De kleur van je t-shirt benoemen kost meestal weinig moeite. De geur van je parfum benoemen, is daarentegen een behoorlijke uitdaging. Toch bestaan er mensen voor wie deze 2 opdrachten in moeilijkheidsgraad weinig verschillen. De Jahai-stam, een groep jager-verzamelaars die het tropisch regenwoud op de grens tussen Maleisië en Thailand bewoont, determineert een geur net zo makkelijk als een kleur.

Lang werd gedacht dat het menselijk was om moeite te hebben met het omschrijven van geuren omdat het reukorgaan bij mensen minder ontwikkeld zou zijn dan andere zintuigen. De ontdekking van de vaardigheden van de Jahai-stam in 2014 trok deze aanname in twijfel. Onderzoekers van de Radboud Universiteit en Lund Universiteit suggereren in een nieuwe studie dat leefwijze invloed heeft op het benoemen van geuren.

Deelnemers aan het onderzoek waren leden van 2 andere stammen uit het tropische regenwoud van Maleisië: de Semaq Beri en de Semelai-stammen. De Semaq Beri zijn net als de Jahai-stam jager-verzamelaars, terwijl de Semelai tuinbouwers zijn. De talen die de 2 stammen spreken zijn nauw aan elkaar verwant. De deelnemers, 20 Semaq Beri en 21 Semelai, moesten elk 16 geuren en 80 kleuren beschrijven in hun moedertaal.

De proefpersonen kregen zestien geurmonsters voorgelegd: sinaasappel, leer, kaneel, pepermunt, banaan, citroen, drop, verfverdunner, knoflook, koffie, appel, kruidnagel, ananas, roos, anijs en vis. Voor de kleurtest kregen de deelnemers 80 gestandaardiseerde kleurmonsters te zien. Die bestonden uit 20 gelijkmatig verspreide tinten in vier helderheidsgradaties. De deelnemers moesten antwoord geven op de vraag ‘wat voor geur is dit?’ of ‘wat voor kleur is dit?’.

Net als de Jahai konden de Semaq Beri geuren en kleuren trefzeker benoemen. De Semelai konden de kleuren goed benoemen, maar hadden, net als Engelstaligen, moeite met het thuisbrengen van geuren.

Volgens de onderzoekers toont het onderzoek aan dat de mate waarin mensen geur kunnen omschrijven samenhangt met hun manier van leven. Geurwetenschapper Sanne Boesveldt van de Wageningen Universiteit kan zich in die gedachte vinden. In de de Volkskrant noemt ze de nieuwe studie "extra bewijs dat het bestaan van geurwoorden afhangt van de levensomstandigheden." Volgens Asifa Majid, de Nijmeegse hoogleraar die het onderzoek leidde, moet nog worden onderzocht of de reukzin van de stammen genetisch verschilt. Ook is het nog maar de vraag of jager-verzamelaars in andere omgevingen ook beter zijn in het benoemen en omschrijven van geuren.
Dit artikel afdrukken