Dat stelt Jo Ottenheim naar aanleiding van een rapport van IUCN en bijensterfte in een interview met Boerenbusiness. Ottenheim stelt met zoveel woorden dat de veelbesproken neonicotinoïden ('neonics') niet de oorzaak zijn van de bijensterfte die volgens hem juist afneemt.

Hij zegt: "Normaal gesproken ligt de wintersterfte die we met z’n allen normaal vinden tussen de 5 en 10 procent. Dat er bijen in de winter doodgaan hoort erbij en is niet te voorkomen. Een paar jaar geleden zat deze echter op 25 à 30 procent; veel te hoog. In 2013 was de sterfte gedaald tot 14 procent en afgelopen winter kwam het sterftecijfer uit op 9 procent. Aan het neonicsgebruik is echter niets veranderd. Ook het moratorium was afgelopen zomer nog niet van kracht, dus dat staat er los van. Volgens mij komt het doordat imkers veel alerter zijn geworden op de gezondheidstoestand van hun volken. Natuurlijk zijn er ook meer bloemenstroken voor bijen bijgekomen, maar dat effect gaat niet zo snel. Het lagere sterftecijfer is puur voor conto van de imkers die beter in staat zijn hun bijen gezond te laten overwinteren."

Daarom stoort hij zich aan mensen die neonics als erger dan '5.000 maal zo erg als DDT' framen: ‘DDT erbij halen is foute framing. Marketing van IUCN, omdat je met DDT als grootste kwaad de aandacht op je vestigt. Oneliners als ‘Imidacloprid is 5.000 keer giftiger dan DDT’ gaan er gemakkelijk in, maar ik vind de vergelijking erg kwalijk. De discussie gaat immers niet over de giftigheid van imidacloprid voor bijen. In Nederland zijn namelijk geen meldingen over dode bijenvolken door imidacloprid ([een neonic, red.] tijdens het toepassingsmoment van deze stof. De discussie gaat over de slechte overwintering.’

Volgens Ottenheim moet de bij dus gered worden door betere imkers die de insecten beter laten overwinteren. Tevens is hij van mening dat die weg reeds is ingezet.
Dit artikel afdrukken