In 2016 werden er in de hele EU 5.148.000 baby's geboren - in Nederland waren dat er 172.520. "We zien sinds 2008 een relatieve stabiliteit in Europa, in tegenstelling tot de VS, waar de economische crisis het geboortecijfer omlaag drukte", zegt Laurent Chalard, geograaf van de denktank European Centre for International Affairs in Le Figaro. Waarom besteden de Fransen aandacht aan deze cijfers? Omdat hun land trots bovenaan de lijst prijkt met 1,92 kind per vrouw. Of dat zo zal blijven, is de vraag, want het Franse geboortecijfer daalt al drie jaar op rij. Vorig jaar daalde het in Frankrijk voor het eerst onder de grens van 2 kinderen per vrouw. Overigens haalt niet één Europees land die hoge waarde nog. Dat betekent dat Europa generatievernieuwing vergrijst en de (autochtone) bevolking krimpt.

Frankrijk wordt gevolgd door Zweden (1,85 kind per vrouw) en Ierland (1,81). De landen met de laagste kinderaanwas zijn Spanje (1,34 kind per vrouw) en Italië (idem). "InZzuid-Europa, vooral in Italië, is de houding ten opzichte van werkende moeders minder gunstig. Ook trouwt men steeds later en worden er minder kinderen buiten het huwelijk geboren dan in andere Europese landen. Dat leidt er toe dat eventuele kinderen later komen en dat verlaagt de vruchtbaarheid", aldus Chalard.

De leeftijd waarop vrouwen hun eerste kind krijgen stijgt nog altijd. In 2016 overschreed die de grens van 30 jaar in Italië, Spanje en Griekenland. Van meer dan 7% van de eerstgeborenen is de moeder ouder dan 40 jaar. In Letland, Bulgarije en Roemenië ligt de gemiddelde leeftijd waarop vrouwen voor het eerst moeder worden het laagst, op 26 jaar. Gemiddeld voor de EU ligt die leeftijd op 29 jaar.

De Franse krant Le Monde kijkt ook nog even over de grens, naar Duitsland om precies te zijn. Daar steeg het geboortecijfer voor het vijfde jaar op rij, met 7% naar 1,59, het hoogste cijfer sinds 1973. De Duitse babyboom blijkt vooral te danken te zijn aan de immigratie. Duitse vrouwen kregen 3% meer kinderen (607.500) ten opzichte van 2015, gemiddeld 1,46 kind per vrouw, maar van buitenlandse vrouwen steeg het geboortecijfer met maar liefst 25% (naar 2,28 kind per vrouw, 184.660 kinderen).
Dit artikel afdrukken