Marion Nestle: commerciële belangen
Het afscheidssymposium en de afscheidsrede brachten vele hooggeleerde coryfeeën samen. Uit de VS was professor Marion Nestle overgekomen om te laten zien hoe verkoopbelangen een loopje nemen met gezond eten. Nestle's werk is verwant met foodlog's aandacht voor neppers en misleiding door marketing. Zij bracht nog meer cases en vrolijkheid over iets triests: er moet zoveel verkocht worden, dat leugens gewoon zijn geworden en autoriteiten en eerbare organisaties - van hartstichtingen tot diabetesverenigingen - erin mee gaan omdat ze er ook afhankelijk van zijn. Wie brengt anders de centen voor hun werk op? Ze vertelde dat zelfs wetenschappelijke bladen zijn aangetast door merkwaardige belangen. Een staatje met de bestedingen van bedrijven aan kindermarketing mocht niet in de prestigieuze New Engeland Journal of Medecine omdat de redactie daar geen zin in had. Het zou te controversieel zijn. Dat is ernstig. Even ernstig als de ontdekking die we hier vorige week deden: universitair onderzoek is te koop.
Voedingswetenschap in crisis
Voorafgaand aan Nestle sprak de Nederlandse professor Jan Vandenbroucke uit Leiden. Hij had over een onderwerp dat me dierbaar is: 'wanneer mag bewijs (wetenschappelijk) bewijs heten?' Een lastig onderwerp dat hier op foodlog.nl steevast de demarcatielijn laat zien tussen verschillende soorten mensen. Rommelige denkers, die zich beroepen op 'creativiteit en een open geest'. Gelovers, die we hier ook wel 'believers' noemen, en lieden die het zeldzamer gezaaide zuivere denken aanhangen, liefst in combinatie met creatieve intelligentie om slimme onderzoeksdesigns te maken.
Onder professoren is het een al even ingewikkeld onderwerp. Martijn Katan had het speciaal voor hen uitgekozen. Terecht, want de voedingswetenschappen verkeren in crisis. Hij liet zien dat er vele lieden zijn, waaronder wetenschappers, die doen alsof we iets weten terwijl we dat helemaal niet weten.
Daar ging dan ook zijn afscheidsrede over. Onder de titel 'In praise of nutrients' pleitte hij voor een harde, op het model van de chemie en de natuurwetenschappen gebaseerde voedingswetenschap. Niet voor niets citeerde hij Lord Kelvin's bekende citaat over wat wetenschap is: when you can measure what you are speaking about, and express it in numbers, you know something about it; but when you cannot measure it, when you cannot express it in numbers, your knowledge is of a meagre and unsatisfactory kind; it may be the beginning of knowledge, but you have scarcely in your thoughts advanced to the state of Science, whatever the matter may be. Waarom hij dat deed?
Tussen voedingswetenschap en chemie is een gespannen verhouding ontstaan. Chemici halen voedsel uit elkaar in termen van eiwitten, koolhydraten, vetten, vitamines en andere voedingsstoffen. Ze onderzoeken de werkzame stoffen binnen die categorieën, doen proeven om hun interacties te bepalen en proberen zo precies vast te stellen welk stofje wat doet. Zo leerden we dat vitamine C scheurbuik geneest en dat foliumzuur open ruggetjes bij baby’s voorkomt. Dat is de enige manier om aan voedingswetenschap te doen, zegt Katan. Daarom is hij zo fel op de onbewezen zekerheden waarmee collega voedingswetenschappers het mediterrane, het oer- of een ander dieet aanbevelen. Waarom leefde die mediterrane Kretenzer zo lang en zo gezond? Door de wijn? Het weer? Door de nitraat arme groenten omdat ze nog geen kunstmest gebruikten (maar nitraat verlaagt nou juist de bloeddruk!)? Door de de omega-3 in olijfolie (maar raapzaad-olie is veel beter en dat hadden en hebben wij nou juist in Noord-Europa, zegt Katan)? Of door de rust, het samen eten, de onderlinge symboliek en daaruit voortvloeiende levensstijl?
Wat het precies doet en welke onderlinge samenhang er is tussen al die elementen is volledig onbekend en niet deugdelijk onderzocht. Toch worden er zelfs officiële richtlijnen voor gezonde voeding op gebaseerd. Dergelijke non-wetenschap was voor Katan ooit de aanleiding om te zeggen dat een appel vermoedelijk gezonder is door wat er niet in zit, dan door wat er wel in zit. Op die, argumentatief volstrekt correcte, kritisch-wetenschappelijke basis, ging hij zelfs zover om de massa's in de Volkskrant te vertellen dat een kroket gezond is. De FEBO werd er ongetwijfeld gelukkig van; ik vond het over de schreef. En daar zitten we midden in het dilemma van zo'n wetenschapsopvatting voor dit vakgebied.
We kúnnen maar bitter weinig te weten komen
Wat kunnen we bewijzen? In artikelen en boeken beantwoordt Katan die vraag zelf met een heel helder antwoord. Weinig, bitter weinig zelfs. Dat komt omdat het menselijk lichaam enorm complex is. Honderdduizenden, en wellicht meer, factoren van het lichaam zelf bepalen het functioneren ervan.
Dat is de grote vraag. Tijdens het symposium gaf Jan Vandenbroucke aan dat we nooit zullen kunnen bewijzen wat de oorzaak is van obesitas, hét probleem van vandaag. Met biochemische experimenten kom je er niet uit, zei hij. Daar denken moderne wetenschappers in de voedingsleer iets op te hebben gevonden, maar Vandenbroucke verwees het samen met Katan naar de prullenbak. De gewraakte methode bestaat erin terug te gaan in de tijd. Ze doen alsof je kunt kijken naar omstandigheden waarin het probleem dat ze signaleren nog niet bestond. Dat wat veranderd is bepaalt de oorzaak. Nee, zo werkt het niet. Was het in de tijd van de Kretenzer de rust die het deed of het niet bestaan van auto's en hun uitlaatgassen? Of het feit dat er nog geen apparaten waren met weekmakers in het rubber? Volgens sommigen zijn die weekmakers immers de, eveneens onbewezen, oorzaak van bijna alle kwaad. Je kunt niet terug in de tijd omdat je niet al die factoren even kunt veranderen. Je zult dus nooit onderzoeken wat je dacht te onderzoeken.
In zijn afscheidsinterview met Trouw (klik hier voor een scan van pagina 1 en pagina 2) trekt Katan fel van leer tegen het mediterrane dieet. Dat is terecht, als je tenminste de uitgangspunten van Kelvin ook voor de voedingswetenschap wilt gebruiken. Ze betekenen echter ook dat we moeten twijfelen aan de gezondheid van een appel of de ongezondheid van de kroket. Om zijn punt lekker tegendraads kracht bij te zetten gaat Katan opnieuw zover de gezonde eigenschappen van de kroket en de bitterbal actief te promoten. Hij is niet bang voor wat controverse en heeft, natuurwetenschappelijk gezien, het gelijk in negatieve zin aan zijn kant. We weten het niet en kunnen daarom de meest controversiële deelwaarheden verkondigen.
De praktische irrelevantie van voedingswetenschap bij de bestrijding van obesitas
Tijdens de afscheidsrede zat ik in de zaal naast een hoogleraar. Hij is gespecialiseerd in obesitas en bovendien behandelaar van mensen. Hij kon met dit pleidooi niet uit de voeten en schudde nadrukkelijk zijn hoofd. Ik sprak er met hem over na. Ik trok de conclusie uit ons gesprek maar heel hard: het betekent dat de huidige obesitas-bestrijding als kwakzalverij moet worden gezien. Vermoedelijk tot in der eeuwigheid. Daar kon hij het nauwelijks erg mee oneens zijn.
Vandaar de vraag die ik aan Martijn Katan stelde in de afscheidsrij. Als een wetenschap die is opgezet om relevant te zijn - mensen te helpen om gezond te leven - geen antwoorden heeft, dan is'ie niet relevant. Daarom stelt zich direct een andere vraag: hoe maak je onderscheid tussen de wijsheden van de neolithische medicijnman en die van de 21e eeuwse hoogleraar die een leeropdracht heeft en uitspraken moet doen over hoe je obesitas bestrijdt? Hij erkende dat dat een heel moeilijke vraag is. Ik ben zo eigenwijs om te stellen dat het de relevante is die voortvloeit uit zijn opvatting over de wetenschappelijkheid van de voedingswetenschap. Ook in geval van onwetenschappelijkheid, moeten we nl. een onderscheid kunnen maken tussen verschillende niveaus van rationaliteit.
Rationaliteit vs wetenschappelijkheid
Het adviseren van een kroket is weinig behulpzaam. Voor de practicus is de prangende vraag nl. niet zozeer wat wetenschap is, maar wat rationeler is, een kroket, alles met mate, het mediterrane dieet, het paleodieet of nog wat anders. De voedingsleer als natuurwetenschap zal het ons zelfs zonder de huidige bezuinigingen op wetenschappelijk onderzoek nooit kunnen vertellen, terwijl voedingsmiddelenverkopers er alles aan doen om ons steeds meer te verkopen en te bewijzen dat er geen bewijzen zijn voor de 'slechtheid' van hun waar of advertenties.
Is het rationeel om het natuurwetenschappelijke pad te willen bewandelen als het op het aanpakken van vetbuik - de term is van Katan zelf - aankomt?
Ik hoop dat we het er in de loop van 2011 nog eens nader over kunnen hebben. Met een stel hooggeleerde eetwetenschappers en methodologen aan tafel. Die vraag wacht echt dringend op een antwoord. Verzekeraars en overheid staan nl. al klaar om je extra te belasten als je verkeerd eet en leeft.
Op 2 oktober krijg je nieuwe kado-artikelen.
Als betalend lid lees je zoveel artikelen als je wilt, én je steunt Foodlog
Martijn Katan heeft onze gezonde chocolade veel te duur genoemd ik denk dat de chocolade van Nestle veel duurder is niet voor de consument maar voor de kinderlevens die worden kapot gemaakt zie deze film: The dark side of chocolate http://bit.ly/kWIKtl
Katan zijn onderzoeken zijn dus betaald door Nestle die geld verdienen aan kinderarbeid in de chocolade teelt is dit vind ik niet echt integer voor een Professor.
Xocai neemt de cacao af bij kleine boeren en betaalt een goede prijs en daarom is die wat duurder maar ook veel gezonder. www.thepowerofchocolate.eu op mijn blog www.thepowerofchocolate.org staat ook nog leuke info.
Peter Langelaar
xocohealth nederland
Kinderen worden dommer van fabriekseten, zegt recent epidemiologisch onderzoek.
Frits, dat onderzoek zegt helemaal niks volgens de wetenschapsopvatting van Martijn Katan. Het is nl. heel goed mogelijk dat die domheid duidt op het gebrek aan ouderlijke liefde. Fabriekseten geef je je kinderen alleen als je de moeite niet neemt om ze het beste te geven en zelf voor hen te koken. Het kan dus beste zijn dat het gebrek aan liefde en emotionele ontwikkeling tot domheid leidt.
Zo zou Katan's argument tegen dit type onderzoek luiden. Toch wordt het uitgevoerd en wordt er geld en tijd aan besteed.
Dit stukje gaat, met andere woorden, over de wetenschapsopvatting van een vakgebied. Welke wetenschapsopvatting vind je relevant voor het vakgebied voedingsleer?
Het bovenstaande onderzoek is bestens een hobby, volgens Katan. Of duidt het toch op de hogere orde verbanden (om wat moeilijke taal hierboven even samen te vatten) in 'sound' - zo noemen kennistheoretici de punten die het door mij geciteerde contact aangeeft - waarnemingen?
Die vraag moet beantwoord worden. Wetenschap is nl. niet zomaar 'wetenschap' - je kunt en moet er iets van vinden.
nog even recapituleren:als je je af gaat vragen of voedingswetenschappen relevant zijn, kun je je net zo goed afvragen of medische of landbouw wetenschappen dat zijn, er zijn de voedingswetenschap heel wat nobelprijzen toegekend, o.a. voor de kennis omtrent vitamines, en in de medische en landbouw velden van ondrzoek blijven, net als in voeding(even complex), altijd vragen over die slecht in simpele proefjes geverifieerd kunnen worden!
Nou Van Breukelen, dan durf ik het wel aan. Het contact dat ik hierboven al noemde - en dat ook aanwezig was bij het afscheid van Katan - zag dat ik in een deel van onze mailwisseling hier overnam. Er kwam nog een mooie nabrander bij:
Desondanks toch nog wel een reactie op jouw interpretatie (althans zo schijnt het mij toe) over mijn argumentatie over de centrale rol van het "meten" en de afspraken die hierover zijn en/of worden gemaakt. De voedingswetenschap is een multidisciplinaire wetenschap waarin wetenschappen als (medische) fysiologie, pathofysiologie, farmacologie, toxicologie, sociologie, psychologie, antropologie, epidemiologie, biologie, biochemie, natuurkunde, wiskunde, etc. een belangrijke rol spelen. Zoals jij het stelt heeft elk zijn eigen afspraken over het "meten" en creëert daardoor per discipline haar eigen realiteit. Als je het zo stelt heeft de voedingswetenschap hiermee het dilemma dat het een dwarsdoorsnee betreft van een veelvoud van realiteiten. Als je dat zo stelt is het dus ook niet raar dat de voedingswetenschap daarmee aan haar eigen realiteit ontbreekt. Ik denk echter dat dat niet zo is. Ik denk ook niet dat elke discipline haar eigen realiteit maakt. Feitelijk is dat een reductionistische benadering van de gave van de mens om nieuwsgierigheid om te zetten in kennis. De mens kan door middel van observatie en, inderdaad, de interpretatie van de observatie, kennis genereren. De reductionistische benadering van Martijn Katan, en overigens vele andere westerse wetenschappers, veroorzaakt een heel nauw blikveld van wat er in de natuur gebeurd. De observatie wordt eigenlijk beperkt tot het fenomeen van de 0-hypothese en de alternatieve hypothese. Andere observaties zijn daardoor niet meer mogelijk, behalve wanneer de wetenschapper weer een stapje terug gaat in zijn denken om het overzicht te krijgen over wat hij in de loop van de tijd heeft onderzocht. De reductionistische werkwijze van Martijn kan in een relatief simpele situatie uiterst bruikbare antwoorden opleveren, zie zijn voorbeelden rondom kafestol, en transvetten. Over het onderwerp , waarin hij initieel zijn naar heeft gemaakt, namelijk het gebruik van linolzuur om cholesterol te verlagen is sinds men zich is gaan realiseren dat de balans tussen omega-6 en omega-3 vetzuren in de voeding mogelijk van eminent belang is (zie Frits Muskiet), hoor je hem geen boude uitspraken meer doen.
Vanaf Gisteren 22.12 is het onderwerp alhier voor mij een education permanente.
Natuurlijk vind ik pinda's en pannekoeken heel leuk, ( raar woord "leuk ") het niveau wat hier op dit moment gehaald word scherpt mijn geest ( raar woord "geest"). Reageer hier in godsnaam niet op! Het is als aanmoediging bedoelt ten voordele van mijzelf.