Dijkenbouwers houden over het algemeen rekening met een tijdshorizon van enkele decennia tot een eeuw. Valt de zeespiegelstijging mee, dan houden de dijken Nederland de komende eeuw nog wel droog.

Maar als de zeespiegelstijging - een gevolg van global warming en smeltend poolijs - flink doorzet, dan zijn alleen dijken niet voldoende. Een idee is om stukken land open te stellen voor het water en de natuur, zodat zand, slib en veen aan 'landspiegelstijging' kunnen bijdragen. Hoe sneller we daarmee beginnen, hoe meer profijt we daarvan hebben in de toekomst. Hét voorbeeld dat dat kan lukken, vindt Weisscher de Biesbosch.

Biesbosch 2 meter gestegen
De Biesbosch ontstond 600 jaar geleden na de Sint-Elisabethsvloed. Toentertijd was de verantwoordelijkheid voor het onderhouden van dijken nog heel versnipperd omdat die bij individuele boeren lag. Het waren tijden van financiële onrust, met als gevolg dat dijken minder goed onderhouden werden. Na de eerste doorbraak van het zeewater in de Grote Waard bij Dordrecht was er geen houden meer aan. Boeren en bewoners trokken zich terug en de natuur kreeg vrij spel. Het gebied verwaterde en rivieren gingen er slib afzetten. De mens ging er vissen, legde grienden aan en langzaam maar zeker kwam er een verlandingsproces op gang. Met als resultaat dat de Biesbosch twee meter hoger is komen te liggen dan omliggende polders die niet getroffen waren, simpelweg door aanspoelend zand en slib, planten- en bomengroei. In het landschap is dit alleen moeilijk te zien.

"We wanen ons heel veilig in Nederland", zegt Weisscher, "maar hoe later we met landspiegelstijging beginnen, hoe groter de kans dat steden onder water lopen."

Steek bijvoorbeeld in Zeeland gecontroleerd de dijken door, zodat door zandaanvoer en getijdenwerking het achterliggende land mee kan stijgen met de zeespiegel
Gereguleerde landspiegelstijging
Volgens Weisscher kan door bredere barrières te maken tussen het water (zee en rivieren) en het land en door dijken (tijdelijk) door te steken het proces van landspiegelstijging gereguleerd in gang gezet worden. In het laboratorium bouwde hij een 'zandbak' waarin hij het proces van slibafzetting en plantengroei kan nabootsen. Met een computermodel van de Westerschelde berekent hij hoe het zou kunnen gaan en in de Zeeuwse Hedwigepolder - die na jaren strijd weer onder water gezet is - testen collega-onderzoekers uit hoe het in de werkelijkheid gaat.

Vergeet niet dat Nederland vroeger veel groter was, zegt Weisscher. Het IJsselmeer? Waddenzee? Veengebied. Zeeland was een grotendeels volgegroeid landschap en door turfwinning is daar indirect veel land verloren gegaan (als gevolg van meerdere 'zee-inbraken') dat we maar gedeeltelijk met polders hebben teruggewonnen. Verminder het wegpompen van grondwater uit het Groene Hart, zodat er zich ondergronds grotere zoetwaterlenzen kunnen vormen. Steek bijvoorbeeld in Zeeland gecontroleerd de dijken door, zodat door zandaanvoer en getijdenwerking het achterliggende land mee kan stijgen met de zeespiegel. Dat gaat bij eventuele toekomstige doorbraken echt de schade beperken. Want hoewel dijken en andere technieken ons droog kunnen houden, wordt de kans op een overstroming nooit nul. We kunnen ook nog plezier hebben van deze nieuwe watergebieden, doordat dit landschap mogelijk te combineren is met natte landbouw en recreatie.

Het grootste obstakel is volgens Weisscher niet de techniek of de natuur, maar de vraag hoe voor het idee van landspiegelstijging maatschappelijk draagvlak te krijgen. Durven we de draai van 'land kwijtraken' naar 'investeren in land voor de toekomst' te maken?
Dit artikel afdrukken