Dat het aalmoezen waren, is niet belang. Boeren moesten voelen dat de EU zich om hun lot bekommert. De steun met een groot klinkend bedrag had een psychologische functie.
Met die €1,5 miljard moesten boeren hun nood lenigen na de exportcrisis die ontstond toen Rusland zijn grenzen sloot voor Europees voedsel. De zich ophopende voorraden peren, tomaten, varkensvlees en zuivel moesten een andere bestemming vinden. Zoiets lukt altijd, zij het slechts met verlies als er plotseling teveel product in de markt in omloop komt. Dat bleek het geval en is een situatie die nauwelijks veranderd is. Voortdurend is er net teveel product in de markt. Alleen bij uitzondering is dat soms even niet het geval.
Toch gaat er niet meer geld komen, verklaarde deze week EU-landbouwbaas Phil Hogan. Het is tijd voor structurele maatregelen die voor een andere manier van boeren moeten zorgen.
De kosten van het tijdsverlies en het verloren gaan van kansen die er natuurlijk zijn voor de Nederlandse land- en tuinbouw zullen betaald worden uit de al behoorlijke lege zak van de boer. Dat maakte Phil Hogan deze week met zoveel woorden duidelijk.Goedkoper
Hogan heeft gelijk. Het heeft geen zin om nog meer geld achter een sector aan te gooien waarin de ene boer dat geld gebruikt om de andere de nek af te snijden. Dat zoiets zal gebeuren werd de afgelopen weken weer duidelijk. Vooral Nederlandse varkensboeren produceerden door ondanks het teveel aan varkens. Nu de melkprijs in de wereld weer even lijkt te stijgen, dreigen Nederlandse boeren het met moeite bereikte fosfaatakkoord weer aan hun laars te lappen, vreest ING. Dat doen melkveehouders om buitenlands product uit Europa te weren en - denken ze - hun positie op de wereldmarkt vast te houden. Dat lukt niet zo goed, omdat boerenproductie in West-Europa wat duurder is dan elders in de wereld. De gemiddelde Nederlandse melkboer is ca. 35% te duur om op de wereldmarkt te kunnen leveren. Datzelfde geldt voor de markt voor groente aan de rand van de EU. De van oudsher tamelijk lokale markt voor verse groente heeft inmiddels te maken met concurrentie van buiten de EU. Afgelopen week werd bekend dat de import van groenten en fruit uit niet EU-landen rond de Middellandse Zee naar de EU stijgt, terwijl de prijs ervan daalt. Met name Zuid-Spaanse, Bretonse en Hollandse tuinders hebben daar last van. Diezelfde last zullen vleeskuikenhouders ervaren. Kip uit Oekraïne is circa 40% goedkoper is dan de onze. Een en ander bij een vergelijkbare kwaliteit die geheel met Nederlands kwaliteitsbeleid en de toepassing van vaderlandse technologie wordt gerealiseerd.
Plan Veerman
Hogan maakte duidelijk dat de EU in 2015 en 2016 €1,5 miljard heeft besteed om de eerste boerenemoties te temperen. Nu is het tijd om reëel te worden en vanuit de toekomst te gaan denken. Inmiddels zag het plan Veerman het licht. Het volgt de gedachte dat marktwerking overproductie kan tegengaan door boeren, verwerkers en detaillisten aan elkaar te knopen. In Frankrijk lukt dat al. Zelfs bij de Duitse discounter Lidl, wordt in Frankrijk Frans varkensvlees verkocht. Ik ging deze week naar Carrefour waar tijdens de 'varkensvleesmarkt' - de voor Fransen feestelijk klinkende foire au porc, vol aanbiedingen - uitsluitend Frans vlees in de aanbieding ligt. In 2015 was dat nog heel anders. Toen lag er nog het nodige Nederlandse varkensvlees in Franse supers. Dat moesten onze slachters kwijt en daarom ging het destijds voor nog lagere prijzen weg dan het qua kostprijs wat goedkopere Franse varkensvlees. Die tijden zijn voorbij. Ook de leveringen van Nederlandse melkbestanddelen aan Franse kaas- en yoghurtmakers zoals dat vorige zomer nog gebeurde, zullen afnemen.
Nationale ketens
De EU heeft inmiddels nieuw beleid. Op voorstel van Veerman moeten boeren in een keten stappen. Hoe dat zal gaan, weet nog niemand, al hebben we er al wel een woord voor: contractualisatie. Boeren, verwerkers en detaillisten moeten in langjarige afspraken stappen op basis van onderscheidende aspecten die hun eindproduct uniek maken.
Dat Nederland één van de grootste verliezers van dat beleid gaat worden, is een te voorziene ontwikkeling. Onder boeren is die gedachte taboe. Dat is begrijpelijk. Ons land is verreweg de grootste exporteur van eigen productie binnen de EU. De klanten van die ketens weten wat u als consument ook hebt geleerd: lokaal is beter voor de boer, beter voor het milieu en beter voor henzelf. Of dat helemaal klopt, is niet zo belangrijk. De klanten van die supers geloven het. Als de prijs goed is, zullen ze Carrefour dan ook belonen door graag vlees van eigen boeren te kopen.
Het vlees bij Carrefour bleek concurrerend geprijsd. Het is voorzien van stickers die vertellen dat het verse vlees in Frankrijk is opgegroeid en geslacht. Bij de verwerkte producten, zoals droge en verse worst, zag ik nog wat uitzonderingen. Daar valt op te lezen dat het vlees in Frankrijk is verwerkt. Er zat ongetwijfeld nog wat Nederlands varken in. Maar ook dat gaat meer en meer veranderen. Frankrijk heeft Nederland (en Spanje, Duitsland en Denemarken) alleen maar nodig voor de varkensbil, omdat het land meer hammen eet dan er aan zijn eigen varkens zitten. Dat is logisch, want het produceert minder varkens dan zijn totale varkensvleesconsumptie

Wie even in zo'n winkel gaat kijken, wordt duidelijk welke inkooptrend zich onder Franse supers al vergaand heeft voltrokken. Die trend zal na het rapport Veerman verder met zowel zachte als harde hand in de rest van Europa worden geïmplementeerd. Wat me nog duidelijker werd, is dat het agrarisch nogal failliete Frankrijk met het nieuwe EU-beleid vermoedelijk eerder uit de crisis komt dan Nederland. Frankrijk maakt een paar procent te weinig varkensvlees voor zijn eigen markt. Wij brengen zo'n 65-70% naar de buitenland en hebben geen aantrekkelijke kostprijs.
Dure grondstof
Dit soort verhoudingen gaat de Nederlandse boer dan ook kruim kosten. Reken in een aantal sectoren op een forse daling van het volume dat in Nederland gemaakt kan worden, vertelde ik onlangs een aantal bestuurders van boerencoöperaties. Het heeft immers geen bijzondere waarde in het buitenland, behalve dan als te dure grondstof. Ik vroeg hen of ik onzin sprak. Nee, vonden ze unaniem. Opmerkelijk, want ik had op weerwerk gehoopt.
Toch export as usual
In een gesprek onder jonge boeren werd afgelopen week duidelijk dat ze landbouwsubsidies het liefst zouden afschaffen. De organisatoren van het gesprek waren er verbaasd over. De boeren pleitten voor een zogeheten level playing field in Europa als vervanger van het bestaande subsidiestelsel. Varkenshouderij-voorman Eric Douma ging zelfs zo ver Den Haag te willen sluiten en Brussel de regeringszetel van Nederland te laten worden. Wat hij bedoelde, was dit: zorg dat we in Nederland net zo goedkoop kunnen produceren als in het goedkoopste land van Europa en houd importen van buiten Europa tegen. Dan kan Nederland immers blijven exporteren naar andere Europese landen. Die eis is echter alleen in te vullen als Nederland Europese milieuregels met voeten treedt en andere hoge vestigingskosten uit hoofde van ons dichtbevolkte land compenseert.
Ook de nieuwe voorzitter van boerenkoepel LTO Nederland lijkt inmiddels in te zetten op voortzetting van het exportbeleid as usual van uitwisselbaar product zonder eigen waarde en vraagt daarom toch extra subsidie uit hoofde van landschappelijke taken.
Het ontkennen van de werkelijkheid laat zien dat het verwerken van de boerencrisis in Nederland nog niet begonnen is. Dat zal pas starten als de crisis zich eerst nog een flink stuk verder verdiept.
De kosten van het tijdsverlies en het verloren gaan van kansen die er natuurlijk zijn voor de Nederlandse land- en tuinbouw zullen betaald worden uit de al behoorlijke lege zak van de boer. Dat maakte Eurocommissaris Phil Hogan deze week met zoveel woorden duidelijk.
Op 6 december krijg je nieuwe kado-artikelen.
Als betalend lid lees je zoveel artikelen als je wilt, én je steunt Foodlog
Het Nederlandse pleidooi voor level playing field heeft vooral z'n oorsprong in weerzin tegen regels. In een aantal andere Europese landen (zoals Fr, Dld) is juist meer gebaseerd op nationalisme. Dat wordt nooit 1 veld. Het level playing field is het maaiveld. Wij willen daar graag boven uitsteken Europees gezien.
Kijk naar bijv die derogatie, daar wil Nederland graag een uitzondering op te strenge regels, niet twee koeien op een hectare houden maar bijna drie.
Of het een taak is van belangenbehartigers om deze ontwikkelingen te duiden en voorop te gaan om daaraan aan te passen? Ja. Wordt het gepruimd? Nee.
Grotendeels zien de boerenbestuurders die ik ken deze ontwikkeling ook amper. Gister zetten de mannen van Farm-up dit (en meer) uiteen in Drenthe. Er was weinig (h)erkenning bij de aanwezige boeren(bestuurders).
Ik vatte het samen als "door de combi van specialisatie, efficiëntie en schaalvergroting konden we sneller vooruitlopen. In de tussentijd zijn we een aantal essentiële zaken vergeten die we nu weer op moeten halen. Per saldo zijn we niet zoveel sneller meer".
Martinus, ik snap best dat jonge Nederlandse boeren vragen om dezelfde regelgeving in heel Europa. Alleen gaat het nooit gebeuren, en dat besef is kennelijk nog niet doorgedrongen. Dat vind ik vreemd, en eerlijk gezegd ook zorgwekkend.
Martinus, level playing field - wat versta jij daaronder? Wat ik eronder versta binnen een LTO-context kun je in de tekst hierboven lezen.
Ik ben goed bekend met een Bretonse agriverwerker. Van hem leerde ik dat je dezelfde eisen moet stellen aan mensen in vergelijkbare gebieden en dat als die eisen tussen verschillende gebieden voor enig gebied waar je niettemin die activiteit wilt bedrijven verkeerd uitpakken, je als overheid aanvullende eisen zult moeten stellen.
Aan de hand van een voorbeeld. Varkens worden in Nederland te duur om te houden omdat Bretagne, Duitsland en Oost-Europa goedkoper zijn; die landen hebben bovendien een ecologisch voordeel omdat ze voer/mest-kringlopen kennen en dus een grondgebonden varkenshouderij hebben. Toch zou je in Nederland kunnen besluiten het houden van varkens via regelgeving mogelijk te maken om een eigen aanvoerstroom te houden. Denk bijv. aan Zwitserland dat via vervoersbepalingen (max. aantal km's naar slachthuis) zijn eigen varkenshouderij een gegarandeerd bestaan biedt.
Vraag aan jou: hoe moet je level playing field definiëren aan de hand van dit soort concrete gevallen?
#3 Henric, de jonge boeren vragen toch om afschaffing van de landbouwsubsidies en een algehele Europese regelgeving zodat er in Europa een level playing field wordt gecreëerd en ook geldend voor de import van buiten de EU?
De basis van subsidies is het vergoeden van kosten en/of omzet vanwege politieke voorkeuren afwijkend van het belang van de producent en het behouden van een level playing field. bv Export/ import certificaten, regelgeving tav milieu, dierenwelzijn, voedselzekerheid etc etc.
In de discussie rondom subsidies wordt er door politiek en burger nooit gekeken naar subsidie als vergoeding voor geleden schade door beleid maar als financiële hulp een soort uitkering.
Zelf heb ik op foodlog al meerdere keren aangegeven creëer als EU een level playing field, Nu geven de jonge boeren het zelfde aan. Dat hier slachtoffers vallen is evident, maar het creëert des te meer kansen voor alle sectoren. En het Europese consumptie product boort high end markten buiten de EU. Iedereen wint de Europese boeren ondernemer, de NGO's door een duurzaam beleid met minder weerstand van de boeren, de Europese burger vanwege betere kwaliteit van hun voedsel, de economie vanwege de meerwaarde van het geproduceerde.
En elke belangenclub in de landbouw heeft te maken met 25% sterke innovatieve ondernemende leden en 75% slappe conservatieve leden. Verandering kan nooit uit een belangen club komen. Ik ben lid van LTO omdat zij onrecht moeten bestrijden, verandering moeten remmen, en sommige zaken moeten behouden. Mijn stem in de politiek staat voor visie, verandering en (positief) beleid.
Het is jammer dat de politiek zo weinig waar maakt van hun taak, en het belang van de landbouw voor het landschap en de economie zo slecht inziet.
#3 Henric, al een aantal jaren is het zo dat in NL de korte termijn regeert, dus ook in de Land- en Tuinbouw.
Bij onze belangenbehartigers en bij de verwerkende coöperaties hebben we (jammer genoeg) geen visionairs en echte leiders meer, zelfs wordt er op bestuursniveau 'gevochten' tussen de belangenbehartigers en verwerkers