Dat schrijft Tim Spector in zijn nieuwe boek Spoon-Fed. Why Almost Everything We’ve Been Told About Food is Wrong. In 280 pagina’s neemt de Britse hoogleraar genetische epidemiologie de huidige stand van zaken in het brede terrein van voeding en gezondheid door. ‘Incredibly timely’ noemt de sterauteur van kookboeken Yotam Ottolenghi het boek in een goedkeurend citaat op de achterflap. Inderdaad is Spoon-Fed goed getimed. En bij deze tijd past wel enig activisme, daar is Spector niet vies van.
Ongezouten
De voedingskunde maakt een belangrijke periode door, en Spector doet daar scherp verslag van. Evenals in zijn vorige boek The Diet Myth benadert hij het terrein als wetenschapper en als privépersoon. Hij heeft een brede en grondige kennis van de wetenschappelijke literatuur, onderzoekt de wisselwerking tussen genen en voeding, en onderwerpt regelmatig ook zichzelf aan experimenten. Bovendien kan hij goed schrijven voor een breed publiek. Hij publiceert geregeld in The Guardian en het medische vakblad BMJ.
De ondertitel suggereert een ongezouten aanval op de bestaande kennis over voeding en gezondheid. Inderdaad is Spector heel kritisch over de vroegere en huidige adviezen over voeding. Hij analyseert hoe die ideeën ontstaan zijn en stuit daarbij op de erbarmelijke kwaliteit van het onderzoek in de voedingskunde. Hij is niet de enige wetenschapper die in feite het failliet afkondigt van de traditionele, academische bestudering van de relatie tussen voeding en gezondheid.
Misleidend
Spoon-Fed gaat verder waar zijn vorige boek eindigde, met het ontkrachten van verkeerde denkbeelden over voeding. “De meesten van ons leren onze eerste voedselmythes als kinderen”, is de eerste zin van de inleiding. En daarna wordt het niet beter. Wat we te horen krijgen over voeding “is op zijn best misleidend en op zijn slechtst helemaal verkeerd en gevaarlijk voor onze gezondheid”.
Hoe is het zover gekomen dat de facto ongekwalificeerde personen ons voorschrijven wat het beste is om te eten?, vraagt Spector zich af. Daar wijst hij drie oorzaken voor aan: slechte wetenschap, verkeerd begrepen uitkomsten daarvan, en de voedingsmiddelenindustrie.
Die drie thema’s komen terug in de hoofdstukken die allemaal een ‘myth’ meekregen, mythes over ontbijten, supplementen, vet, zout, suiker, koffie, water, gluten, vis, alcohol en nog een paar. De methode van Spector is van die mythes de heersende opvattingen te relativeren, de kruimeltjes waarheid die hij vond te belichten, en het plaatje in te vullen met zijn persoonlijke ervaringen, als wetenschapper en als consument.
Spector sluit zich met die opvatting aan bij het nieuwe denken over de voedingsmatrix, het uitgangspunt dat voeding een complex is van samenwerkende chemicaliën, geen optelsom van losse effecten. Voedingspatronen tellen, niet de afzonderlijke voedingsstoffenIsolement
Dat persoonlijke brengt hem tot de pittige uitspraken die dit boek zo ‘timely’ maken. Supplementen werken niet, verzadigd vet veroorzaakt geen hartinfarcten, calorieën tellen en sporten helpen je niet af te vallen. Maar ook: de waarschuwingen tegen (goed) vlees, zuivel, zout en alcohol zijn overdreven. Evenals – verrassend - de aanbeveling om vis te eten vanwege de omega-3 vetten.
Die adviezen berusten allemaal op zwak bewijs, zegt Spector, decennia van voedingskunde overziend. Het is een misverstand gebleken om voedingsstoffen in isolement te bestuderen en daaruit conclusies te trekken voor de gezondheid. Spector sluit zich met die opvatting aan bij het nieuwe denken over de voedingsmatrix, het uitgangspunt dat voeding een complex is van samenwerkende chemicaliën, geen optelsom van losse effecten. Voedingspatronen tellen, niet de afzonderlijke voedingsstoffen.
Stofjesdenken
Het bezwaar tegen dat achterhaalde stofjesdenken is dat het leidde tot onduidelijkheid. Dat idee sluit aan bij de nieuwe inzichten over voeding. Losse voedingsmiddelen bestuderen, zoals door de nutritionistische benadering van voeding decennia lang gedaan is, heeft geen zin. Het leidde tot verkeerde voedingsadviezen, na een besluitvorming die vaak ook beïnvloed werd door politieke en commerciële belangen.
Een ander fenomeen dat samenhangt met het gebrek aan duidelijkheid is volgens Spector de vrijheid die de voedingsmiddelenindustrie heeft gekregen en genomen om onzinnige gezondheidsclaims te maken en onderbouwen. Spector is van mening dat de industrie altijd veel te veel vrijheid heeft gehad om ongezonde producten te verkopen. Vaak gesteund door wetenschappers, die verleid werden met grote budgetten voor hun onderzoek.
Spector is uitgesproken over de rol van de industrie en de hedendaagse laksheid van het publiek en overheden om in het geweer te komen. “Over een decennium zullen we terugkijken en ons afvragen waarom we toestonden dat een paar hebzuchtige voedingsmiddelenbedrijven ons verslaafd maakten aan ultra-processed food en we de ogen sloten voor de effecten op onze gezondheid,” schrijft hij.
Darmfunctie
Een belangrijk terugkomend thema in Spoon-fed is de betekenis van het microbioom voor de gezondheid. Wat de darmbacteriën met al die (gif)stoffen doen en hoe ze reageren op goede en slechte voeding, is nog maar zeer ten dele bekend, aldus Spector. Een goede darmfunctie is niet alleen nodig voor de opname van voedingsstoffen, maar ook voor de productie van stoffen die invloed hebben op de fysieke gezondheid en op de geestelijke gesteldheid. Ernstige psychiatrische aandoeningen zouden wel eens hun oorsprong in ongezonde darmen kunnen hebben. Spector voorziet grote ontwikkelingen in dat onderzoeksgebied.
Door zijn doorlopende project TwinsUK met tweelingen weet Spector maar al te goed dat zelfs genetisch identieke tweelingen sterk verschillend samengestelde darmmicrobiomen kunnen hebben. Dat heeft hem ervan doordrongen dat de individuele verschillen tussen mensen voor wat betreft hun metabolisme groot kunnen zijn en dat daarom ‘one-size-fits-all’-voedingsadviezen onzinnig zijn.
Echt eten
Wat de darmen zouden moeten krijgen om goed te functioneren, weet Spector wel: groente, fruit, vezels en variatie in het dieet met vlees, zuivel en vis. Alle vetten mogen, alcohol en suiker ook (liever dan kunstmatige zoetstoffen), maar met mate. Dat eetpatroon mag weinig origineel zijn, het zal voor veel consumenten nog niet eenvoudig of zelfs betaalbaar zijn om echt, eenvoudig te gaan eten, vreest Spector. Nu al zijn grote groepen in westerse en niet-westerse samenlevingen aangewezen op goedkoop, maar slecht fabrieksvoedsel.
Het onderliggende idee van Spoon-fed is dat de consument weer de controle over zijn eigen voeding in handen moet nemen. Geloof al die praatjes over voeding niet, probeer zelf uit te zoeken wat goed voor je is. Eet zo divers mogelijk, maar wel vers en zo veel mogelijk plantaardig, voor een gezond microbioom. Laat je niet misleiden door reclame en marketing. Wordt geen food snob, stop met supplementen en laat je niet gek maken door modediëten.
En als uitsmijter van zijn 12-stappen plan: onderwijs jezelf en de volgende generatie over het belang van echt eten.

Spoon-Fed. Why Almost Everything We’ve Been Told About Food is Wrong van Tim Spector. Uitgeverij Jonathan Cape. Verschijnt volgend voorjaar in een Nederlandse vertaling.
Op 10 juni krijg je nieuwe kado-artikelen.
Als betalend lid lees je zoveel artikelen als je wilt, én je steunt Foodlog
DICK, Confusius: Een wijs man zoekt het in zichzelf, de dwaas zoekt het in anderen.
Haha Dennis, het was niet onbedoeld. Ik ben al heel lang geinteresseerd in een bredere kijk dan alleen voeding. Neem ademhaling. Vermoedelijk de basis van leven. En kijk om je heen en hoor het gepuf, gehijg, te korte ademhaling die niet verder dan de keel of bovenborst terechtkomt. Veelal ook nog door een uitgezakte mond. Het parasympatic nervous system maakt overuren. En dan ademen we ook nog troep in.
#51, Enno, taalspelen: check die notie door te googlen op bijv. Wittgenstein + language game.
Intra-universitaire uitvindingen van grote klasse: ja hoor, die zijn er. Maar de geschiedenis van de wetenschap laat zien dat vele grote gedachten van buiten de disciplines kwamen. Universiteiten zijn van oudsher overigens niet zozeer talent hubs, maar plekken waar bestaande kennis en skills worden overgedragen. Zeg maar een soort VWO-cum-gilde: VWO voor law, gilde voor medicine. Langzaam ontwikkelde de universiteit zich als een vrijplaats van denken met academische vrijheid.
Je noemt Einstein. Diens grote vernieuwingen dateren uit de tijd voorafgaand aan zijn carrière als wetenschapper. Hij werd aanvankelijk afgewezen. Een heel groot genie natuurlijk, ook later.
Eigenlijk oppert Jan Peter in #48 tussen de regels door, bedoeld of onbedoeld, een mooie ingang: laten we eens beginnen met enigszins begrijpen hoe onze biologie werkt en interacteert met de buitenwereld. Die interactie gebeurt immers niet in afzondering, maar altijd in de context van talloze andere externe en interne prikkels en processen.
Eén factor (voeding) er uitlichten heeft als risico dat we (a) het belang ervan overdrijven en (b) vergeten dat de context van al die andere factoren waarschijnlijk bepalend is voor het effect van die ene factor. Uit armoede zijn we die context maar confounders (verstorende factoren) gaan noemen, alsof de factor die onderzocht wordt heus wel een precies omschreven effect heeft, maar we in ons onderzoek de hele tijd lastig gevallen worden door verstoringen. Dat is toch echt een andere beschrijving van de wereld dan de erkenning dat effecten context afhankelijk zijn. Kortom, om een beetje begrip te kunnen ontwikkelen van wat er in welke mate bijdraagt aan ziekte, zullen we eerst onze biologie enigszins moeten begrijpen in het licht van al haar complexiteit en interactie met de omgeving. Om een voorbeeld te noemen, de combinatie van mens en zijn microbioom wordt door sommige onderzoekers beschreven als een holobiont: ze bestaan samen als een superoganisme en zijn niet los van elkaar te zien.
Wicher, dat verklaart je reactie uit #49 niet. Maar het is goed zo.