IKEA kondigde recent aan over te stappen naar zuivel van plantaardige grondstoffen. Dat doet het bedrijf omdat het verantwoordelijkheid neemt voor klimaat en milieu. Maar als het bedrijf spullen blijft verkopen die we eigenlijk niet nodig hebben dan is dat groenwassende window dressing, vindt duurzaamheidspsycholoog Reint Jan Renes van de Hogeschool van Amsterdam.
IKEA stapt over naar plantaardige zuivel om de klimaatdoelen te halen. Op zich een mooie beweging in de eiwittransitie. Echter, zolang IKEA consumenten blijft verleiden onzinnige prullaria te kopen - via slimme looproutes in de winkel en verleidelijke reclames - voelt deze stap richting plantaardig toch als een duurzame schijnbeweging.
Hoe zouden we het vinden als FrieslandCampina mensen zou oproepen CO2-uitstoot te verminderen door minder spullen te kopen? Dat is net zo ongeloofwaardig als de campagnes van Coca-Cola die ons adviseren gezonder te leven door meer te bewegen.
Al onze aankopen hebben impact op het milieu. Om al die spullen te produceren is water en land nodig. De productie leidt tot ontbossing en een druk op de voorraad aan grondstoffen en natuurlijke hulpbronnen van onze aarde.
Uit onderzoek van CE Delft blijkt dat voor de gemiddelde Nederlander de milieu-impact van spullen het grootst is. Groter nog dan de impact van vlees eten, auto rijden, vliegen of je huis verwarmen.
Dus hoe sympathiek ook dat IKEA steeds meer richting plantaardig gaat, zolang ze niet hun core-business aanpassen is het een duurzame schijnbeweging waarmee ze PR-technisch goed scoren maar concreet weinig mee bereiken voor het klimaat.
Dit artikel afdrukken
Hoe zouden we het vinden als FrieslandCampina mensen zou oproepen CO2-uitstoot te verminderen door minder spullen te kopen? Dat is net zo ongeloofwaardig als de campagnes van Coca-Cola die ons adviseren gezonder te leven door meer te bewegen.
Al onze aankopen hebben impact op het milieu. Om al die spullen te produceren is water en land nodig. De productie leidt tot ontbossing en een druk op de voorraad aan grondstoffen en natuurlijke hulpbronnen van onze aarde.
Uit onderzoek van CE Delft blijkt dat voor de gemiddelde Nederlander de milieu-impact van spullen het grootst is. Groter nog dan de impact van vlees eten, auto rijden, vliegen of je huis verwarmen.
Dus hoe sympathiek ook dat IKEA steeds meer richting plantaardig gaat, zolang ze niet hun core-business aanpassen is het een duurzame schijnbeweging waarmee ze PR-technisch goed scoren maar concreet weinig mee bereiken voor het klimaat.
Deze tekst verscheen eerder op LinkedIn. Daaronder ontstond een discussie over de vraag of het terecht is om Ikea zo hard aan te spreken. Ja, vindt Renes, omdat de klimaat- en milieu impact van spullen heel groot is. Maar, zeggen anderen, IKEA wil toch ook met zijn spullen circulair worden? Dat zal lastig zijn, zegt weer een ander, omdat IKEA vooral spaanplaat gebruikt. Dat is nauwelijks geschikt voor hergebruik.
Nog 3
Je hebt 0 van de 3 kado-artikelen gelezen.
Op 5 mei krijg je nieuwe kado-artikelen.
Op 5 mei krijg je nieuwe kado-artikelen.
Als betalend lid lees je zoveel artikelen als je wilt, én je steunt Foodlog
Lees ook
In een uitgebreidere versie plaatste Reint Jan bovenstaande opinie ook in Het Parool.
Boeiend in deze draai is de aandacht voor de onduurzame impact van andere onderdelen van onze consumptie dan voedsel.
Alweer heel geleden schreven we al eens over een mooi gemaakte en onverdachte infographic van Milieucentraal. De nieuwe cijfers die Reint Jan hierboven linkt zijn daar niet helemaal synchroon mee, maar laten opnieuw zien dat er meer in ons leven is verandering behoeft dan voedsel alleen.
Volgens het IKEA sustainability report Y22 is de totale CO2eq emissie van IKEA 25,8 miljoen ton. Het aandeel voedsel hierin is 0,81 miljoen ton CO2eq. In 2016 was dit nog 0,86 miljoen ton CO2eq. Het aandeel vegetarische balletjes is inmiddels 17%. Volgens een Foodlogbericht uit juli 2020 was de impact van plantaardige balletjes 96% kleiner dan de vleesvariant. Volgens het jaarraport is de afname van het voedselimpact 7% (ik kom uit op 5,8%, soit), 1,5% van de totale afname tov 2016.
Hoe gaan we dit effect noemen? Dat de impact van een maatregel omgekeerd evenredig is met de aandacht die een maatregel krijgt in de media? De Huvudroll-paradox?