Nederland is vol, merkt de van oorsprong Nederlandse Simon Kuper, die elke week een column in de Weekend FT schrijft. Hij was even terug in zijn geboorteland. Alles is volgebouwd. Hij ging naar Amsterdam. Bomvol. Het bracht hem tot de vraag: kan een rijk land gelukkig zijn als zijn economie niet meer groeit?
"Nederland is waarschijnlijk het eerste land dat tegen de grenzen van de economische groei aanloopt," schrijft Kuper in de Financial Times.

Terugkijkend, zegt Kuper, was Nederland te goed aangepast aan het tijdperk van de globalisering. Tot 2008, de financiële crisis, telde Nederland 26 jaar van ononderbroken economische groei, dat was toen een wereldrecord. Nog steeds staat Nederland bovenaan de KOF Globalisation Index van ETH Zürich als 's werelds meest geglobaliseerde land. Dat is mede te danken aan de Rotterdamse haven, de grootste van Europa.

Met de economie groeide ook de bevolking onstuitbaar door. In 1979 stond de teller op 14 miljoen, in 2010 voorspelde het CBS dat de bevolking onder de 18 miljoen zou blijven steken, maar inmiddels staat de teller op 17,7 miljoen en groeit de bevolking harder dan ooit. Met 507 mensen per vierkante kilometer, bijna 5 keer het EU-gemiddelde, en een afnemende hoeveelheid aan bewoonbare grond (door stijging van de zeespiegel en droogte) kunnen we al die mensen nauwelijks meer kwijt.

Maar de economie dendert door. Alleen stuiten alle groeimogelijkheden inmiddels op capaciteitsbeperkingen. De vraag naar nieuwe arbeidskrachten is 'onverzadigbaar'; 84% van de werkgevers is op zoek naar personeel. Maar .... Nederlanders hebben de kortste werkweek van de hele wereld: gemiddeld 30,3 uur (dankzij de vele parttimers en flexkrachten).

Schiphol, het op één na grootste luchtvaartknooppunt ter wereld, loopt vast omdat er geen beveiligers te vinden zijn. Buitenlandse studenten kunnen geen huisvesting vinden. Arbeidsmigranten zijn niet welkom. Nederland sluit de grootste aardgasreserve van Europa omdat de boringen aardbevingen veroorzaken die het land in rep en roer brengen. Wereldleider in chipfabricage-apparatuur ASML, een 'pijler van de westerse alliantie in de confrontatie met China', kan de honderden werknemers die het bedrijf maandelijks aantrekt niet huisvesten, laat staan oppas voor de kinderen vinden. Lokale 'boomknuffelaars' maken bezwaar tegen de aanleg van een fietspad naar het ASML-hoofdkantoor. En dan hebben we het nog niet eens over de stikstofproblematiek: "fantastisch productieve Nederlandse boerderijen" maakten Nederland tot de tweede landbouwexporteur ter wereld. Maar die miljoenen varkens en koeien stoten pal naast natuurgebieden stikstof uit, in strijd met de EU-regelgeving. Boeren verzetten zich met hand en tand tegen de voorgestelde uitkoopregeling en ondertussen zit de bouw op slot.

Het resultaat van dit alles? "De Nederlandse realiteit is een anti-groei coalitie". Misschien moeten we ons ermee verzoenen dat 'stabilisatie van de bevolkingsomvang' de oplossing is. En dat zelfs het rijke Nederland minder zou moeten willen groeien. "We richten ons veel te veel op koopkracht, maar extra koopkracht maakt ons nauwelijks gelukkiger", tekent Kuper op uit de mond van Sandra Phlippen, hoofdeconoom van ABN Amro Bank. Toch heeft dat een keerzijde. Want mensen in stagnerende economieën worden boos en ongelukkig. Nederland moet op zijn tellen passen, nu de grenzen van de groei in zicht komen.