Dat er interesse in zo'n samenwerking is, blijkt uit de stampvolle zaal bij het tweede congres voor diëtisten en mondhygiënisten. De belangstelling is zelfs zo groot dat organisator Yakult komend voorjaar een herhaling organiseert. Dat die samenwerking er nog niet is, wordt ook snel duidelijk. Bij de vraag wie van de diëtisten en mondhygiënisten nu samenwerken met de andere beroepsgroep gaan maar een paar handen omhoog.

70% van de ouderen met thuiszorg komt niet meer bij de tandarts
Ouderen gaan niet meer naar de tandarts
Ouderen krijgen schrijnend slechte gebitszorg. Met die stelling opent tandarts geriatrie Arie Hoeksema het congres. “Het huidige zorgmodel werkt niet voor ouderen. Vroeger zagen wij mensen nog in het verzorgingstehuis. Tegenwoordig wonen die mensen in hun eigen huis, met thuiszorg, en zien we ze niet meer. Daarbij komt dat ze moeten bijbetalen voor de tandartszorg. Het gevolg: 70% van de ouderen met thuiszorg komt niet meer bij de tandarts.” Kauwproblemen en problemen met de voeding komen dan vaak pas onder de aandacht als ze al vergevorderd zijn. Zo’n 30% van de thuiswonende ouderen is ondervoed of daar dreigt ondervoeding. Mondproblemen zijn niet zelden de oorzaak daarvan.

Die mondproblemen kunnen leiden tot een neerwaartse spiraal, vertelt Bart Keijser van TNO/ACTA “Als er eenmaal problemen in de mond zijn wordt het vaak steeds erger.
Ondervoeding ligt op de loer, waardoor afweer en herstelfuncties nog meer onder druk komen te staan
De kwaliteit en de kwantiteit van het speeksel nemen af bij veroudering, het immuunsysteem kan zich minder goed wapenen tegen infecties en er ontstaat een verstoring van het natuurlijke herstel en barrièrefunctie. Ondervoeding ligt dan op de loer, waardoor afweer en herstelfuncties nog meer onder druk komen te staan.”

‘Mondgezondheid staat niet in richtlijnen voor ondervoeding’
Voeding en mondgezondheid hangen heel nauw samen en die relatie werkt twee kanten op, vertelt Gert Jan van der Putten, specialist Ouderengeneeskunde. “Tekorten aan vitamine D, K en A, calcium, magnesium en fosfaat zie je terug in de mond; in een veranderde pocketdiepte, problemen met aanhechting en vermindering van de speekselaanmaak. Maar als mensen niet meer goed kunnen kauwen en ondervoeding ontstaat, wordt het tekort hieraan alleen maar groter. Toch wordt de mond zelden meegenomen in het behandelplan van ondervoeding. Mondgezondheid staat zelfs niet genoemd in de richtlijnen voor ondervoeding.”

Je kunt doodgaan aan een slechte mondgezondheid
Van der Putten windt geen doekjes om het belang van een gezonde mond. “Je kunt doodgaan aan een slechte mondgezondheid. Mensen met COPD krijgen vaker exacerbaties [plotselinge verergering van de klachten, MS] omdat ze de bacteriën in de mond inademen en sterven dan aan pneumonie. Chronische ontstekingen in de mond als parodontitis leiden tot een actief ontstekingseiwit in je bloed en geeft ook ontstekingen op afstand. Dan krijg je ineens te maken met bijvoorbeeld hart- en vaatziekten, diabetes, vormen van kanker en metabool syndroom. Ook naar de relatie tussen dementie en ontstekingen in de mond is worden de eerste onderzoeken gedaan. Mensen met dementie hebben een slechtere mondgezondheid dan mensen zonder dementie, maar is dat ook andersom zo?”

Werk samen. Die boodschap kreeg de zaal mee. Tandartsen en mondhygiënisten zien mondproblemen als eerste. Zij kunnen signaleren en contact opnemen met de huisarts. Die kan er dan de juiste interventies op zetten. Daar krijgen we op alle terreinen een veel beter functionerend gezondheidszorgsysteem van. Samenwerking verbetert niet alleen de mondgezondheid, maar ook de voedingstoestand van het (oudere) publiek, en zo ook onze algemene gezondheid en kwaliteit van leven.
Dit artikel afdrukken