Duitse en Nederlandse onderzoekers bekeken de gegevens van zo'n 37.000 kinderen in de noordelijke Nederlandse provincies en ruim 18.000 kinderen in de Duitse deelstaten Nedersaksen en Noordrijn-Westfalen.

In Nederland kreeg in 2010 bijna 30 procent van de kinderen onder de 18 jaar een antibioticum voorgeschreven. In Duitsland was dat bijna 39 procent. Vooral in de leeftijdsgroep van 3 tot 6 jarigen is er een duidelijk verschil. In die groep kreeg bijna 38 procent van de Nederlandse kinderen antibiotica, tegen 55 procent in Duitsland.

De onderzoekers geven als mogelijke verklaring voor dit verschil dat Nederlandse artsen zich meer aan richtlijnen houden dan hun Duitse collega's. Ze wijzen er ook op dat in het Duitse deel van het onderzoeksgebied vaker bacteriën voorkomen die ongevoelig zijn voor antibiotica. Daarnaast schrijven in Nederland buiten het ziekenhuis alleen huisartsen en tandartsen antibiotica voor. In Duitsland hebben ook veel medisch specialisten een praktijk buiten het ziekenhuis.
Dit artikel afdrukken