhout!
Stropke (net zoals Kiekefretter, Maneblusser, Pieterman of Sinjoor) zou ik zomaar geen scheldnaam noemen. We zijn er allemaal fier op.
het meest linkse aardenwerken potje is een orgineel mosterdpotje van tierenteyn uit gent; wij noemen het ook wel 'stropkes-mosterd'. 'stropke' is een scheldnaam voor de gentenaren...
het is een zeer fijne, niet goedkope, mosterd
Dit is inderdaad behoorlijk schmieren van Alfons de Ridder, maar het is goede mosterd:
GROTE MANNEN
Juffrouw : Wie is voor u de beroemste man ?
Jefke : Alexander de Grote.
Jantje : Karel, ook de Grote.
Franske : Jan Breydel en Pieter de Grote. Ik wil
zeggen de Coninck.
Fonske : Jules.
Juffrouw : Wie is dat , Jules ?
Fonske : Wel, Julius Caesar, Juffrouw.
Juffrouw : En gij, Sloeberke ?
Sloeberke : Mag het er een van België zijn ?
Juffrouw : Natuurlijk , wij zouden er fier op zijn.
Sloeberke : Wel onze Tierenteyn Ferdinand ,
de knapste mostaardfabrikant
van ’t Europese vasteland.
Heel de klas :
Leve Ferdinand Tierenteyn, hij mag er nog lange jaren zijn
tot vreugde van zijn kliënten
en tot schaamte van zijn concurrenten.
Het baat niet dat zij ter bedevaart gaan :
zij moeten er aan, zij moeten er aan.
Willem Elsschot als 'reclameman': "Niet alleen walg ik van de reclame, maar ook van de commercie in het algemeen. En ik heb Lijmen geschreven omdat ik er op een of andere manier van af moest komen. Ik moest wel reclame bedrijven, want van mijn pen heb ik nooit kunnen leven."