image

NRC Handelsblad maakt vandaag, dierendag, de balans op van tien jaar stichting Varkens in Nood, een dierendaginitiatief van de inmiddels 81-jarige schrijver J. J. Voskuil, nu tien jaar geleden. In de krant concludeert de huidige voorzitter van Varkens in Nood, Hans Baaij dat er "concreet niets is bereikt, in die zin dat de bio-industrie nog steeds bestaat". Mede-activist Koos van Zomeren: „Het probleem is de omgang met dieren op basis van puur economische uitgangspunten, waarbij de belangen van het dier volledig ondergeschikt worden gemaakt aan het bedrijfsresultaat. Hun leven komt op geen enkele manier meer tegemoet aan hun natuurlijke verlangens. Boeren die vroeger een varken in een hok achter hun huis hadden waren niet per definitie beter voor hun vee. Maar die beesten leefden niet onder dezelfde productiedwang. Daar zit het verschil.”

De maatregelen die inmiddels zijn genomen om het leven van de varkens op te vrolijken, zoals stro en speeltjes, tellen niet volgens Varkens in Nood, evenmin als de aangescherpte vervoerseisen. „Het is treurig dat onze moraal niet beter wordt, zelfs nu we zoveel geld hebben”, concludeert J.J. Voskuil. „Het is zelfs nog erger: des te meer geld mensen hebben, des te meer ze willen. Geld hebben is de pest voor de moraal. Natuurlijk had Marx gelijk”, zegt hij met een beminnelijke glimlach, na een uur lang te hebben uitgeweid over de Nederlandse voedselproductie. „De cultuur is het product van de economie, en helaas onze ethiek ook.”

Gelukkig heeft Voskuil ondanks al zijn boekeninkomsten nog wel een verheven moraal. „Boeren zouden kunnen zeggen: ik doe niet mee, ook al zitten ze dan misschien aan de armoedegrens.”
Dit artikel afdrukken