Als er te weinig water in je bloed zit, krijg je dorst. Dat mechanisme van je lichaam helpt je uitdroging te voorkomen. Als je snel een groot glas water drinkt, is je dorst meestal over. Dat is raar, want het kost 10 tot 15 minuten voordat het water in je bloed komt.

Een onderzoek van the California Institute of Technology probeerde dat gat te verklaren. Kennelijk weten je hersenen dat je drinkt voor je lichaam dat kan constateren.

De wetenschappers onderzochten het fenomeen aan de hand van een experiment met muizen. In de hersenen van dorstige muizen ontdekten ze een groep neuronen die actief was terwijl de muizen aan het drinken waren. Als de muizen aten kregen dezelfde neuronen geen informatie. Volgens onderzoeker Yuki Oka, die eerder ook meewerkte aan een andere muizenstudie naar dorst, is dit opvallend omdat tijdens eten en drinken dezelfde spieren in de keel gebruikt worden. Hij vermoedt dat de hersenen een onderscheid kunnen maken tussen de snelle bewegingen tijdens drinken en de langzamere bewegingen tijdens eten.

Om deze theorie te testen gaven ze muizen die een tijdje geen drinken hadden gehad water. Eén groep muizen kreeg normaal water, de andere groep kreeg water in gel-vorm. De muizen kregen evenveel water binnen, maar alleen bij de muizen die het in de natuurlijke vloeibare vorm kregen, vertoonden de neuronen activiteit. Het drinken van olie had hetzelfde effect als het drinken van water, maar water in kleine slokjes van 2 seconden zorgden dan weer niet voor activiteit van de neuronen. Muizen met defecte neuronen dronken 2 keer zoveel als gewone muizen. Als de neuronen kunstmatig ‘aan’ waren gezet, bleken zelfs uitgedroogde muizen geen dorst te hebben.

Volgens Walter Koroshetz, directeur van the National Institute of Neurological Disorders and Stroke dat hielp de studie te financieren, geeft dit ook inzicht in primaire polydipsie, een aandoening waarbij mensen zoveel drinken dat ze risico lopen op een watervergiftiging. Hij acht het mogelijk dat deze aandoening komt door een fout in de hersenen waardoor de patiënten geen signaal krijgen om te stoppen met drinken. Naast het voorkomen van watervergiftiging is er volgens Oka nog een andere reden om niet te veel te drinken. In de New York Times speculeert hij dat zo min mogelijk drinken voor dieren evolutionair voordelig is omdat dieren hun hoofd moeten buigen om te drinken en dit een kwetsbare houding is.
Dit artikel afdrukken