De binnen-het-wereldje bekende statisticus en wetenschapscriticus Ioannidis roept vooraanstaande voedingsepidemiologen - wetenschappelijk onderzoekers die met wiskundige modellen proberen vast te stellen welke omstandigheden ons eerder dood laten gaan of ziek maken - op om hun verantwoordelijkheid te nemen en hun vakgebied radicaal te hervormen. Zij zouden een voorbeeld kunnen stellen door hun talrijke artikelen met misleidende claims te corrigeren.

Wetenschappers hebben jarenlang veel te grootse claims gemaakt op basis van kwalitatief slecht onderzoek. Daarmee hebben ze de gezondheid van burgers en het vertrouwen in de wetenschap ondermijnd
Die oproep doet Ioannidis in een artikel in het Journal of the American Medical Association (JAMA). Volgens Ioannidis hebben wetenschappers jarenlang veel te grootse claims gemaakt op basis van kwalitatief slecht onderzoek. Daarmee hebben ze, zegt hij, de gezondheid van burgers en het vertrouwen in de wetenschap ondermijnd.

'Drie koppen koffie per dag en je leeft 12 jaar langer'
Ioannidis is een bekende naam in met name de medische wereld. Hij schudde dat wereldje in 2005 op door in het tijdschrift PloS Medicine een artikel te publiceren met de titel Why most published research findings are false. In dat artikel zette hij uiteen hoe door slordige onderzoeksopzetten, onbetrouwbare onderzoekstechnieken en waardeloze statistiek, een enorme hoeveelheid onbetrouwbare resultaten en toevalsbevindingen zijn gepubliceerd. Sindsdien groeide zijn faam en kan hij zich scharen onder de elite van de wetenschapscritici. Zijn nieuwe artikel kreeg direct steun van de invloedrijke cardioloog-wetenschapper Eric Topol.

In zijn op 23 augustus online verschenen artikel haalt hij op de hem kenmerkende manier uit naar de voedingsepidemiologie. "Bij een gemiddelde levensverwachting van tachtig jaar, zou het eten van twaalf hazelnoten per dag deze levensverwachting met twaalf jaar doen toenemen (dat is één jaar per hazelnoot), het drinken van drie koppen koffie per dag zou eenzelfde winst van twaalf jaar opleveren en het dagelijks eten van een mandarijntje zou vijf jaar winst opleveren. Omgekeerd, zou het dagelijks eten van een ei de levensverwachting verlagen met zes jaar en het eten van twee plakjes bacon met tien jaar. Zouden deze resultaten daadwerkelijk waar kunnen zijn?"

Meta-analyses: 'gewogen gemiddelden van de meningen van experts'
Oorzaken van ongeloofwaardigheid
Deze ongeloofwaardige schattingen zijn volgens Ioannidis een gevolg van een opeenstapeling van biases. Bijna alles wat we eten staat met elkaar in verband. Daardoor zal wanneer één van die producten of componenten ergens mee samenhangt, automatisch hetzelfde gelden voor heel veel andere producten of componenten. Bovendien hangt de consumptie van voeding sterk samen met sociale en culturele factoren die vaak ontbreken in de data waarop onderzoekers hun conclusies baseren.

Een ander probleem is dat voedingscohortstudies altijd een enorm aantal factoren meten en doorgaans maar een deel daarvan rapporteren. Hiervoor verworden meta-analyses volgens Ioannidis tot "gewogen gemiddelden van de meningen van experts."

Daarnaast houdt het vakgebied veel te weinig rekening met de diversiteit van zowel voeding als consumenten. Het is schier onmogelijk om in die complexiteit het universele effect van één component vast te stellen.

De kritiek van Ioannidis op de voedingswetenschap staat niet op zich. Deze maand nog verscheen er een kritisch artikel in het Journal of Clinical Epidemiology over onderzoeken waarvoor mensen bijhouden wat ze hebben gegeten, en kort daarvoor publiceerde de Maastrichtse biomedicus en wetenschapsfilosoof Bart Penders een artikel in het British Food Journal waarin hij betoogt dat de afwijzing van de voedingswetenschap door het publiek logisch is, omdat de wetenschappers hun eigen geloofwaardigheid keer op keer hebben ondermijnd.

Penders maakt deel uit van een consortium van Nederlandse onderzoekers dat onder de noemer Nutrition in Transition het vakgebied probeert te hervormen. Vorig jaar publiceerden ze hun visie in het European Journal of Nutrition.

De voedingsepidemiologie heeft de wetenschap en de maatschappij geen goede dienst bewezen
Nadruk moet liggen op minder eten
Ook Ioannidis benadrukt dat de voedingsepidemiologie de wetenschap en de maatschappij geen goede dienst heeft bewezen. Ook zou de volksgezondheid negatief beïnvloed kunnen zijn, doordat gammele conclusies in voedingsrichtlijnen belandden en doordat er veel aandacht is gegaan naar het zoveel mogelijk eten van allerlei 'goede voeding', terwijl de nadruk zou moeten liggen op minder eten.

Ioannidis pleit voor grootschalige, gecontroleerde, gerandomiseerde studies naar voedingspatronen. Daar verwacht hij, op basis van onderzoek, geen enorm sterke effecten van. Ook zouden epidemiologen meer onderzoeksgegevens met elkaar moeten delen en zouden ze moeten investeren in innovatieve onderzoeksmethoden. Onderzoeksfinanciers zouden dergelijke initiatieven moeten ondersteunen, om zo het vakgebied nieuw leven in te blazen.

Ioannidis gaf eind 2014 een lezing waarin hij zijn kijk op het onderwerp toelicht voor het open sourced wetenschappelijke blad PLOS:

Dit artikel afdrukken