Dat zegt Ian Brown van het Britse Veterinair Instituut, de tegenhanger van ons Centraal Veterinair Instituut, schrijft Boerderij.

Sinds 2006 zou het aantal op ziekte geteste vogels van 60.000 per jaar zijn afgenomen tot minder dan 10.000 in Europa. Dat zorgt voor onbetrouwbaarheid in wat we weten en veronderstellen over de verspreiding van ziekten vanuit het wild naar landbouwhuisdieren. Nederland testte slechts 262 vogels, terwijl ons streefaantal op 1.000 ligt. Of 1.000 genoeg en 262 te weinig is, is echter maar de vraag.

'Elke vogel kan het virus hebben'
Brown deed zijn uitspraken voor het permanent comité voor de diergezondheid van de Europese Commissie.

Duitsland wil meer onderzoek doen naar wilde vogels. Brown vermoed dat zulks weinig zal opleveren omtrent de maatregelen die genomen moeten worden. Stel je voor wat het ministerie van Economische Zaken in ons land zou moeten doen als een besmetting bij een wilde vogel buiten een van de getroffen gebieden zou worden gevonden. "Er is dan eigenlijk geen juridische basis voor het treffen van maatregelen. Het beste wat een pluimveehouder kan doen, is ervan uitgaan dat elke vogel buiten het virus bij zich kan hebben. Hij moet zorgen dat hij de juiste hygiënische maatregelen neemt om het virus buiten de deur te houden", zegt Brown. Dat is inderdaad waar het Nederlandse ministerie van EZ pluimveehouders direct na de uitbraak in Hekendorp toe opriep.

Dijksma zet in op meer onderzoek naar wilde vogels
In een Kamerbrief maakte staatssecretaris Dijksma vanmiddag bekend in te zetten op meer onderzoek naar wilde vogels. Daar is al mee begonnen en het zal nog verder worden uitgebreid. Erasmus MC, het NIOO en SOVON zullen daartoe samenwerken met het Duitse Friedrich Loeffler Institut. Duitsland bepleit, met steun van Nederland, de instelling van een Europees fonds voor de monitoring van wilde vogels, schrijft het FD.

Fotocredits: Eenden, Martijn Nijenhuis
Dit artikel afdrukken