Dit voorjaar verscheen in het Journal of the Academy of Nutrition and Dietetics (2014) het artikel “A Review of Interventions that Promote Eating by Internal Cues”. Geen metastudie, en dus geen statistische vergelijking van vele onderzoeken, maar een beschrijvend overzicht. Auteurs Schaefer en Magnuson bekeken de uitkomsten van onderzoeken naar 'intuïtief eten', 'zonder dieet' of 'mindful eten' op gewicht en gezondheid, in vergelijking tot traditionele afvalprogramma's.

Van de traditionele afvalprogramma's is bekend dat de resultaten - het gewichtsverlies - op de lange termijn niet of nauwelijks beklijven. Bovendien zorgen diëten vaak voor psychologische belasting. Daar staat tegenover dat de intuïtief eten programma's wel lijken te helpen: deelnemers krijgen een 'gezondere relatie' met eten en dat zorgt voor verbetering in hun bloeddruk, vethuishouding en fitheid van hun hart en longen, zelfs als ze niet afvallen. Bovendien heeft intuïtief eten positieve psychologische uitwerkingen.

In Psychology Today schrijft Alexis Conason dat het overzicht 'enkele belangrijke gaten in de onderzoeksliteratuur' aan het licht brengt. Zo vonden de auteurs maar 24 'intuïtief eten-onderzoeken' terwijl de afvalonderzoeken de tijdschriften uitpuilen. Verder waren er maar een handvol als Randomized Controlled Trial opgezet (de 'gouden standaard' van alle onderzoeksmethodologie), waren er soms geen controlegroepen of hele kleine onderzoeksgroepen. Conason pleit dus voor meer onderzoek, dat wel aan de standaarden voldoet. Want het idee van 'intuïtief eten' is te waardevol om zomaar weer van tafel te verdwijnen: "Je gaat weer echt van je eten proeven en genieten!", besluit ze.
Dit artikel afdrukken