Eigenlijk is dit een onderwerp voor de rubriek 'Gebrek aan Kennis'. Want ik weet praktisch niets van deze kip. Ik kreeg hem uit Brussel, van de markt in de wijk St. Gilles. Omdat ik hier nogal eens jubel over de Label Rouge kip en het Kemper Landhoen. Wat ik dan van de smaak van deze kip vond, dat was de opdracht.
Het is een cou nu, biologisch, scharrel, hij woog bijna 1,4 kilo, zijn levertje was teruggestopt in de buikholte, en wat hij gekost heeft weet ik niet, want het was een cadeautje.
Om goed te kunnen vergelijken bereidden we hem zoals we dat gebruikelijk doen bij hele kippen van deze omvang. In de oven, twee uur op 160/170 graden, in de buik het levertje, ui, appel, knoflook, salie. Een vulling die teruggrijpt op middelengelse receptuur. Conclusie: hij smaakte voortreffelijk, rook heerlijk, sappig, stevig vlees. Maar wat is een cou nu, behalve een kip met een kale nek? Waarom is deze kip populair in Frankrijk en een deel van België? Waar komt deze kip (ja, België, dat staat op het stickertje) vandaan? Hoe zit dat nu met de cou nu? Wie beschikt wel over kennis? Nick Trachet vanuit Brussel misschien?
Dit artikel afdrukken
Sorry voor de late reactie, ik was er gisteren niet, wegens de gevolgen van botbreuken, blauwe plekken en mishandeling ;-).
Maar.... deze kip had dan weliswaar die bloeduistorting, het vlees was blank en mals. Het was mooi droog, rook plezierig, het dier was gewoon prettig om te bereiden en te eten. Dat vind ik lang niet van alle kippen die hier het huis in komen. Afgelopen dagen aten we weer een Label Rouge, die iets steviger van smaak is. Kemper Landhoen goede derde, maar moeilijker te krijgen hier in de regio. Net als deze kaalnek. Nog geen reactie van de schenker tot nu toe.
Hangt dierwelzijn dus níet af van houderijsystemen of vierkante meters -zoals we gewend zijn te denken en zoals we het liefst in regels vastleggen-, maar veel meer van een zorgvuldig management?
Deze kaalnek had wellicht de bovenwettelijke extra ruimte voor zijn 'premium' kwaliteit, maar slechte kwaliteit of onvoldoende strooisel zorgde alsnog voor blaren.
Desondanks was de kip erg lekker. Dier (on)welzijn kun je dus niet proeven, toont Lizet aan.
Hangt smaak (of smaakbeleving) dan wel samen met houderijsysteem?
Is daarom ook het onderscheid intensief/extensief waar in de andere draad zo op gefocust wordt helemaal niet altijd waar het om gaat?
Waarom slaagt de nederlandse intensieve veehouderij sector er niet in het excellente management voor het voetlicht te brengen?
Kippen vangen.
Botbreuken zijn niet perse een gevolg van ruw handelen. Een gebroken vleugelbot is vrijwel altijd het gevolg van paniek bij hoenderachtigen. Doen ze zelf. We maken het af en toe mee. Ze slaan te heftig met hun vleugels in het rond, tegen de grond, een afrastering of muur. Voorkomen van paniek is een vak op zich, maar dat lukt niet altijd. Onze procedure; vangen; in de armen nemen (dus geen 4-5 ondersteboven (alhoewel het bloed dat naar de kop zakt, ook verdovend schijnt te werken); tegen praten (jawel...) en dan op het snel doden door met 1 trefzekere slag de kop af te kappen.
dat was intended ;-), althans min of meer. Hoe het kan weet ik niet.
Josien, op een heel merkwaardige manier zit er nou juist weer iets positiefs in wat je daar zegt. Hoe is het mogelijk dat een 'premiumkip' met bloeduitstortingen zit en jouw ploffers niet?
En dat bedoel ik zeer beslist niet als een cynische opmerking.