Het hoge woord is eruit. Duurzaam eten bestaat niet. Dat heeft de Gezondheidsraad te horen gekregen. Die Raad moet onze regering vertellen wat de regering ons als 'duurzaam eten' moet voorhouden.
Duurzaam hangt af van wat je belangrijk vindt, zegt het advies dat de Raad inwon om de regering zo goed mogelijk te helpen. Dat betekent dus dat de Gezondheidsraad straks aan de regering moet adviseren om ons daarover te laten stemmen, want ook de Raad kan dat niet even bepalen. Het wordt dus hartstikke spannend: krijgen we een referendum over wat we duurzaam eten noemen of toch niet? Al even spannend is hoe 'we' - wij, van het volk - dan geïnformeerd gaan worden zodat we daar een zinvol oordeel over kunnen vormen. Door wie, met welke informatie en hoe? Tot op heden is dat nl. nogal uit de hand gelopen. Aan de WUR loopt een drieste professor rond die iedereen verkettert die ook maar durft te beweren dat biologische kippen qua milieuwelzijn een slecht idee zijn. Toch is dat een waarheid als een koe. Gelukkig zijn er dan ook wetenschappers die het tegendeel beweren. Maar wie moet je nou geloven?

Ik heb het over een rapport waaraan wat mij betreft belangwekkende gevolgen moeten worden verbonden. Het werd gemaakt door Blonk Milieu-advies in samenwerking met het Voedingscentrum en heet Naar een gezond en duurzaam voedselpatroon - een verkenning naar potenties en dilemma’s. Het rapport is een verademing, omdat het alles uitrekent. Dat is ook de bedoeling, want de Gezondheidsraad moet de regering een duidelijk antwoord kunnen geven over wat en hoeveel we waarvan moeten eten als we duurzaam willen zijn. Er staat een stel voedingspatronen in, te weten:

1. Wat we daadwerkelijk eten
2. Wat we zouden moeten eten volgens de Richtlijnen Goede Voeding.
3. Een klassiek vegetarisch patroon.
4. Een combinatie van 2 en 3 (50% van de één, 50% van de ander).
5. Een klassiek veganistisch patroon.
6. Een mediterraan patroon.

Aan ieder van die voedingspatronen (w.o. de gezonde, zoals gedefinieerd volgens de Richtlijnen Goede Voeding) worden milieu- en dierwelzijnsnormen vastgeknoopt. En je kunt er - op basis van de gekozen normen - heerlijk mee rekenen. U raadt het al: we moeten allemaal veganistisch gaan eten. Dat is namelijk het meest duurzaam. Punt aan de lijn, taak volbracht. Mocht u nog vlees willen eten, dan hebt u gewoon pech gehad want er is geen speld tussen te krijgen: een veganistisch dieet, maar dan ook zonder stiekeme eieren en kaas waar ook dieren voor worden vermoord, zou verplicht moeten worden.

Vanmorgen sprak ik met één van de auteurs, Hans Blonk, omdat ik er ook een passage in las die me buitengewoon intrigeerde. Het is een passage die het hele rapport op z'n kop zet. Leest u even mee. Ik heb de belangrijkste woorden vet gemaakt:

Bij de ontwikkeling van een methodiek voor het kwantificeren van dierenwelzijn naar voedselproducten dient ons inziens rekening gehouden te worden met het aantal dieren dat nodig is om tot een bepaalde productie te komen. Op de een of andere manier moet tot uitdrukking komen dat er per kilogram product relatief veel of weinig individuen nodig zijn. Als er veel individuen nodig zijn (bijvoorbeeld kippenvlees), kan er relatief meer welzijnsverlies optreden dan wanneer er weinig individuen nodig zijn (bijvoorbeeld varkensvlees). [...] Ook dient ons inziens rekening gehouden te worden met de factor tijd. Er moet tot uitdrukking komen dat afhankelijk van het dierlijke product de dieren gedurende lange of korte tijd welzijnsverlies kunnen ondervinden. Dieren van een bepaalde categorie die langer leven hebben langer en dus meer welzijnsverlies dan dieren uit die categorie die korter levenSommige diersoorten zoals kippen worden jong geslacht, legkippen leven langer en kunnen dus meer welzijnsverlies hebben dan de kippen die op vroegere leeftijd geslacht worden.
De integratie van het individueel dierenwelzijn, het benodigd aantal dieren per eenheid product en de leeftijd waarop het dier geslacht wordt of uit productie wordt genomen mag worden beschouwd als een uitdaging.


Daar staat nogal wat. Als wij vinden dat er niet zoveel dierenlevens mogen worden genomen, dan is dat jammer voor de CO2 uitstoot. Dat schijnen 'wij' - het volk van Nederland - ook daadwerkelijk te vinden. Dat zeggen de onderzoekers. WUR-onderzoeker Onno van Eijk deed een check in zijn gezin en ontdekte hetzelfde. We prefereren olifanten en koeien - milieutechnisch notoir onduurzaam als algemene vleesvoorziening voor humane consumptie - boven varkens. De eerste leveren meer vlees per slachting. We prefereren varkens weer boven kippen, omdat één dood varken pakweg 64 'moorden' op individuele kippen kan voorkomen. En insecten? Dat wordt een probleem. Een insect staat met z'n 1,5 grammetje als pakweg duizend dodingen tegenover 1 te doden kip. Niettemin zijn ze in de mode als 'vleesvervangers'.

Als we nou nog even doordenken, dan kan niet anders dan geconcludeerd worden dat onze preferenties bepalend zijn voor wat we duurzaam vinden. CO2 uitstoot is daaraan immers ondergeschikt. Alles kan worden doorgerekend, maar we moeten eerst kiezen.
Dat is politiek gezien een uitdaging: de regering wil vertellen wat duurzaam eten is. Het ondubbelzinnige antwoord luidt dat het is wat wij vinden dat het is, met al onze hebbelijkheden en onhebbelijkheden.
De veganist is een uitstekende technische oplossing, maar geen menselijke. We zijn nl. menselijk, al te menselijk, en daarom mogen we de CO2-uitstoot helemaal niet zo belangrijk vinden. Het grootse van dit rapport is dat het dat erkent. In die paar kleine zinnetjes.

Hans vertelde me vanmorgen dat hij met twee collega's onlangs een stuk heeft geschreven dat verder gaat. Als er eenmaal gekozen is, valt er wel degelijk verder te rekenen. De Gezondheidsraad kan de regering maar 1 ding adviseren: vraag Nederland hoeveel leven het per kilo wil nemen? De Raad of de adviseurs van Blonk en het Voedingscentrum kunnen dat onmogelijk voor ons beslissen. Geen wonder dus dat dat stukje denkwerk over verdere rekenarij niet in het rapport zit. De Raad moet dus nadenken over een campagne om het volk te informeren en op basis daarvan te laten kiezen.

Hier beginnen we vast, vanuit die zojuist gestelde vraag: eet u liever koe of olifant (minder executies, maar milieutechnisch onduurzaam) of liever kip en insecten (jaarlijks vele miljarden meer executies, maar veel duurzamer) of stopt u - in de wetenschap dat veganisme milieutechnisch beter is - maar met het eten van alle beesten? In geval van het laatste mag u niet smokkelen, dus ook geen eieren en kaas meer. Daar worden nl. miljoenen haantjes en kalveren voor doodgemaakt. Wat u dan weer wel moet weten is dat vleesvervangers die gelijkwaardig zijn aan dierlijk eiwit het milieutechnisch - in CO2 equivalents - op dit moment vaak slechter doen dan een kip.
May we have your votes please?




image
Dit artikel afdrukken