Met één stem verschil die de meerderheid bepaalde vóór het voorstel om teelt in de volle grond geen eis meer te laten zijn om een product biologisch te mogen noemen, stemde de NOSB voor het voorstel om die koppeling tussen die twee los te laten. Het betekent dat officieel van het Amerikaanse biologische keurmerk USDA Organic voorziene producten voortaan ook uit hypermoderne teelten mogen komen, zonder dat de consument weet of hij sla uit de volle grond of uit een hightech kas koopt. Daardoor kan hij gaan twijfelen. Niet de bodem en het bodemleven bepalen dan meer wat 'biologisch' is, maar door mensen samengestelde mest- en watermixen die ook voor een 'echt' biologisch plantje kunnen zorgen. Wat is dan nog het verschil met gangbare hightech teelten, vragen de tegenstanders van het besluit?
In de praktijk verandert er niets. USDA Organic accepteerde al veel langer dergelijke producten als 'biologisch'. Bodemboeren wilden er echter niet aan en probeerden die mogelijkheid te verbieden door de NSOB die expliciet te laten uitsluiten. Dat is sinds deze week precies andersom uitgepakt.
Net zoals wij, zullen Amerikanen zich bij biologische groenten waarschijnlijk geen hightech hydrocultuur met planten in trays van voedingsoplossing voorstellen. Al evenmin zullen ze zich daarbij aquaponics systemen voorstellen waarin hydrocultuur en aquacultuur of gekweekte vissen en andere waterleven worden ingezet om planten te telen. Het begrip "biologisch" associëren we met een meer traditionele of zelfs romantische visie op gewassen die onder de blote hemel en in de aarde geteeld worden.
Hoewel die associatie de lading allang niet meer dekt omdat er grote biologische monoteelten zijn ontstaan, die het beeld van het romantische gemengde bedrijf met een klein boerderijtje allang hebben verdrongen, vinden de biologische boeren van het eerste uur dat het imago van biologisch om zeep wordt geholpen door regelrechte hightech industriële benaderingen toe te staan. Zij denken dat het hun levenswerk volledig teniet doet. Voor hen was de beslissing van woensdag een diepe emotionele klap, schrijft The New Food Economy.
Op 10 juni krijg je nieuwe kado-artikelen.
Als betalend lid lees je zoveel artikelen als je wilt, én je steunt Foodlog
Het is niet uit de mode, de kans is groot dat het er juist in komt. Veel ontwikkelingen gaan van klein, naar groot, naar weer klein. Miniaturisering (computer, elektromotor) gaat steeds verder*. Ooit door de Japanners mee begonnen (overbevolking, kleine huizen). Dit zorgt er mede voor dat schaalgrootte steeds minder relevant is voor efficiency.
Maar goed, we zitten nog steeds in het 'schaalgrootte tijdperk', zeker qua systematiek. Terwijl we, denk ik, vanuit menselijk oogpunt liever een wat kleinere schaal hebben. En dat zal uiteindelijk ook wel gebeuren over xx jaar.
Ik zou ook tegen Prins Bernard willen zeggen: koop de krimpgebieden op.
Kleine, zelfsturende, elektrische vliegtuigen.
Het is alweer uit de mode, maar het concept van kleinere nederzettingen overal verspreid op aarde van Carolyn Steel (Hungry City) zou in je op moeten komen als je Hendrik leest. Zulke dorpen passen het best bij een exergetischer samenleving.
NB: als energie niet alleen de beperkende, maar ook de niet in te vullen voorwaarde is, dan hebben we ook bij kleinere nederzettingen een probleem.
#94 John, de heer Smil heeft dit allemaal al uitgerekend. Grote steden verbruiken 500/1000Watts/m2. Hier geen ruimte genoeg voor PV en/of windmolens. Jammer van Steinbuch die moet zijn EV's laten staan.
ik heb me hier wel laten inspireren door Dick Veerman zijn verhaal over exergie, naarmate een stad groeit kost het voor elke laatste inwoner die erbij steeds meer energie om het kostje naar de stad te halen.
stel iemand is zelfvoorzienend en woont midden in de tuin/akker/wei waar het voedsel in energie energie opgewekt wordt, dan zal deze persoon maximaal 40 meter af hoeven te leggen bij een behoefte van 5000 meter grond. Als deze persoon nu verhuist naar een stad met een 1 miljoen inwoners en zijn akkertje komt aan de rand te liggen, Dan zal deze persoon dagelijks 40 km naar zijn veldje af moeten leggen om zijn voedsel te verzamelen, of het voedsel moet 40 km afleggen in een transport. Nu kan dat transport wel efficiënter en is de productie gespecialiseerd waardoor er bespaart wordt op energie maar ergens licht het knikpunt. Hoe groot kan een stad worden voordat de efficiëntie voordelen teniet worden gedaan?
af te leggen afstand:
wortel (inwoner * grond / pi)
stel er kan 32 000 kg voedsel in een vrachtwagen, met een opname van 2 kg per inwoner/dag
dan zal deze vrachtwagen bij een inwoner aantal van 160.000 inwoner 2 meter per inwoner per dag afleggen (retour)
bij een inwoner aantal van 1.000.000 is dat opgelopen tot 5 meter per inwoner per dag
bij een inwoner aantal van 10.000.000 is dat opgelopen tot 15 meter per inwoner per dag
voedselproductiesystemen van voedsel moeten dus naarmate de verstedelijking toeneemt steeds efficiënter worden om te compenseren voor de extra hoeveelheid energie die nodig is om het voedsel in de stad tee krijgen. Met biologische voeding i.c.m. met verstedelijking gaan we dat dus nooit redden. Als het volk zich weer meer over het land gaat verspreiden en ook meehelpt op het land komen we een heel eind. Maar wie wil er nog terug in de tijd?
De stad is natuurlijk ideaal voor de intensieve menshouderij. Efficiënt, korte lijnen, goed te managen en te beïnvloeden. Dus de kaarten worden op de stad gezet. Maar misschien willen we dat helemaal niet op deze manier en komt er een trek de stad uit. Meer ruimte, meer saamhorigheid, meer lucht, minder stress. En volgt het werk ook. Betere performance.