Karin Wendin, universitair hoofddocent aan de universiteit van Kopenhagen, en haar team onderzochten hoe voorgevormde emoties over niet mooi fruit onze aankopen beïnvloeden. Want lelijk fruit smaakt hetzelfde maar wordt nog vaak weggegooid, aldus Wendin op FoodIngredientsFirst.

In het onderzoek beoordeelden 130 deelnemers een fotoserie van verschillende appels op hoe graag ze iedere appel wilden eten. De imperfecte of misvormde appels werden het minst graag gegeten.

Opvallend werd het pas toen de appels ook geproefd werden, na het zien van een foto van appel met een verschillend uiterlijk. Bij het zien van een foto van een lelijke appel, smaakte de testappel ook vreselijk - hoe lekker, sappig en perfect die appel ook was.

De negatieve eerste indruk bepaalde dus de smaaksensatie. Daarom kiezen we in de supermarkt voor 'perfect'. En dat patroon moeten we doorbreken.

Om het niet te hoeven weggooien, kun je het minder mooie fruit verwerken in bijvoorbeeld sappen, sauzen of taart. Je kunt een appel, peer of perzik bijvoorbeeld ook bakken; een gebakken appel is zelfs een klassieke combinatie met bloedworst.

De communicatie kan volgens het onderzoeksteam een stuk beter. Als misvormde of licht beschadigd producten - buitenbeentjes - voor een lagere prijs worden aangeboden, dan 'zullen ze wel minder lekker zijn.' Niet doen dus. Prijs ze liever aan als geinig door ze 'wonky' of 'lekkere lelijkerds' te noemen

Om voedselverspilling terug te dringen sluiten bedrijven zich aan bij het populaire Too Good To Go-initiatief. Ook bijproducten uit reststromen worden inmiddels vaker gebruikt voor nieuwe ingrediënten, zoals zoetstoffen van bananenschillen. Wendin legt de bal bij de consument om zelf het verschil te maken en fruit met een plekje of raar bultje niet meteen weg te gooien.
Dit artikel afdrukken